Kort en bondig

Je kan kinderen uitleggen waarom je wil dat ze voldoende bewegen, maar je zal hen niet overtuigen met het feit dat ze zo later minder risico lopen op hart- en vaatziektes of diabetes. Da’s een ver-van-hun-bed-show. Dat ze plezier kunnen beleven, nieuwe vrienden maken … begrijpen ze beter.

Wil je kind meer schermtijd (tv-kijken, computeren, gamen ...) dan wat jullie afgesproken hebben of dan de gezondheidsaanbevelingen voorschrijven? Leg kort uit waarom je wil dat ze deze activiteiten beperken. Geef aan dat je wel begrijpt dat ze deze activiteiten leuk vinden. Maar er zijn voldoende redenen om schermtijd te beperken of regelmatig te onderbreken: meer tijd om samen plezier te maken, meer tijd voor vrienden, beter slapen (een half uur voor bedtijd geen schermen meer) ...

Communiceer over regels en afspraken

Besteed voldoende aandacht aan hoe je afspraken naar je kinderen overbrengt.

Jonge kinderen hebben vooral nood aan duidelijke, eenvoudige regels die je regelmatig herhaalt.

Positieve taal

Belangrijker dan veel uit te leggen waarom je wil dat je kind gaat bewegen en niet te veel en te lang voor het scherm zit, is wellicht nog dat je je kind gaat aanmoedigen en voor hem/haar supportert wanneer hij in actie komt. Of jullie nu samen naar school fietsen, of wanneer hij gewoon de tv uitzet zoals afgesproken … Moedig je kind verbaal aan in wat het doet en hou dit positief.

Hoe was het?

Je kind proberen te overtuigen van de vele voordelen van beweging mag geen éénrichtingscommunicatie worden. Luister ook naar de verhalen en ervaringen van je kind zelf. Kinderen die een fijne middag beleefd hebben buiten vertellen meestal graag over hun avonturen. Anderzijds vindt je kind bewegen misschien niet (meer) leuk omdat het er bepaalde ideeën over heeft of minder fijne ervaringen had. Ook daarnaar luisteren kan je kind helpen om te relativeren.

Actief luisteren

Je zoontje komt enthousiast binnengelopen na het buiten spelen:

“Ik heb een grote dinosaurus getekend op de grond met krijt, in allemaal verschillende kleuren. En ik heb met stenen ogen gemaakt, en met takjes de grond. Maar toen kwamen de buren en die wilden meedoen, maar nu is het niet meer mooi. Dat was echt niet leuk.”

Het is goed als je even de tijd neemt om te luisteren naar het verhaal. Kinderen leren zo hun gedachten en gevoelens te verwoorden. Je blijft op de hoogte en hoort hoe het hen vergaat als ze alleen spelen, met vriendjes of met een groepje … bij het buitenspelen of in de internetwereld. Bovendien kunnen kinderen hun problemen bespreken en leren oplossen als je naar hen luistert.

Voelsprieten aan!

Niet elk kind komt even spontaan met zijn verhaal thuis. Als je kind niet uit zichzelf vertelt, kan je het gerichte vragen stellen. Een vraag als “Hoe was het?” kunnen ze snel met “Goed” beantwoorden en nodigt minder uit om te vertellen. Vraag eerder “Wat heb je gedaan?”. Daar zal vast wat meer verhaal bij komen.

Sport en spel zijn voor kinderen meestal een bron van plezier en positieve ervaringen. Toch kan een ruzie of verloren spelletje heel wat negatieve emoties oproepen. De fijne verhalen komen vaak spontaan. De minder leuke dingen tonen kinderen eerder via lichaamstaal of een omwegje. Wil je dochter of zoon plots niet meer naar het kamp, dan heeft dat misschien niet met de activiteit op zich te maken, maar heeft zij of hij er misschien ruzie gemaakt, of klikt het niet met de begeleiding.

Het is niet altijd makkelijk om als ouder die signalen op te vangen. Het gedrag benoemen als je merkt dat je kind een droevig gezicht trekt wanneer het binnenkomt, kan nochtans een aanzet zijn tot een gesprek. Als je rustig kan luisteren, voelt je kind dat het met zijn bezorgdheden en bekommernissen bij jou terechtkan.