Bepalen of je alle subgroepen bereikt met één aanbod

Iedere groep maatschappelijk kwetsbare mensen kan opgesplitst worden in subgroepen. Zo zijn er mensen die anders of zwaarder getroffen worden door specifieke gezondheidsrisico's of factoren die aan hun sociale gezondheid gelinkt zijn. Daarom is het belangrijk om te weten welke beïnvloedingsfactoren overwogen moeten worden binnen één sociaal gezondheidsaanbod. Lees hieronder hoe je start met het bepalen van je subgroepen.

Wat? Je gaat na of er subgroepen uit je algemene doelgroep anders of zwaarder getroffen worden door bepaalde factoren die gezondheidsproblemen in de hand werken, zoals luchtverontreiniging, stress, suikerrijk dieet … En je checkt of je de hele doelgroep, inclusief zwaarder getroffen groepen, met één aanbod kan bereiken.

Waarom? We willen zeker zijn dat we met ons aanbod ook mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties bereiken. Daarom hebben we soms de neiging om een apart aanbod voor hen te ontwikkelen. Maar vaak is dat niet nodig. Het is soms zelfs stigmatiserend. Nagaan of er bepaalde groepen anders/zwaarder getroffen worden door factoren die het gezondheidsprobleem beïnvloeden (bv. omgevingsfactoren zoals een vochtige woning of leefstijlfactoren zoals roken) en of je die met hetzelfde aanbod kan bereiken, is een beter idee. Je diversifieert waar nodig, en verbindt waar mogelijk.

Must-do’s?

Stel jezelf twee vragen:

  • 1. Welke subgroepen worden harder of anders getroffen door factoren die het gezondheidsrisico beïnvloeden? Denk daarbij aan:
    • a. biologische factoren (bv. mensen met overgewicht lopen een hoger risico op diabetes 2 dan mensen met een gezond gewicht);
    • b. leefstijlfactoren (bv. vrouwen voor wie een lage risicoperceptie een reden is om niet deel te nemen aan preventieve borstkankerscreening en vrouwen voor wie angst voor het resultaat een reden is om niet deel te nemen aan preventieve borstkankerscreening) en
    • c. omgevingsfactoren (bv. mensen die wonen in een appartement zonder tuin hebben andere noden wat betreft groen in de buurt dan mensen die thuis een tuin hebben).
  • 2. Kan ik met één aanbod ook groepen bereiken die harder of anders getroffen worden door het gezondheidsrisico? Als de gelijkenissen tussen de subgroepen groter zijn dan de verschillen, zal het antwoord op die vraag wellicht ja zijn. Bijvoorbeeld: met dezelfde infosessies over gezond opvoeden zal je verschillende groepen bereiken. Gezinnen die in een klein appartement zonder buitenruimte wonen ervaren andere en zwaardere drempels om gezond te leven dan gezinnen met een eigen tuin, maar die drempels kunnen in dezelfde sessie aan bod komen. Want zowel mensen mét een tuin als mensen zonder hebben veel twijfels en vragen rond gezond opvoeden. En dat verbindt hen.
    Indien een of meerdere subgroepen zeer specifieke noden of drempels ervaren die je niet in één gemeenschappelijke sessie kan combineren, zal het antwoord op bovenstaande vraag neen zijn. Bijvoorbeeld: het zou kunnen dat vrouwen uit de LGBTQ unieke drempels ervaren om deel te nemen aan de preventieve baarmoederhalsscreening en dat daarom een bewustwordingscampagne naar deze groep specifiek, nodig is. Op een niet-stigmatiserende manier communiceren zal dan een bijzonder aandachtspunt zijn.

Veerle Soyez, stafmedewerker bij Gezond Leven, over de ‘Goed-Gevoel-Stoel’:

“De Goed-Gevoel-Stoel is een methodiek om samen met maatschappelijk kwetsbare mensen te werken aan geestelijke gezondheid. De methodiek kwam er met de hulp van CEDES vzw − beweging voor integrale armoedebestrijding. De Goed-Gevoel-Stoel was oorspronkelijk specifiek gericht tot mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie omdat zij meer risico lopen op een lager mentaal welbevinden door de vele zorgen die zij ervaren. ‘Je goed in je vel voelen’ is voor hen vaak heel veraf omwille van problemen met geld, gezondheid, erbij horen, werk vinden, goed wonen enz. Ondertussen hebben we veel bijgeleerd en weten we dat het werken aan mentaal welbevinden bij een breder publiek niet per se anders moet. Mensen die maatschappelijk kwetsbaar zijn delen met mensen in niet-maatschappelijk kwetsbare situaties verschillende zaken die mee aan de basis van mentaal welbevinden liggen en zaken die dat welbevinden verstoren. Die gemeenschappelijke basis is uitgewerkt in de geluksdriehoek. We willen de aanpak van de Goed-Gevoel-Stoel dus graag universeler maken waarbij mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties niet als aparte groep worden benaderd. We geloven in het potentieel om met gemixte groepen – bestaande uit zowel mensen die niet, in zekere mate of in sterkere mate maatschappelijk kwetsbaar zijn – aan de slag te gaan met de Goed-Gevoel-Stoel, met een getrainde begeleider bij wie iedereen zich veilig, begrepen en gehoord voelt. Uiteraard zullen we nog altijd extra inspanningen leveren om met de Goed-Gevoel-Stoel mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties te blijven bereiken.”

Aan de slag? Deze handige tools helpen je op weg!

In het ‘werkboek diversiteitscommunicatie’ lees je meer over hoe je inclusief kan werken en communiceren en zo groepen die op het eerste gezicht erg verschillend zijn toch kan verbinden.

De website ‘Bridging the gap’ helpt je bij het toepassen van diversiteitscommunicatie. Je vindt er een tool met een dashboard met meer dan 100 echte mensen en hun persoonlijke steekkaart. Via het lezen van de steekkaarten werp je een andere blok op de doelgroep: hoe denk je doelgroep? En waarin zijn ze anders of net hetzelfde als jezelf? Studio Sesam geeft daar vorming en coaching over.

Over het verschil tussen een categoriale en inclusieve aanpak lees je hier:

Wil je als professional graag met deze inhoud in je bedrijf of praktijk aan de slag? Maar mis je nog de nodige handvaten? Neem dan gerust contact met ons op. Ons team van experten voorziet hierrond ondersteuning op maat, wetenschappelijk onderbouwd en tegelijkertijd toepasbaar in de praktijk.