Verslavende middelen

Gamen

Secundair onderwijs

Eerste graad

Eindtermen

Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid // Bouwsteen: Een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken.      
ET 1.6      De leerlingen onderscheiden effecten van mogelijke verslavende middelen en handelingen op zichzelf en hun directe omgeving.
ET 1.7      De leerlingen verklaren mentale en lichamelijke ontwikkelingen binnen de puberteit.

Waar streef je naar bij je leerlingen? 

Versterken van de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en op een verantwoordelijke manier te gamen

Do’s & don’ts voor jouw klas

AANBEVELINGEN VOOR GAMEN

Do's

Dont's

Do
  • Breng ‘gamen’ enkel klassikaal aan bod als de leerlingen tot een risicogroep van risicovol gamen behoren (bijvoorbeeld de 1ste graad B-stroom, het buitengewoon onderwijs, …) of als er in jouw klas veel leerlingen zitten met signalen van risicovol gamen. Overweeg steeds eerst een één-op-één-aanpak.
  • Focus op de plaats van gamen in de vrijetijdsbesteding. Laat jongeren op zoek gaan naar mogelijke alternatieve activiteiten die ze kunnen doen.
  • Wees alert voor signalen van risicovol gamen (ook in de thuissituatie). Ga open en geïnteresseerd het gesprek aan met de leerling, zonder gamen meteen af te keuren. Een één-op-één aanpak heeft de voorkeur.
  • Informeer ouders via brochures, websites, ouderavonden, ... Stimuleer hen om ook zelf informatie op te zoeken. Zo groeien hun capaciteiten om met hun kind het gesprek te openen over gamen.
  • Grenzen stellen: moedig ouders aan om afspraken te maken.
  • Stimuleer ouders om met hun kind in gesprek te gaan over gamen. En vragen te stellen over hun gamegedrag op een empathische, begripvolle en niet-veroordelende manier. Evengoed is het belangrijk om betrokken te blijven bij alles wat hun kind interesseert of bezighoudt.
  • En... hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 1ste graad SO (zie onderstaande tabel).
Don't
  • Er zijn geen specifieke DON’Ts voor gamen. Hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 1ste graad SO (zie onderstaande tabel).

ALGEMENE AANBEVELINGEN VOOR VERSLAVINGSPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Gebruik interactieve werkvormen. Laat jongeren aan het woord. Beperk je niet tot één vak of één leerjaar, maar breng het onderwerp aan bod in verschillende vakken en jaren.
  • Enkel werken rond kennis is onvoldoende. Zet in op het versterken van algemene sociale vaardigheden, zoals zelfcontrole en probleemoplossende vaardigheden.
  • Geef aandacht aan gezonde alternatieven (bijvoorbeeld sport)
  • Wees alert voor signalen van (problematisch) gebruik van jongeren (en hun ouders). 
  • Betrek ouders, bijvoorbeeld door huiswerkopdrachten, ouderavonden, ... 
  • Kies voor een niet-betuttelende & niet-autoritaire aanpak. Jongeren zullen de ‘leerstof’ gemakkelijker verwerken en hiervoor meer moeite voor willen doen. Humor werkt!

En buiten je les of educatieve activiteit: werk aan het drug- en gezondheidsbeleid op school!

Don't
  • Heb het niet over cannabis en andere illegale drugs. Drugs bevinden zich meestal nog niet in de leefwereld van de jongeren. De kans dat jongeren vóór ze 14 worden in de verleiding komen om illegale drugs te gebruiken is erg klein. Bovendien is er het risico op een contraproductief effect: het uitlokken van nieuwsgierigheid.
  • Leer hen niet om ‘neen’ te zeggen tegen groepsdruk: weerbaar maken tegen de invloed van vrienden werkt niet. En kan zelfs averechts werken. In deze levensfase willen jongeren niks liever dan ‘erbij horen’. Het helpt niet om jongeren te vertellen dat ze minder moeten conformeren, als dat het enige is wat ze willen.  
  • Gebruik liever geen getuigenissen (zoals kankerpatiënten of ex-verslaafden). Zeker niet zonder een goede nabespreking. Vaak staan getuigenissen te ver van de leefwereld van de leerlingen (qua leeftijd, achtergrond, …). Daardoor betrekken de leerlingen de boodschap niet op zichzelf. (“Dat gaat mij nooit overkomen”). 
  • Probeer niet te choqueren met angstaanjagende beelden of taal (zoals foto’s van ongevallen na het drinken van alcohol, choquerende film, politie in de klas, …). Als je je leerlingen schrik aanjaagt, zal dit herinnerd worden, maar niet het gewenste effect hebben. 
  • Focus niet (enkel) op peereducatie. Bij peereducatie geven jongeren voorlichting over middelen aan hun leeftijdsgenoten. Het is beter dat de les (ook) door een volwassen leerkracht of gezondheidsprofessional gegeven wordt, aangezien jongeren van deze leeftijd minder geloofwaardig zijn dan volwassenen. 

Een woordje uitleg bij de do’s & don’ts

De invloed van vrienden speelt hierbij een belangrijke rol: vriendschappen worden steeds hechter en beïnvloeden jongeren. In deze levensfase willen ze namelijk niks liever dan erbij horen en conformeren.  

De meeste leerlingen in de 1ste graad gamen voor de fun en op een gezonde manier, en ze blijven dat zonder problemen doen. Als school zet je daarom beter niet in op preventie bij alle leerlingen. Een project-voormiddag over het thema, bijvoorbeeld, is dus niet aangewezen als preventie-initiatief. Je zet beter in op leerkrachten signalen leren kennen van risicovol gamen. Zo kunnen zij, als ze merken dat dit vaak voorkomt in hun klas, het onderwerp toch klassikaal bespreken. Er zijn enkele groepen leerlingen die sowieso wel baat hebben bij een klassikale aanpak, omdat zij vaker risicovol gamen. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen uit het buitengewoon onderwijs en leerlingen 1ste graad B-stroom. Maar algemeen geldt wel dat een niet-klassikale aanpak de voorkeur heeft en dat een één-op-één-gesprek het meest effect heeft

Lees meer in de pdf van de leerlijn ‘verslavingspreventie in het onderwijs’.

Materialen en methodieken 

Voor leerlingen: 

Voor de ouders:

*Play is bij voorkeur te gebruiken bij leerlingen die mogelijks risicovol gamen. Uit de VAD-leerlingenbevraging blijkt dat de grootste groep risicovolle gamers zich in de 1e graad B-stroom bevinden, daarom richt dit materiaal zich specifiek op deze doelgroep.