Een dagelijkse routine bij eetmomenten zorgt voor orde en houvast. Vaste en heldere leefregels zijn daar deel van. In een open leefklimaat zijn dat regels die kinderen en jongeren mee mogen opstellen. Op die manier weten kinderen, jongeren en gezinnen wat van hen verwacht wordt. En wat wel en niet toegestaan is. Met regels en afspraken kan je kinderen, jongeren en gezinnen stimuleren om gezond - en lekker - te eten.

Oude regel

Nieuwe regel

Tips voor de nieuwe regel

Je eet wat er voor je is opgeschept.Iederéén proeft van elk voedingsmiddel (groente, vlees …) in zijn bord.Focus op gelijkwaardigheid en duidelijkheid.
Niemand hoeft zijn/haar/... bord niet leeg te eten.
Je mag eten bijscheppen - in verhouding - nadat je van alles hebt geproefd. Dat betekent: één schep vlees, twee scheppen groenten.
Tijdens de week eten we ’s morgens geen choco.Van maandag tot vrijdag kan je ‘s morgens kiezen uit kipfilet, kaas, speculaas en peperkoek.Leg niet de nadruk op wat ontbreekt.
Geen frisdrank aan tafelAan tafel drinken we water.

Enkele jeugdhulporganisaties hebben hun regels beperkt, aangepast en positief geformuleerd. In GI De Grubbe in Kortenberg hebben ze nu enkele basisregels die ook in een boekje staan en daarnaast bijna niets meer. Het was een grote uitdaging voor het team: een aantal begeleiders had het er lange tijd moeilijk mee. Maar de jongeren lijken ontlast én kunnen de nieuwe manier van samenleven smaken.

Tot wat leidt dit?

  • Kinderen en jongeren mogen de regels mee opmaken. Ze ervaren dat ze een gesprekspartner zijn, en er wordt naar hen geluisterd!
  • Kinderen en jongeren krijgen het vertrouwen om samen regels op te stellen en worden dus als verantwoordelijk gezien.
  • Kinderen en jongeren leren samen processen van besluitvorming te ondernemen.
  • Het creëert een warme, opvoedende sfeer en dito klimaat.
  • Er wordt een routine mee bepaald; een ritme van terugkerende vaste momenten.
  • Een veilige omgeving omdat de kinderen en jongeren weten wat van hen verwacht wordt.

Regels van goede afspraken:

Enkele tips uit de praktijk om een goede afspraken te maken én die ook levendig te houden.

  • Ga voor regels
    • die passen bij wat jullie belangrijk vinden (pick your battles);
    • waar openheid voor is;
    • die haalbaar zijn;
    • die voor iedereen gelden;
    • die het positieve benadrukken.
  • Jongeren zijn geneigd om regels te volgen die ze zelf mee mochten opstellen. Zo vertrek je vanuit de behoeften van kinderen en jongeren.
  • Denk na over de mogelijkheden om regels te bediscussiëren en uitzonderingen te maken op regels als elementen van een open leefklimaat.
  • Duidelijkheid zorgt ervoor dat er samengeleefd kan worden zonder al te veel conflicten. Het biedt ook houvast, vertrouwen, voorspelbaarheid en veiligheid. Jongeren weten wat ze kunnen verwachten én wat van hen verwacht wordt. Dagelijkse routine heeft dus een regulerende werking, wat zorgt voor gevoelens van rust, veiligheid, vertrouwen en competentie bij jongeren.
  • Hanteer niet té veel regels. Als er te veel regels zijn, komt het huishouden of de leefgroep te veel in een beheersingscultuur terecht. Regels moeten een functie hebben: het moet duidelijk zijn waarom bepaalde regels bestaan en ze moeten haalbaar zijn. Niemand kan voor alle kinderen bijhouden wie eerst een glas water dronk voor ze frisdrank uithaalden.
  • Geef duidelijk aan welke gevolgen regelovertreding inhouden. Het consequent naleven van regels en afspraken door begeleiders is belangrijk. Worden de regels aan de laars gelapt? Wijs rustig op wat je ziet en hou je aan de afgesproken gevolgen. Maak zeker tijd om samen de situatie te bespreken. Benoem het gedrag waarmee je het moeilijk hebt en geef zonder iets op te dringen je gevoel erbij. Herhaal de regels, start met de gevolgen van de overtreding.
  • Pas regels alleen aan als jullie dat nodig achten. Als het bijvoorbeeld blijkt dat de regels niet haalbaar zijn om toe te passen, als ze nooit voorvallen, als er zoveel overtredingen zijn dat de regels nog amper realistisch zijn ...
  • Herhaal de regels vaak en kader ze goed. Soms komen nieuwe kinderen in een leefgroep, of starten er nieuwe begeleiders of stagiairs. In een gezin kan iemand een zware periode doormaken en daardoor het gevoel hebben dat de regels wat losser moeten. Allemaal redenen die ervoor kunnen zorgen dat regels niet meer nageleefd worden. Naar een regel verwijzen zonder die te kaderen vanuit wat de groep belangrijk vindt, roept vaak weerstand op. Denk samen terug aan waarom de regel er kwam. Werkt ze niet voor iedereen? Maak de vergelijking met iets uit hun leefwereld.
“Iedereen proeft hier van alles wat in zijn bord ligt. Weet iemand nog waarom? We geloven dat je zo ook nieuwe smaken lekker leert vinden. Het is zoals een game uitproberen en zien of je die leuk vindt. Bovendien hebben Anja en Badu dit voor ons gemaakt. Er kroop tijd in en zo tonen we dat we hun werk waarderen. Proeven helpt om te weten of we het nu al lusten en enkel zo kunnen we aangeven hoe het volgens ons beter kan.”
  • Regels zijn regels, maar dat betekent niet dat je ze zo moet benoemen. Vertrek vanuit een persoonlijke verwachting wanneer je band goed is met een kind/jongere/leefgroep. Spreek die duidelijk uit. "Ik heb graag dat je één keer proeft van de boontjes". Een uitdaging maken die haalbaar is, zoals één keer proeven, geeft kinderen en jongeren het gevoel dat ze goed bezig zijn wanneer ze die kunnen volbrengen.
Regels en afspraken aan tafel GM
Residentieel (verblijf)
Semi-residentieel (ambulant)
Thuiscontext (mobiel)
Voeding
Kind/jongere
(leef)Groep
Jeugdhulporganisatie/voorziening
Context/netwerk
Regels en afspraken
0-3 jaar
3-6 jaar
6-13 jaar
13-18 jaar
18-25 jaar