Gebruik de gezondheidsaanbevelingen voor beweging als basis voor je afspraken en regels. Laat kinderen dus elke dag zo veel mogelijk bewegen met lichte intensiteit maar ook met een bijdrage aan het dagelijks aanbevolen uurtje van matig en hoog intensief bewegen. En heb daarbij ook aandacht voor het mentale en sociale welbevinden.

Sommige regels en afspraken kunnen in het schoolreglement opgenomen worden:

Afspraken over optimale beweegruimte:

Stimuleert de inrichting van de school, binnen en buiten, de leerlingen om meer te bewegen? Dan zijn er regels nodig om die beweging in goede banen te leiden, en om het gebruik van beweeginfrastructuur en -materialen te sturen. Geef de leerlingen bijvoorbeeld tijdens speeltijden en middagpauzes toegang tot de sportfaciliteiten van de school.

Afspraken over de activiteiten op school:

  • Organiseer de bewegingsactiviteiten op zo’n manier dat er een gezonde afwisseling ontstaat van zitten, staan en bewegen. 
  • Programmeer elke dag een extra kwartiertje bewegen met variatie.
  • Schep duidelijkheid over ‘vrije uren’. Kunnen leerlingen bewegen tijdens een uurtje studie?
  • Maak afspraken over middagsport, het materiaal (gebruiken en opruimen), de douchemogelijkheden, de leerlingenbetrokkenheid …
  • Heb in je afspraken aandacht voor pesten en het sociale en mentale welbevinden van de leerlingen.

Afspraken over verplaatsingen:

  • Moedig verplaatsingen te voet en met de fiets naar externe locaties aan.
  • Heb aandacht voor veiligheidsmaatregelen zoals fluorescerende hesjes.
  • Schep duidelijkheid over begeleiding en over het wel of niet in groep blijven tijdens verplaatsingen. 
  • Leg regels vast voor schooluitstappen te voet of met de fiets. 

Afspraken voor leerlingen met bijzondere behoeften:

Heb aandacht voor leerlingen met extra noden voor mentaal welzijn, fysieke beperkingen, blessures … Voor hen kan een afwijking van de algemene regels nodig zijn.

Sommige afspraken staan niet in het schoolreglement, maar worden (mondeling) afgesproken met de school/leerkracht:

  • Afspraak met alle leraren om bewegingstussendoortjes in te voeren tijdens de lessen (bv. na een deel theorie).
  • Afspraken met de directie en de leerkrachten om het (les)thema beweging ook regelmatig in de lessen op te nemen.
  • Afspraken over groepswerken. Die zijn dynamisch en vinden dus rechtopstaand of in wisselende zones van de klas plaats. 
  • Afspraken met leerlingen die om bepaalde redenen niet kunnen deelnemen aan lessen lo. Die krijgen een licht intensieve alternatieve bewegingsactiviteit of een educatieve opdracht over bewegen.
  • Afspraken rond huiswerk zodat er ook buiten schooltijd nog voldoende tijd is om te bewegen.

Ook afspraken met externen zijn belangrijk:

  • De inzet van bewegingsgekwalificeerde leerkrachten bewegingsopvoeding in elke kleuterschool, net zoals in de lagere school.
  • Afspraken over verplaatsingen:
    • Zorg voor een veilige omgeving door bijvoorbeeld vrijwilligers in te schakelen.
    • Vraag de politie om toezicht te houden aan de schoolpoort en in de schoolstraat.
    • Praat met de gemeente/stad of het Agentschap Wegen en Verkeer over:
      • een zone met snelheidsbeperking rondom de school;
      • veilige, afgescheiden fiets- en voetpaden;
      • een autoluwe of verkeersveilige buurt.
  • Afspraken met de gemeente en clubs in functie van het lokale sportaanbod zoals zwemmen (zwemmen is een eindterm).
  • Promo en ondersteuning van leerlingen voor inschrijving via de school in een sportclub met laagdrempelig aanbod.
  • Afspraken over gedeelde schoolinfrastructuur. Er zijn vaak drempels voor scholen om hun infrastructuur open te stellen voor organisaties of sportclubs (geen aparte toegang, onvoldoende sanitair, geen personeel om de deuren te openen en te sluiten, het gebruik van materiaal, kosten …). Of er zijn beperkingen voor sportclubs om de schoolinfrastructuur te gebruiken (slechte belijning, onvoldoende verlichting, geen plaats voor eigen materiaal …). Om die drempels te verlagen of weg te werken, zijn afspraken met alle betrokken partners nuttig.