Geen wettelijke verplichting, wél veel linken

De wetgeving maakt een onderscheid tussen drie soorten opdrachten voor gemeenten: 

  • Uitvoeringsopdrachten: opgelegd door centrale overheden aan lokale besturen, zonder dat die beleidsruimte hebben bij de uitvoering van de opdrachten. Het gaat om verplicht uit te voeren taken of medebewindstaken. Voorbeelden zijn het afleveren van rijbewijzen, allerlei attesten, de burgerlijke stand, pensioensaanvragen, etc.
  • Opdrachten van gemengd belang: opgelegd door centrale overheden, maar er is wel beleidsruimte voor voorzien. Meestal zijn de opdrachten gekoppeld aan subsidies. Voorbeelden zijn het bibliotheekbeleid, milieubeleid, ruimtelijke ordening etc.
  • Opdrachten van zelfbestuur: hier speelt de beleidsvrijheid van gemeenten ten volle. Het gaat om zelfstandige gemeentelijke bevoegdheden die de gemeente volledig met eigen middelen financiert. Initiatieven om een wijkinfrastructuur op te richten behoren tot de voorbeelden.

Omdat er geen middelen, noch verplichtingen zijn vanuit de federale of Vlaamse overheid behoort gezondheidsbevordering tot de derde categorie: opdrachten van zelfbestuur. Daardoor krijgt gezondheidsbevordering in de gemeente vaak minder aandacht dan thema’s die tot de tweede categorie behoren, zoals mobiliteit, milieu of sport. Al hebben ook die thema’s uiteraard een belangrijke invloed op de gezondheid van de inwoners. 

Een gezondheidsbeleid in de gemeente is dus geen wettelijke verplichting, maar er zijn wél verschillende linken met gezondheidsbevordering in de regelgeving. Bekijk ons overzicht van de verschillende wetten die te maken hebben met gezondheid.

Wettelijke linken met gezondheid

Hoewel een gezondheidsbeleid in de gemeente geen wettelijke verplichting is, zijn er wél verschillende linken met gezondheidsbevordering in de regelgeving. Een overzicht: 

Decreet voor gemeenten en OCMW's

  • De gemeenten beogen om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. Overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet zijn ze bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle initiatieven kunnen nemen. (art. 2 gemeentedecreet – 15/07/2005)
  • De openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen tot het welzijn van de burgers, met behoud van de opdracht, vermeld in artikelen 1 en 57 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en de andere aangelegenheden die hen door of krachtens een wet of een decreet worden opgelegd. (art. 2 OCMW-decreet – 19/12/2008)
  • Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er worden openbare centra voor maatschappelijk welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren. (art. 1 OCMW-wet – 8 juli 1976)
  • Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn heeft tot taak aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is. Het verzekert niet alleen lenigende of curatieve doch ook preventieve hulp. Het bevordert de maatschappelijke participatie van de gebruikers. Deze dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn. (art. 57 OCMW-wet 8 juli 1976)

Momenteel wordt werk gemaakt van een nieuw decreet lokaal bestuur. Dat decreet zal drie bestaande decreten (gemeentedecreet, OCMW-decreet en het decreet Intergemeentelijke Samenwerking) vervangen. Gemeenten en OCMW’s zullen in de toekomst immers geïntegreerd worden.

Lokaal Sociaal Beleid (19/03/2014, wijzigingen 2012)

  • Het decreet Lokaal Sociaal Beleid heeft tot doel te verzekeren dat iedereen een gelijke toegang verkrijgt tot het recht op een menswaardig leven. Het is gericht op een maximale toegankelijkheid van de dienstverlening en op een optimaal bereik van de doelgroep. Dat gebeurt onder andere via een Sociaal Huis.
  • In het Lokaal sociaal beleidsplan benoemt het gemeentebestuur en OCMW onder meer hoe het recht op gezondheidszorg en een gezonde omgeving gegarandeerd wordt voor alle inwoners.
  • Het decreet lokaal sociaal beleid stimuleert de samenwerking tussen OCMW, gemeente en andere organisaties.
  • In 2012 onderging het decreet een wijziging, als aanpassing van het planlastdecreet. Gemeenten en OCMW’s moeten geen apart lokaalsociaalbeleidsplan meer opstellen. Toch blijven zij verplicht om samen een lokaal sociaal beleid te plannen en uit te voeren.

Het preventiedecreet (21/11/2003)

Het preventiedecreet legt de krijtlijnen van het preventieve gezondheidsbeleid in Vlaanderen vast. Wat betekent dat voor lokale besturen? 

  • Het decreet benoemt gemeentebesturen als essentiële partner in het verwezenlijken van gezondheidspromotie en ziektepreventie in Vlaanderen, ondersteund door de Logo’s.
  • Het stelt zes thematische gezondheidsdoelstellingen voorop, die door gezondheidsconferenties worden geactualiseerd en van strategieën worden voorzien.
  • Het legt onder meer de nadruk op lokale intersectorale samenwerking, facettenbeleid (‘health in all policies’) en effectiviteit (‘evidence based’-strategieën).
  • Het Logobesluit is een van de uitvoeringsbesluiten en benoemt de taken die elk Logo als ondersteuning dient uit te voeren. Nog concreter is de ‘horizontale actiefocus’ die samenwerking met lokale besturen als prioriteit van de Logowerking benoemt vanuit het kabinet en Agentschap Zorg en Gezondheid.