Verslavende middelen

Gokken

Secundair onderwijs

Derde graad

Eindtermen

Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid      
VOET C1-8      Leerlingen schatten de risico’s en gevolgen in bij het gebruik van genotsmiddelen en medicijnen en reageren assertief in aanbodsituaties
VOET C1-10      Leerlingen participeren in het gezondheids- en veiligheidsbeleid op school

Waar streef je naar bij je leerlingen? 

Versterken van de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te gokken (kansspelen zoals online sportweddenschappen, lotto, bingo, krasbiljetten).

Do’s & don’ts voor jouw klas

AANBEVELINGEN SPECIFIEK VOOR GOKPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Wijs jongeren op het illegale karakter van gokken. Let hierbij ook op het feit dat sommigen wel al kansspelen mogen spelen. 
  • Spijker jongeren hun kennis bij over gokken en zet in op het leren toepassen van de aangeleerde kennis. 
  • Maak ook de omgeving (zoals de ouders) van jongeren bewust van de risico’s van gokken.
  • Corrigeer foute percepties. Corrigeer mythes en foute denkpatronen over gokken.
  • Verhoog het gevoel van zelfcontrole over het eigen gokgedrag. Leer de jongeren om zichzelf te monitoren. Maak hen bewust van hun eigen gokgedrag en mogelijke foute denkbeelden over gokken. Beter nog is hun geloof in zichzelf te versterken, zodat ze op een verantwoordelijke manier kunnen gokken en hun eigen gedrag kunnen bijsturen.
  • Leer jongeren copingvaardigheden aan: hoe ga je om met moeilijke gevoelens en ervaringen? Hoe ga je om met stress?
  • En... hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 3de graad SO (zie onderstaande tabel). 
Don't
  • Er zijn geen specifieke DON’Ts voor gokken. Hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 3de graad SO (zie onderstaande tabel).

ALGEMENE AANBEVELINGEN VOOR VERSLAVINGSPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Gebruik interactieve werkvormen. Laat jongeren aan het woord. Beperk je niet tot één vak of één leerjaar, maar breng het onderwerp aan bod in verschillende vakken en jaren.
  • Focus niet enkel op de overdracht van kennis. Besteed vooral aandacht aan het ontwikkelen van positieve copingvaardigheden, zoals het omgaan met moeilijke gevoelens, ervaringen en omgaan met stress, en aan algemene sociale vaardigheden, zoals zelfcontrole, beslissings- en probleemoplossende vaardigheden. 
  • Werk rond sociale invloeden: laat jongeren kritisch nadenken over wat hen aanzet tot middelengebruik. De invloed van vrienden, familie, media, … kan hierbij aan bod komen. 
  • Wees alert voor signalen van (problematisch) gebruik van jongeren.
  • Hanteer een niet-betuttelende & niet-autoritaire aanpak. Jongeren zullen de ‘leerstof’ gemakkelijker verwerken en hiervoor meer moeite willen doen. Humor werkt!
  • Gebruik peereducatie, enkel als de leerlingen hiervoor voldoende ‘getraind’ zijn. Bij peereducatie geven jongeren voorlichting over middelen aan hun leeftijdsgenoten. Zorg steeds dat ook een stuk wordt gegeven door een volwassen leerkracht of gezondheidsprofessional, zodat de geloofwaardigheid behouden blijft.

En buiten je les of educatieve activiteit: werk aan het drug- en gezondheidsbeleid op school!

Don't
  • Heb het niet over cannabis en andere illegale drugs als dit niet tot de leefwereld van de jongeren behoort. Er bestaat anders een risico op een contraproductief effect: het uitlokken van nieuwsgierigheid.
  • Gebruik liever geen getuigenissen (bijvoorbeeld van kankerpatiënten of ex-verslaafden). Zeker niet zonder een goede nabespreking. Vaak staan getuigenissen te ver van de leefwereld van de leerlingen (qua leeftijd, achtergrond, …). Daardoor betrekken de leerlingen de boodschap niet op zichzelf. (“Dat gaat mij nooit overkomen”). 
  • Probeer niet te choqueren met angstaanjagende beelden of taal (bijvoorbeeld foto’s van ongevallen na het drinken van alcohol, choquerende film, politie in de klas, …). Als je je leerlingen schrik aanjaagt, zal dit herinnerd worden, maar niet het gewenste effect hebben. 

Een woordje uitleg bij de do’s & don’ts

In tegenstelling tot leerlingen uit de 2de graad, zijn 17-18-jarigen een dankbaardere groep om rond verslavende middelen te werken in de les. Dat komt omdat ze meer belang hechten aan een persoonlijke identiteit, ze zijn minder gevoelig voor groepsdruk en denken toekomstgerichter na: “je eigen ding doen” is het nieuwe na te streven doel. 

Gokken (kansspelen zoals online sportweddenschappen, lotto, bingo, krasbiljetten) is illegaal voor leerlingen van de 3de graad. Maar het komt wel voor, zeker bij specifieke groepen (bijvoorbeeld BSO/TSO). Het is daarom belangrijk om zowel preventieve boodschappen te geven (zoals niet starten met gokken), als jongeren aan te moedigen om te stoppen met gokken. Leerlingen in de 3e graad hebben baat bij een klassikale aanpak.

Lees meer in de pdf van de leerlijn ‘verslavingspreventie in het onderwijs’.

Materialen en methodieken 

Voor leerlingen: