Probeer niet te eten in de keuken – tussen de kookpotten. Schuif je voeten onder tafel in de eet- of woonkamer. En wees je bewust van het servies en bestek dat je gebruikt.

Kies kleinere borden

Op een groot bord lijkt een normale portie klein. Dus schep je nog wat extra (en dus bijkomende calorieën) op. Net zoals een grotere kom en dito lepel uitnodigen om meer op je bord te leggen. Een grote scheplepel doet je zelfs tot 14 procent meer calorieën eten. Want je telt het aantal opgeschepte lepels, niet de inhoud ervan.

Voor glazen geldt trouwens hetzelfde. Je schenkt meer drank in een groter of breder glas. Perfect voor water, te vermijden voor frisdrank en alcohol. Let ook op hoe je een drank inschenkt. Je schenkt meer in als je het glas in je handen houdt. Zet het op tafel, van bovenaf lijkt het sneller vol.

Kleine(re) kommen, borden, lepels, … Natuurlijk! Lijkt allemaal logisch, niet? Tot je in de dagelijkse ratrace én je oude automatismen verzeilt. Probeer hier dus voor jezelf en je kinderen heel bewust mee om te gaan.

Schep je eten op aan het aanrecht

Vul jij je bord aan het aanrecht? Dan eet je tot 19 procent minder dan wie de potten op tafel zet. De tijd en moeite die je nodig hebt om van tafel naar het aanrecht te wandelen, is vaak voldoende om te beseffen dat je eigenlijk genoeg hebt. Wie meer groenten wil eten, zet ze best wél op tafel. Toch het liefst alle potten bij de hand? Geef de verleiding dan het deksel op de neus en sluit ze.

Hou rekening met de energiedichtheid van je eten

Vaak schat je in hoeveel je gaat eten op basis van de hoeveelheid en het gewicht van de voedingswaren. Maar waar je niet bij stilstaat, is het totale energiegehalte. Een maaltijd die bestaat uit veel groentjes, gekookte aardappelen en een stuk vis heeft bijvoorbeeld een lage energiedichtheid. Frieten met mayonaise hebben dan weer een hoge energiedichtheid. Dat kun je aflezen aan de hand van het aantal calorieën dat de voedingswaren per 100 gram of milliliter bevatten. Hoe hoger de energiedichtheid, hoe kleiner je jouw porties best houdt.

Moeilijk? Niet als je je aan deze vuistregel houdt. Vul je bord:

  • voor de helft met groenten
  • voor een kwart met aardappelen of graanproducten
  • voor een kwart met vlees, vis of een vervangproduct

Schep je nog bij? Vul dan ook eenzelfde hoeveelheid groenten aan.

Denk er ook aan om je recepten volgens deze regel aan te passen. Want in moderne receptuur zijn hoeveelheden gestaag gegroeid. Net zoals afhaal- en bezorgmaaltijden groter zijn geworden. Bestel je voor meerdere mensen? Neem dan niet elk een gerecht maar deel enkele porties. Zijn er geen groenten bij het gerecht? Vul dan zelf je bord voor de helft aan met groenten uit je koelkast of diepvries.

Maak geen al te grote porties klaar

Restjes in de afvalemmer gooien? Ja, dat is jammer. Maar je lichaam als vuilnisbak gebruiken, is erger. Probeer dus om je overschotjes te beperken. Toch veel over? Vries dan de helft van je maaltijd in voor je aan tafel gaat. Of zet het restje meteen in de frigo voor de volgende dag.