Gezondheid bevorderen? Dat doe je steeds met een doelgroep voorop. Die doelgroep kan erg breed zijn (vb. de Vlaming) of vrij specifiek (vb. zwangere vrouwen die roken). Je doelgroep kan de ‘einddoelgroep’ zijn waarbij je een gezonder gedrag beoogt, maar kan evengoed een ‘intermediair’ zijn zoals een leerkracht of huisarts die zelf met de einddoelgroep werkt. Of beiden uiteraard. 

Wie wil je bereiken?

Op basis van de problematiek heb je een eerste houvast om je (eind)doelgroep te selecteren (te kiezen), of indien nodig te segmenteren (in kleinere groepen op te delen). Maak je interventies die verschillende groepen aanspreken, of doe je iets voor diegene met de grootste gezondheidsachterstand? Op basis waarvan maak je dan een keuze? De keuze start alvast met een goed inzicht in de doelgroep. 

De doelgroep leren kennen

Hoe leer je een doelgroep kennen? Dat gaat over het inzicht in wat de einddoelgroep gemeenschappelijk heeft, zoals gewoontes en gebruiken of opvattingen over gezondheid. Maar naast deze gelijkenissen gaat het ook over de verschillen die binnen elke groep aanwezig zijn. De Turkse gemeenschap in Genk en die in Gent hebben naast gemeenschappelijke kenmerken immers ook heel wat verschillen.

Als je een methodiek ontwikkelt, helpt dit inzicht om realistische doelen te formuleren en effectieve strategieën te kiezen. Ook bij de implementatie van methodieken helpt het aanvoelen van de einddoelgroep om aan te kunnen sluiten bij de mogelijkheden en de motieven van de mensen om wie het uiteindelijk gaat. Daarnaast is het ook goed om de intermediairs te kennen en te weten wat hen bezighoudt, want zij zullen je methodiek implementeren.

De doelgroep betrekken

Doelgroepgericht werken gaat ook over je doelgroep (einddoelgroep en intermediairs) betrekken bij de ontwikkeling van een methodiek. Gezond Leven wil professionals zoveel mogelijk stimuleren om participatief en co-creatief te werken, zowel naar einddoelgroepen als naar intermediairs. Huh? Wat is dat participatief en co-creatief werken?

Participatie = is de betrokkenheid van mensen uit de doelgroep bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van gezondheidsbevordering. Je hebt verschillende niveaus van participatie.

  • 0:geen participatie: mensen worden enkel geïnformeerd over de activiteiten waar ze bij betrokken zijn.
  • 1: Passieve participatie: professionals hebben volledige controle over het programma, de planning en de organisatie van activiteiten, het leggen van contacten en zijn verantwoordelijk voor de financiering. Mensen worden geïnformeerd over plannen.
  • 2: Participatie via informatie: mensen worden geïnformeerd over het programma en de activiteiten en worden betrokken via het stellen en beantwoorden van vragen.
  • 3: Participatie via consultatie: mensen worden geconsulteerd over het programma en er wordt geluisterd en gehandeld naar hun visie als de professionals dat nodig achten. De besluitvorming ligt bij de professionals.
  • 4: Functionele participatie: mensen zijn meer betrokken bij het proces van besluitvorming. Ze doen actief mee aan de ontwikkeling van programma’s en activiteiten. Professionals hebben de controle in handen en nemen uiteindelijke besluiten.
  • 5: Interactieve participatie: mensen zijn betrokken in een partnership met professionals in planning en implementatie van activiteiten. Besluiten maak je gezamenlijk en mensen leveren hulpbronnen aan.

Co-creatie = de sterkste vorm van participatie (niveau 4 & 5) waarbij de doelgroep effectief mee beslist. Co-creatie heb je wanneer individuen, groepen of organisaties, die betrokken zijn op een als complex ervaren uitdaging, samen oplossingen creëren die tegemoet komen aan een algemeen belang (bron: Kwadraet). De betrokkenen worden dus niet alleen gehoord, maar beslissen actief mee.

Participatief en co-creatief werken kunnen elkaar aanvullen binnen een project. Binnen de analysefase van je project gaat het eerder om participatief werken. Je luistert vooral naar je doelgroep. Binnen de andere fasen van het project kan je ervoor kiezen om de doelgroep te laten meebeslissen. Bijvoorbeeld wanneer je de doelstellingen en het concept van concreter gaat uitwerken. Of je wil dat de doelgroep mee beslist over de materialen die je zal ontwikkelen. 

Wat zijn voorwaarden om zo goed mogelijk participatief te werken

  • Engagement van alle partijen binnen co-creatie
  • Overschat het niet, moet niet altijd ‘groots’ gezien worden
  • Condenseer het in een intensief proces
  • Goeie procesbegeleiding