Een kwaliteitsvol preventief gezondheidsbeleid in jouw woonzorgcentrum implementeren … dat kan gaan over ondervoeding, psychofarmaca, val- en fractuurpreventie, mondzorg, ventileren en verluchten, enz. Maar waarom is het zinvol hier tijd en energie in te investeren? Welke voordelen levert het op en wat is het belang ervan? Bewoners die gezonder gaan leven, het imago van jouw woonzorgcentrum dat versterk wordt, het zijn slechts enkele voorbeelden. Welke meerwaarde is er nog?

Het belang van de sociale en fysieke omgeving

Zorg- en welzijnsvoorzieningen zijn voor korte of langere termijn een fysieke en sociale omgeving waarin mensen wonen, vertoeven, langskomen ... Zo zijn ze bijvoorbeeld een thuis voor ouderen die er gedurende een aantal jaren verblijven.

De infrastructuur, het aanbod en de sociale omgeving van woonzorgcentra zullen de gezondheidstoestand van de bewoners beïnvloeden. Zo gaan ouderen makkelijker en sneller bewegen als er een grote tuin is aan hun woonzorgcentrum. Dit is dan de fysieke omgeving die hun gezondheid een boost geeft. Als het zorgpersoneel een appel schilt in de afdeling, zullen de bewoners sneller een stukje komen mee eten. Dit is de sociale omgeving. Bedoeling is om van de ‘gezonde keuze’ de gemakkelijkste keuze te maken. De fysieke en sociale omgeving helpen daarbij.

Preventie als schakel in zorgcontinuüm

Inzetten op preventie, naast zorg, is een belangrijke strategie om te werken aan de gezondheid van ouderen. Preventie is dan ook een essentiële schakel in het zorgcontinuüm. Preventief werken kan je vanuit 2 invalshoeken: ziektepreventie en gezondheidsbevordering. Ziektepreventie richt zich op het voorkomen van ziekte via het elimineren of verminderen van ziekterisico’s (primaire preventie), het vroegtijdig opsporen en behandelen van ziekte (secundaire preventie) en het voorkomen van verergering van een bestaande ziekte (tertiaire preventie). In tegenstelling tot ziektepreventie vertrekt gezondheidsbevordering vanuit beschermende factoren van gezondheid en ligt de focus op het behouden en versterken van de gezondheid. Om preventief te werken, wordt gebruik gemaakt van de 4 preventiestrategieën: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, en zorg en begeleiding. De 4de strategie, zorg en begeleiding, richt zich op (vroeg)detectie, (vroeg)interventie en kwaliteitsvolle doorverwijzing naar de zorg, en maakt zo de link met zorg op het zorgcontinuüm.

Gezondheidsongelijkheid verminderen

Een groot deel van de bewoners van zorg- en welzijnsvoorzieningen kampt met medische risico’s of is maatschappelijk kwetsbaar. Onderzoek wijst uit dat mensen met een lagere socio-economische status minder lang leven dan mensen die hoger op de sociale ladder staan. Door als woonzorgcentrum een preventief gezondheidsbeleid op te zetten, naast of geïntegreerd in het reguliere beleid en werking, werk je zeer actief mee aan het verminderen van die gezondheidsverschillen tussen mensen. Hier is zowel een goede toegankelijke zorg en hulpverlening als goede gezondheidsbevordering en preventie voor nodig.

Preventief gezondheidsbeleid, dat is kwaliteitsbeleid

Woonzorgcentra moeten aan een aantal kwaliteitsvereisten voldoen en hebben daarom meestal een kwaliteitsbeleid en -handboek. Binnen die kwaliteitsvereisten kan verwezen worden naar bijvoorbeeld een gezond voedingsaanbod of een mondzorgbeleid. Werken aan een preventief gezondheidsbeleid komt dus ook het algemene kwaliteitsbeleid ten goede.

