Verslavende middelen

Drugs

Secundair onderwijs

Derde graad

Eindtermen

Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid      
VOET C1-8      Leerlingen schatten de risico’s en gevolgen in bij het gebruik van genotsmiddelen en medicijnen en reageren assertief in aanbodsituaties
VOET C1-10      Leerlingen participeren in het gezondheids- en veiligheidsbeleid op school

Waar streef je naar bij je leerlingen? 

Versterken van de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om gezonde keuzes te maken, geen cannabis of andere illegale drugs te gebruiken en het eerste gebruik uit te stellen.

Do’s & don’ts voor jouw klas

AANBEVELINGEN VOOR CANNABIS EN ANDERE ILLEGALE DRUGS

Do's

Don'ts

Do
  • Breng ‘cannabis en andere illegale drugs’ niet aan bod in de klas, tenzij het deel uitmaakt van de leefwereld van meerdere leerlingen. Geef de voorkeur aan een één-op-één-aanpak
  • Gebruik de sociale-norm: corrigeer foute percepties van leerlingen over het middelengebruik van peers: laat jongeren hun eigen gebruik vergelijken met dat van anderen. Slechts een minderheid van de leerlingen gebruikt cannabis.
  • Geef voorlichting aan jongeren over de risicofactoren en beschermende factoren verbonden aan cannabis- en ander illegaal druggebruik
  • Zet vooral in op de ontwikkeling van algemene levensvaardigheden, zoals sociale en persoonlijke vaardigheden. Idealiter combineer je dit met werken rond sociale invloeden. Bijvoorbeeld werken rond grenzen stellen, zelfmanagement, zelfcontrole, … Maak leerlingen bewust van de sociale invloeden waaraan ze blootgesteld worden, bijvoorbeeld media, familie, leeftijdsgenoten, vrienden, ...
  • Geef inzicht in (disfunctionele) gedachtepatronen en de invloed ervan op gebruik (gebaseerd op cognitieve gedragstherapie).  Bijvoorbeeld cannabis helpt om te ontspannen. Doe dit op basis van de 5G’s:
    • Gebeurtenis (Wat is er gebeurd? In welke situatie kwam je?)
    • Gedachten (Wat waren helpende en/of niet-helpende gedachten?)
    • Gevoel (Wat voelde je?)
    • Gedrag (Wat deed je precies?) 
    • Gevolg (Wat was het resultaat van de reactie op gebeurtenis?) 
  • En... hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 3de graad SO (zie onderstaande tabel). 
Don't
  • Werk niet standaard met een klassikale aanpak. Heb het niet over cannabis en andere illegale drugs als dit niet tot de leefwereld van de jongeren behoort. 
  • En… hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 3de graad SO (zie onderstaande tabel).

ALGEMENE AANBEVELINGEN VOOR VERSLAVINGSPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Gebruik interactieve werkvormen. Laat jongeren aan het woord. Beperk je niet tot één vak of één leerjaar, maar breng het onderwerp aan bod in verschillende vakken en jaren.
  • Focus niet enkel op de overdracht van kennis. Besteed vooral aandacht aan het ontwikkelen van positieve copingvaardigheden, zoals het omgaan met moeilijke gevoelens, ervaringen en omgaan met stress, en aan algemene sociale vaardigheden, zoals zelfcontrole, beslissings- en probleemoplossende vaardigheden.
  • Werk rond sociale invloeden: laat jongeren kritisch nadenken over wat hen aanzet tot middelengebruik. De invloed van vrienden, familie, media, … kan hierbij aan bod komen.
  • Wees alert voor signalen van (problematisch) gebruik van jongeren.
  • Hanteer een niet-betuttelende & niet-autoritaire aanpak. Jongeren zullen de ‘leerstof’ gemakkelijker verwerken en hiervoor meer moeite willen doen. Humor werkt!
  • Gebruik peereducatie, enkel als de leerlingen hiervoor voldoende ‘getraind’ zijn. Bij peereducatie geven jongeren voorlichting over middelen aan hun leeftijdsgenoten. Zorg steeds dat ook een stuk wordt gegeven door een volwassen leerkracht of gezondheidsprofessional, zodat de geloofwaardigheid behouden blijft.

En buiten je les of educatieve activiteit: werk aan het drug- en gezondheidsbeleid op school!

Don't
  • Heb het niet over cannabis, illegale drugs en lachgas als dit niet tot de leefwereld van de jongeren behoort. Er bestaat anders een risico op een contraproductief effect: het uitlokken van nieuwsgierigheid.
  • Gebruik liever geen getuigenissen (bijvoorbeeld van kankerpatiënten of ex-verslaafden). Zeker niet zonder een goede nabespreking. Vaak staan getuigenissen te ver van de leefwereld van de leerlingen (qua leeftijd, achtergrond, …). Daardoor betrekken de leerlingen de boodschap niet op zichzelf. (“Dat gaat mij nooit overkomen”).
  • Probeer niet te choqueren met angstaanjagende beelden of taal (bijvoorbeeld foto’s van ongevallen na het drinken van alcohol, choquerende film, politie in de klas, …). Als je je leerlingen schrik aanjaagt, zal dit herinnerd worden, maar niet het gewenste effect hebben.

Een woordje uitleg bij de do’s & don’ts

In tegenstelling tot leerlingen uit de 2de graad, zijn 17-18-jarigen een dankbaardere groep om rond verslavende middelen te werken in de les. Dat komt omdat ze meer belang hechten aan een persoonlijke identiteit, ze zijn minder gevoelig voor groepsdruk en denken toekomstgerichter na: “je eigen ding doen” is het nieuwe na te streven doel.

Cannabis of andere illegale drugs gebruiken mag niet. Klassikaal het onderwerp aan bod brengen terwijl dit geen deel uitmaakt van de leefwereld van leerlingen kan contraproductief werken. Dat kan nieuwsgierigheid opwekken. Wees je bewust van dit neveneffect, en kies daarom voor een één-op-één-aanpak als je voelt dat er wat speelt bij één of enkele leerlingen. Voel je toch de noodzaak om het onderwerp klassikaal te bespreken, omdat dit speelt in de leefwereld van meerdere leerlingen (bijvoorbeeld door een situatie op school)? Focus dan op de sociale norm, risicofactoren en algemene sociale vaardigheden, en minder op productkennis.

Ook lachgas en andere vluchtige snuifmiddelen, breng je beter niet klassikaal aan bod in de les om dezelfde redenen. De overgrote meerderheid van de jongeren gebruikt geen lachgas, waardoor het voor de meeste klassen geen deel zal uitmaken van de leefwereld. Het onderwerp klassikaal bespreken kan stoerdere klasgenoten een forum geven om hun ervaringen met lachgas te delen en zo de anderen op ideeën brengen. Als je als leerkracht merkt dat lachgas in de leefwereld zit van één of enkele leerlingen, verkies je best een één-op-één-aanpak. Verder kan je als school nadenken over hoe je omgaat met lachgasgebruik van leerlingen door na te denken over afspraken en regels, leerkrachten te informeren, het betrekken van ouders, … dit doe je aan de hand van een Drugbeleid op School.

Lees meer in de pdf van de leerlijn ‘verslavingspreventie in het onderwijs’.

Materialen en methodieken 

Voor leerlingen: 

Voor de ouders: