Oranje bol Tekengebied 1 kopie
We durven te mislukken

Flater improvisatietheater

Met vallen en opstaan

De leerlingen leren

  • ... risico's nemen en fouten durven maken.

  • ... aanvaarden dat iets fout loopt.

  • ... fouten te gebruiken om opnieuw uit te leren.

Duiding

Met de methodiek ‘Flater improvisatietheater’ zet je de leerlingen met improvisatietechnieken aan om op een nieuwe manier te kijken naar fouten maken: het is deel van de act en je kan eruit leren. Net zoals in het echte leven!

Zo leren ze om fouten te gebruiken om opnieuw uit te leren: een belangrijke vaardigheid om te bouwen aan hun geluk!

Duur

15 min - 30 min

Aard

beleven | creatief

Doelgroep

Secundair onderwijs

Werkwijze / stappenplan / omschrijving

1

Fouten durven maken

Vraag aan de leerlingen om te reageren op volgende stelling: “Je kan maar leren door vallen en opstaan”.

Leg aan de leerlingen uit dat we getraind zijn om fouten te vermijden. Maar fouten maken is menselijk en je kan vooral veel leren uit de fouten die je maakt. We hoeven helemaal niet zo streng te zijn voor onszelf als er iets fout loopt.

In deze opdracht zullen we fouten omarmen. We zullen bewust fouten maken, om zo de kracht ervan te ontdekken.

2

Improvisatie

Hier vind je drie oefeningen. Laat de leerlingen telkens in kleine groepen oefenen, pas in de volgende stap (stap 3) spelen ze een oefening voor een publiek. Ze mogen naar hartelust fouten maken en uitproberen. Echt waar!

  • SPEL 1 — per 4 — ABC gesprek

De leerlingen vormen duo's. Elk duo kiest iemand die wil beginnen. Die persoon gaat in gesprek met één iemand uit een ander duo. Ze zijn dus in totaal met vier, maar er zijn telkens maar twee personen aan het woord.

De twee sprekers die beginnen krijgen een plaats mee waar de scène zich afspeelt, zoals in het zwembad, in het jeugdhuis, in de cinema, …

Fouten maken is niet erg: als iemand een fout maakt, dan neemt zijn of haar ploegmaat over. Ze geven elkaar een high five als ze wisselen. Bij aarzeling of een foute letter is er een wissel.

Voorbeeld cinema:

  • X: Ah, ben jij hier ook?

  • Y: Bijna, ik moet nog even aanschuiven voor een kaartje.

  • X: Cinema Rio, nog nooit geweest.

  • Y: Deze cinema bestaat al lang, ze hebben hier vooral wereldfilms.


  • SPEL 2 — 4 spelers — de uitvinding

De spelers gaan per vier op een rij staan. Spelers 1 tot 3 spreken om beurten een klank (lettergreep) uit. De vierde speler speelt de geleerde, die uitlegt wat het woord betekent. Daarna wisselen ze, zodat iedereen eens geleerde is.

Het is niet erg als de geleerde er niet uit geraakt. Hij/zij kan peinzend aan zijn lange baard trekken en dan mogen de andere spelers wilde ideeën spuien (alsof ze de gedachten zijn die in het hoofd voorbij passeren).

Voorbeeld:

  • leerling X + leerling Y + leerling Z: Ha - Li - Hap

  • Geleerde trekt aan de baard en kijkt peinzend in het rond.

  • X: iets met eten, een hapje.

  • Geleerde: ‘een halihap is een snack die mensen vooral eten onder water tijdens het duiken. Het bestaat uit …’


  • SPEL 3 — 4 spelers — smoezen

De vier spelers staan op een rij. De leerkracht schetst een situatie. Iemand stapt naar voor en bedenkt ter plaatse een smoes die past bij die situatie.

Ook hier moet je durven proberen en is op je bek gaan helemaal niet erg: beter één smoes dan geen smoes.

Voorbeeld:

  • je hebt toevallig dezelfde kleren aan als iemand anders → Ik kon niet anders, álle andere kleren zaten in de was!

  • je bent de verjaardag vergeten van je mama → Wist je dat niet? Ik vier alleen nog maar halve verjaardagen!

  • je bent veel te laat op een afspraak omdat je je verslapen hebt → Mijn vogels waren ontsnapt uit de kooi en ik moest ze eerst nog vangen!

3

Voor publiek

Je speelt de drie spellen opnieuw en nodigt leerlingen uit om ze voor de klas uit te voeren.

Ze mogen gerust opnieuw fouten maken. Dat is niet erg, dat hoort erbij!

  • SPEL 1 - ABC-gesprek: vraag 4 spelers, vraag ook een locatie aan het publiek.

  • SPEL 2 - de uitvinding: vraag 4 spelers, vraag aan het publiek een sector waarin de uitvinding gedaan werd (medische sector, voeding, onderwijs, zorgsector…).

  • SPEL 3 - smoezen bedenken: opnieuw 4 spelers, vraag aan het publiek een situatie.

4

Omgaan met fouten

Pols bij de leerlingen hoe ze het maken van fouten (al dan niet voor publiek) hebben ervaren.

  • Wat vinden ze lastig aan fouten?

  • Hoe kunnen fouten een aanzet geven tot vaardiger worden, tot leren?

Routines, zonder sleur!

Benieuwd hoe je deze (en andere) Happy Snack kan verankeren in je werking? We ontwikkelden verschillende inspirerende ideeën die je helpen om een gewoonte te maken van een gezond Happy Snack-tussendoortje zo nu en dan. Bekijk het hier

Meer info

Waarom is het zo belangrijk voor leerlingen om te ontdekken wat ze belangrijk vinden? En hoe draagt dit bij tot hun geluk? Je leest het hier