Elke dag gezond eten, dat is voor velen een echte uitdaging. Meer groenten, meer fruit, minder dierlijk beleg ... Hoe kan jouw omgeving je daarin stimuleren? Bekijk even hoeveel keuze tussen gezonde zaken jullie aanreiken en hoeveel ongezonde keuzes je bij jullie kan maken.

Wie doet het al?

In Cantel van vzw Cirkant (Turnhout): “Vroeger stond er hier ’s morgens confituur, speculaaspasta, stroop én choco op tafel. Nu kiezen we er een aantal dingen uit en zorgen we dat er elke dag iets anders op tafel staat.” Kokkin Mariam: “En er was ook appelsiensap, appelsap en multivruchtensap om te drinken. Da’s te veel.” Dus liet Mariam er de appelsap uit. “Ze vroegen ernaar, maar ik zei hen dat ze nog appelsiensap, multivruchtensap, thee, melk of water konden drinken.” Twee weken haalde ze er ook de multivruchtensap uit, en daar kwam geen reactie op. “Als ze het niet zien, vragen ze er ook niet naar.”

    Tot wat leidt het?

    • Het vergemakkelijkt de mogelijkheid om gezond te eten en drinken.
    • Het normaliseert gezonde producten die mogelijk nieuw zijn voor kinderen, jongeren en gezinnen.

    Meer gezonde keuzes en minder ongezonde.

    Op sommige tafels staan elke dag zeven of acht soorten beleg. Salami, hesp, choco, speculaaspasta, confituur, jonge kaas, gerookte zalm … Veel keuze dus, maar toch kiezen jongeren vaak hetzelfde. Breng daar verandering in. Hoe? Door het aantal keuzemogelijkheden en de opties te veranderen. Zorg voor meer variatie in gezonde producten (in onderstaand voorbeeld: beleg) en bied minder ongezonde producten aan. Varieer die opties doorheen de week. Dat is ook een goede manier om de jongeren te laten kennismaken met nieuw beleg.

    Een voorbeeld:

    Jongeren maken hun lunchpakket en krijgen elke dag drie opties. Ze mogen twee of meer soorten beleg kiezen (en dus niét op elke boterham hetzelfde smeren). Je verwoordt dat positief: welke twee soorten beleg kies je voor je boterhammen?

    • Maandag: choco, kipfilet, ei
    • Dinsdag: speculaaspasta, banaan, 100% pindakaas
    • Woensdag: gerookte zalm, platte kaas, confituur
    • Donderdag: hummus, choco, spaghettisaus van woensdag
    • Vrijdag: speculaaspasta, aardbei-plattekaas, salami

    Merk je dat ze een extra boterham meenemen met beleg dat ze eigenlijk niet lusten en dat die boterham niet opgegeten wordt? Spreek hen erover aan. Vertel dat je ook de opties kan veranderen en dat je het beleg dat ze zeker al lusten, kan weglaten. Zeg dat je het vindingrijk vindt, maar tegelijk ook jammer omdat de regel vooral is om nieuwe dingen te proeven en lekker te leren vinden, niet om hen te pesten.

    Meer van het gezonde GM
    Residentieel (verblijf)
    Semi-residentieel (ambulant)
    Thuiscontext (mobiel)
    Voeding
    Kind/jongere
    (leef)Groep
    Jeugdhulporganisatie/voorziening
    Context/netwerk
    Omgevingsinterventies
    0-3 jaar
    3-6 jaar
    6-13 jaar
    13-18 jaar
    18-25 jaar