Een gezonde luchtkwaliteit is belangrijk voor iedereen, maar zeker voor kwetsbare groepen. Naast uitstoot door privéwoningen (stoken), veeteelt, en industrie is vooral gemotoriseerde mobiliteit een bron van luchtverontreiniging.

Het ruimtelijk beleid is sinds de jaren ’60 almaar meer gebaseerd op autoafhankelijk leven. Waar je ook woonde, je kon elke bestemming met de auto bereiken. De fiscale maatregelen voor bedrijfswagens en goedkope brandstof versterkten de keuze voor de auto. Dat zorgde en zorgt voor heel wat gezondheidsproblemen zoals een slechte luchtkwaliteit en veel geluidshinder, maar ook voor een terugval in het aantal mensen dat mensen beweegt. De inrichting van de publieke ruimte heeft een grote invloed op onze mobiliteit en de luchtverontreiniging.

Een gezonde luchtkwaliteit, een onderdeel van een gezond leven

Schadelijke stoffen in de lucht die we inademen hebben vooral invloed op de luchtwegen en het stelsel van hart en bloedvaten. Recente studies wijzen bijvoorbeeld op een verband tussen wonen langs een drukke weg en dementie. Stoffen in de lucht hebben een schadelijke invloed op voor de hand liggende lichamelijke aspecten, maar beïnvloeden dus ook onze hersenen.

Er bestaat geen veilige ondergrens voor luchtverontreiniging door verkeer. Hoe meer luchtverontreiniging door verkeer we voorkomen, hoe meer gezondheidswinst we boeken. De kwetsbare groepen – zoals mensen met chronische luchtweg-, hart- en vaatproblemen maar ook kinderen, ouderen en mensen met een lage socio-economische status – dragen de grootste gezondheidslast. Deze individuen helpen we dus het meest als we de luchtverontreiniging door verkeer aanpakken. 

Op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij vind je meer uitleg over luchtverontreiniging

Ruimtelijk beleid en luchtkwaliteit

Gemotoriseerd verkeer zorgt voor luchtverontreiniging en verlaagt de leefbaarheid van onze kernen. De industrie, het gemotoriseerde verkeer, de huishoudens en de land- en tuinbouw zijn vier grote bronnen van luchtverontreiniging. Met een goed ruimtelijk beleid kun je de luchtverontreiniging door verkeer aanpakken.  

Het spreek voor zich dat je ook aandacht hebt voor luchtverontreiniging door huishoudens en verwarming van gebouwen, land- en tuinbouw (incl. veeteelt) en industrie als je je ruimte plant.

Gemotoriseerd verkeer en luchtvervuiling:

  • In de uitlaatgassen van gemotoriseerde voertuigen (auto’s, brommers, vrachtwagens, vliegtuigen, …) zitten verschillende stoffen die schadelijk zijn voor onze gezondheid.
  • De slijtage van de remmen en banden en het opwaaiende stof op de weg veroorzaken luchtverontreiniging. Dit betekent dat elektrische voertuigen die nauwelijks uitlaatgassen produceren ook luchtverontreiniging veroorzaken.
  • De productie van voertuigen en de opwekking of raffinage van brandstoffen verontreinigt ook de lucht. Ook hier betekent dat elektrische voertuigen bijdragen aan luchtverontreiniging. 
Luchtverontreiniging Vmm

Aan de slag

Breng de luchtverontreiniging in jouw buurt(en) in kaart

Op de website van VMM kun je kaarten vinden die de lokale luchtkwaliteit in detail in kaart brengen (straatniveau). 

Zet in op een gezonde mobiliteit 

Het Vlaams Instituut Gezond Leven pleit in eerste instantie voor bronmaatregelen die de oorzaak direct aanpakken. Dat betekent dus maatregelen die het autoverkeer verminderen. We moeten inzetten op een veel gezonder mobiliteitssysteem. Daarnaast kunnen andere maatregelen genomen worden die de luchtkwaliteit verbeteren, zoals een roetfilterpremie

Creëer een groene omgeving 

Actieve mobiliteit promoten om luchtvervuiling tegen te gaan hangt samen met de belevingswaarde van de publieke ruimte. Natuurelementen als inrichting van woonwijken zullen beweging in die woonwijk stimuleren. 

Maak een kwaliteitsvolle verdichting en open ruimten 

Als je de luchtkwaliteit wilt verbeteren door in te zetten op alternatieve verplaatsingswijzen, moet je ook de bebouwde omgeving en de open ruimte herbekijken. Je streeft naar een kwaliteitsvolle versterking van de kern en/of een slimme wijze om te verdichten, en moet de open ruimte bewaren of herstellen en toegankelijk maken voor actieve verplaatsingen (functioneel en in de vrije tijd).