Bereid de klas voor

Om dit spel te spelen, heb je per twee leerlingen één tak (of stok) van ongeveer een halve meter nodig. Verzamel de takken zelf op voorhand of stuur je leerlingen eropuit om takken te verzamelen.

Tip: voor deze oefening heb je best wat plaats nodig. Neem je leerlingen dus mee naar buiten of zorg voor voldoende beweegruimte.

Samenwerken voor balans

Takken gevonden? Laat de leerlingen dan duo’s vormen.

Tip: om de veiligheid van je klas te bewaken, kan je de duo’s ook zelf bepalen of een online groepjesmaker gebruiken.

Elk duo krijgt een stok en gaat recht tegenover elkaar staan. Het is de bedoeling dat beide leerlingen een uiteinde van de tak tussen hun platte handen laten ‘zweven’. Ze hebben de tak dus niet stevig vast.

Tip: toon je leerlingen hoe ze de tak juist moeten vastnemen. Vraag hiervoor de assistentie van een leerling, zodat meteen duidelijk wordt dat deze oefening draait rond samenwerken.

Laat de leerlingen even ervaren hoe het voelt om met twee de tak te ondersteunen. Merken ze op dat één verkeerde beweging ervoor kan zorgen dat de tak valt? Het wordt dan ook de taak van elk duo om de tak omhoog te houden door goed samen te werken.

De wandelende tak

Nu de leerlingen wat hebben kunnen testen, is het tijd voor de echte uitdaging. Zonder te praten moeten ze samen enkele hindernissen nemen met de tak. Ze zullen elkaars bewegingen dus goed moeten voorspellen, of bijvoorbeeld met hoofdbewegingen een richting moeten aangeven.

Dit stappenplan kan helpen ter ondersteuning.

Tip: in dit soort oefeningen ontstaat vaak vanzelf een leider en een volger. Benoem dit bij je leerlingen en moedig ze aan om eens de andere rol aan te nemen. Wie normaal leidt, gaat nu volgen, en omgekeerd. Kom er tijdens de reflectie op terug: hoe voelde het om wel of niet de leiding te nemen?

De hindernissen kan je zelf bepalen, maar hier zijn enkele ideeën:

• Zet samen drie stappen naar links en drie stappen naar rechts. (makkelijk)
• Zet samen drie stappen naar achter en drie stappen naar voren. (makkelijk)
• Neem de tak een beetje mee omhoog en daarna opnieuw omlaag. (makkelijk)
• Draai samen in een cirkel. (uitdagend)
• Stap samen rond een stoel. (uitdagend)
• Spring samen drie keer in de lucht. (uitdagend)
• Wandel samen een paar traptreden op en terug af. (gevorderd)
• Leg samen een écht parcours af rond stoelen, kegels, verhoogjes en banken. (gevorderd)

Tip: je kan de klas ook opsplitsen zodat de ene helft kan balanceren, en de andere helft kan kijken en analyseren. Wie weet kunnen de leerlingen wel tips uitwisselen met elkaar? Van samenwerken gesproken!

Tip: je kan tijdens de oefening ook eens nieuwe duo’s maken, zodat de leerlingen van elkaars verschillende strategieën kunnen leren.

Reflectie

Bespreek na de oefening met de klas hoe het is gegaan. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen:

• Wat vond je van de oefening? (Makkelijk, moeilijk, leuk, frustrerend, …)
• Hoeveel keer heeft jouw duo de tak laten vallen?
• Hoe hebben jullie zonder woorden met elkaar afgesproken wat je ging doen? Welke manieren gingen goed, en welke niet?
• Wat zou je de volgende keer anders doen?

Sluit af door te benoemen dat je drie dingen nodig hebt om de tak niet te laten vallen, zelfs op de moeilijkste hindernissen: samenwerking, vertrouwen en concentratie.

• Samenwerking: de leerlingen hebben elkaar nodig. Het succes van de ene zorgt voor het succes van de andere.
• Vertrouwen: je legt een stukje van de tak in de handen van iemand anders. Je moet die persoon dus kunnen vertrouwen, want jullie zijn samen verantwoordelijk voor de tak.
• Concentratie: je moet gefocust blijven op je eigen bewegingen en op die van je klasgenoot.

Tip: als je tijd hebt, kan je na de terugblik de oefening nog eens herhalen, zodat de leerlingen hun reflectie meteen kunnen omzetten in de praktijk.