Bijdragen aan de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid

Het strategisch plan van de Vlaamse overheid, ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’, focust op de implementatie van een preventief gezondheidsbeleid in verschillende contexten, waaronder ook woonzorgcentra en andere zorg- en welzijnsvoorzieningen.

De overkoepelende doelstelling luidt: in 2025 leeft de Vlaming gezonder door gezond te eten, zittend gedrag te vermijden, voldoende te bewegen, gezonder met alcohol om te gaan en tabak en drugs af te zweren.

De subdoelstelling voor zorg en welzijn klinkt zo: tegen 2025 voert een toenemend percentage van de zorg- en welzijnsvoorzieningen een preventief gezondheidsbeleid dat voldoende kwaliteitsvol is. Tegen 2025 past een toenemend percentage van de zorgverstrekkers en hulpverleners de beschikbare preventiemethodieken toe.

Preventie krijgt een belangrijke plaats binnen zorg en welzijn door de eerstelijnshervorming

Inzetten op preventie of gezondheidsbevordering, vroegdetectie en vroeginterventie vormen samen één van de werkingsprincipes binnen de eerstelijnszorg. Zo zullen de zorgraden binnen de eerstelijnszones meewerken aan het uitvoeren van de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen. Werken rond gezonde voeding, beweging, psychofarmaca, enz. zal dus binnen voorzieningen in de eerstelijnszorg, zoals woonzorgcentra, een belangrijkere plaats krijgen.

Resem aan diverse voordelen

Het zorgt voor een goed imago van je woonzorgcentrum. Een voorziening die een gezondheidsbeleid hanteert, straalt professionaliteit uit en toont dat ze de gezondheid van haar bewoners belangrijk vindt.

Het geeft een (extra) gemeenschappelijk doel dat de bewoners, het zorgpersoneel, de mantelzorgers, de bezoekers, de directieleden en de omgeving dichter bij elkaar brengt. Het toont dat het woonzorgcentrum echt betrokken is. Het kan nieuw leven in de voorziening blazen, bijvoorbeeld doordat kinderen van bewoners zich als vrijwilliger aanbieden omdat ze achter het idee van een preventief gezondheidsbeleid staan.

Als woonzorgcentrum kan je het goede voorbeeld geven. Bewoners en zorgpersoneel zullen door de sociale norm of invloed de gewoontes van hun medebewoners of collega’s overnemen. Zo kunnen goede gewoontes gestimuleerd worden.

Het creëert een positieve cultuur binnen het woonzorgcentrum. Na een infosessie over bijvoorbeeld mondzorg of val- en fractuurpreventie samen iets lekkers of gezond eten bevordert het groepsgevoel. Samen aan een participatief traject werken voor een gezond woonzorgcentrum waarbij iedereen zoveel mogelijk betrokken wordt, geeft goesting.

Voordelen van gezond gedrag zoals gezond eten en voldoende bewegen

Gezond eten en voldoende bewegen zorgen er onder andere voor dat ouderen fysiek beter functioneren: ze voelen zich fitter, hebben sterkere botten, een beter evenwicht en minder valongelukken. Gezond gedrag versterkt het immuunsysteem tegen overdraagbare infectieziektes. Het zorgt voor een betere bloeddruk en een gezonder gewicht. Ouderen die voldoende bewegen en gezond eten hebben minder kans op ondervoeding, kankers, dementie, sarcopenie (verlies van spiermassa en spierfunctie), hart- en vaatziektes en diabetes type 2.

Ouderen die goed gevoed zijn en regelmatig bewegen, hebben een betere concentratie én een beter geheugen. Ze zijn alerter en kunnen beter nadenken. Het heeft invloed op het voorkomen van mentale aandoeningen zoals depressie en angstgevoelens: ouderen voelen zich beter in hun vel. Ze hebben een betere nachtrust.

Kortom: het zorgt voor een langer zelfstandig en kwaliteitsvol leven.