Wat is juist, wat is fout? Wat zou de norm voor menselijk handelen moeten zijn? Dit zijn de vragen waar ethiek zich over buigt.

Binnen het domein van gezondheidsbevordering vragen zowel de keuze voor het werken naar een bepaalde doelgroep, de selectie van strategieën en technieken die je gebruikt als de partners met wie je samenwerkt vragen om een ethische afweging. Ethische afwegingen maken we vanuit een visie op wat ethische gezondheidsbevordering inhoudt, en door de interventie af te toetsen aan een aantal concrete ethische criteria. 

Ethische gezondheidsbevordering

Gezondheidswinst

Een kwaliteitsvol leven is voor iedereen een streefdoel, en gezondheid heeft hierin een belangrijke plaats. Daarom is ethische gezondheidsbevordering er voor ons op gericht duurzame lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheidswinst te realiseren. Gezondheidswinst wordt het best gerealiseerd door gezondheid te bevorderen, te beschermen of te behouden via het empoweren van individuen, organisaties en gemeenschappen (hen versterken in hun competenties die nodig zijn om hun gezondheid positief te beïnvloeden) en het inrichten van de fysieke, sociale, economische en politieke omgeving zodat die gezondheid en gezond gedrag ondersteunt en bevordert.

Solidariteit

Tussen mensen die lager op de sociaaleconomische ladder staan en mensen met een hogere socio-economische positie bestaan verschillen op vlak van gezondheid. We vinden deze gezondheidsongelijkheid onrechtvaardig. We weten dat gezondheid de resultante is van een samenspel tussen individuele, sociale en omgevingsfactoren en dus niet te reduceren valt tot enkel een individuele verantwoordelijkheid of capaciteit. Daarom vertrekt ethische gezondheidsbevordering voor ons vanuit het solidariteitsbeginsel. Zorg dragen voor ieders lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid is ook een maatschappelijke en collectieve verantwoordelijkheid.

Keuzevrijheid

Respect voor keuzevrijheid is en blijft voor ons een belangrijk ethisch beginsel. Dit houdt ook de keuze voor een niet-gezonde levensstijl in. Autonomie is echter geen absolute (voor)waarde, in die zin dat persoonlijke keuzes de gezondheid van anderen niet zouden mogen schaden. Ethische gezondheidsbevordering is er daarenboven op gericht om van de gezonde keuze de meest evidente en makkelijkste keuze te maken. Ze laat dus regels toe die ongezonde keuzes en/of de verkoop en toegankelijkheid van ongezonde producten ontmoedigen, bemoeilijken of verbieden.

Ethische criteria

Als je wil nagaan of je interventie ethisch te verantwoorden is, kan je ze aftoetsen aan onderstaande 12 ethische criteria. Ethiek is geen zwart-wit verhaal, en vaak een kwestie van zorgvuldig afwegen van criteria waarop je interventie goed scoort tegenover criteria waar je interventie minder goed op scoort. We clusteren de criteria in 3 groepen: kernprincipes die het doel van ethische gezondheidsbevordering omvatten, criteria van deontologisch handelen, en criteria van sociaal en rechtvaardig handelen. 

Kernprincipes van ethische gezondheidsbevordering

  • De interventie en het partnerschap genereren maximale en duurzame gezondheidswinst (gezondheidsstatus, gedrag en/of omgeving) en vermijden maximaal gezondheidsschade. We werken bij voorkeur samen met partners die geen producten of diensten leveren of produceren waarvan bewezen is dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid. Samenwerkingen met partners die wél producten leveren of produceren waarvan bekend is dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid, worden met grote omzichtigheid aangegaan: de gezondheidsorganisatie behoudt steeds zijn volle onafhankelijkheid, is transparant en communiceert duidelijk over deze samenwerking.
  • Hoewel niet elke individuele interventie dit kan realiseren, draagt het geheel aan interventies en partnerschappen in de mate van het mogelijke bij tot het verkleinen van gezondheidsongelijkheid. Gezondheidsongelijkheid refereert aan de structurele en vermijdbare verschillen die inzake gezondheid bestaan tussen groepen van mensen (en vaak, maar niet uitsluitend samenvallen met socio-economische verschillen).
  • De interventie en het partnerschap zijn zoveel mogelijk gericht op het versterken van de gezondheidsvaardigheden van de doelgroep (i.e. het empoweren van de doelgroep) en het structureel versterken van een gezonde omgeving, en dit via de verschillende soorten strategieën: educatie, omgevingsgericht werken, afspraken en regels, en zorg en begeleiding.

Principes van deontologisch handelen

  • Er is transparantie naar alle betrokkenen (doelgroep, partner) over de interventie en het partnerschap (doel, gezondheidsclaims etc.).
  • De interventie en het partnerschap zijn conform de wet- en regelgeving die van toepassing is, gaande van algemene en fundamentele wetten (vb. de universele rechten van de mens, de kinderrechten, en de wet op gendergelijkheid) tot specifieke of technische wetten (vb.  de regels inzake niet-commerciële reclame, de Europese GDPR-wetgeving en de auteursrechten).
  • Er is bij alle betrokkenen bereidheid publieke verantwoording af te leggen over de interventie en het partnerschap, en er wordt verantwoordelijk omgegaan met middelen (personeel, budgetten,…). 

Principes van sociaal en rechtvaardig handelen

  • Er is maximale toegang voor alle doelgroepen tot de interventie.
  • De interventie en het partnerschap zijn gemeenschapsgericht: ze vertrekken vanuit de nood van een gemeenschap en komen niet enkel tegemoet aan een (commercieel) doel van de partner.
  • De autonomie van de doelgroep wordt gerespecteerd binnen de interventie (voor zover de vrije keuze niet schadelijk is voor de gezondheid van derden), en de onafhankelijkheid van de gezondheidsorganisatie wordt gewaarborgd binnen het partnerschap. De partners maken vooraf duidelijke afspraken over het publicitair gebruik van de samenwerking.
  • De interventie en het partnerschap volgen het principe van non-discriminatie: elke vorm van discriminatie naar sekse, huidskleur, afkomst, nationaliteit of etnische origine, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, leeftijd, geloofs- of filosofische overtuiging, huidige of toekomstige gezondheidsstatus, handicap of lichamelijk kenmerk wordt vermeden.
  • De interventie en het partnerschap vermijden stigmatisering, negatieve stereotypering, ‘victim blaming’ en schuldinductie voor/van/bij bepaalde groepen of individuen. Er wordt stil gestaan bij mogelijke onbedoelde effecten van de interventie en het partnerschap op deze vlakken.
  • Er wordt gestreefd naar een duurzaam productie- en aankoopbeleid binnen de interventie en het partnerschap. 

Ethische code

Organisaties uit de sector gezondheidsbevordering en ziektepreventie in Vlaanderen ondertekenden een ethische code.