Hoe gezond zijn onze hogescholen en universiteiten?

10.03.2022

Hogescholen en universiteiten hebben veel aandacht voor het mentaal welbevinden van hun studenten en stimuleren hen om voldoende te bewegen. Dat blijkt uit de ‘indicatorenbevraging’ van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, een enquête die het preventieve gezondheidsbeleid meet in verschillende ‘settings’, waaronder het hoger onderwijs. Enkele werkpunten voor de toekomst? Meer aandacht voor het beperken van lang stilzitten en procedures vastleggen over hoe op te treden bij alcoholproblemen bij studenten.

Tussen november 2019 en februari 2020, net voor het begin van de coronacrisis, peilde het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw naar het preventieve gezondheidsbeleid bij de Vlaamse hogescholen en universiteiten, in samenwerking met het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD), en dit in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Die zogenaamde ‘indicatorenbevraging’ stelt vragen als: welke initiatieven nemen de onderwijsinstellingen om het mentaal welbevinden van hun studenten te versterken? En hoeveel hogescholen en universiteiten verbieden roken overal op de campus? De bevraging onderzoekt de thema’s voeding, beweging, lang stilzitten (sedentair gedrag), roken, alcohol en andere drugs, en mentaal welbevinden.

“De resultaten van de indicatorenbevraging zijn niet alleen een houvast voor de onderwijsinstellingen zelf, maar ook voor de Vlaamse overheid en partnerorganisaties, om zo een structureel gezondheidsbeleid in Vlaanderen te onderbouwen”, aldus Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke. “Het kadert binnen onze doelstelling ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’.”

16 van de 21 hogescholen en universiteiten in Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap in Brussel vulden de vragenlijst in voor de thema’s voeding, beweging en sedentair gedrag. 15 vulden ook alle vragen in voor de thema’s roken, alcohol, drugs en mentaal welbevinden.

De opvallendste cijfers van de indicatorenbevraging per thema op een rijtje:

Voeding

Veel initiatieven om gezonde voeding te promoten én een gezond aanbod

Alle 16 deelnemende hogeronderwijsinstellingen nemen initiatieven om gezonde voeding te promoten (bv. Donderdag Veggiedag). De helft van de deelnemende instellingen heeft een prijsbeleid waarbij gezonde voeding goedkoper gemaakt wordt.

Ook het aanbod van voeding en dranken in de hogescholen en universiteiten gaat de goede richting uit. 14 instellingen bieden warme maaltijden aan voor de eigen studenten, en deze bevatten allemaal elke dag een volwaardige groenteportie (= de helft van het bord). En hoewel er bij veel instellingen nog vaker dan aanbevolen vlees op het menu staat, bieden 12 van de 14 instellingen meer dan 1 keer per weekmenu gezonde plantaardige vleesvervangers aan.

Beweging

Veel aanmoediging, ook financieel, behalve op het vlak van zorg

De 16 deelnemende hogescholen en universiteiten hebben heel wat faciliteiten en nemen initiatieven die studenten motiveren om meer te bewegen. Zo bieden ze allemaal ondersteuning voor fietsgebruik aan (bv. fietsherstelpaal) en moedigen er 14 het gebruik van de trappen aan. Voor het ter beschikking stellen van fietsen of steps (10 instellingen) en kleedkamers met douches (buiten het sportcentrum) (7 instellingen) is er nog groeipotentieel.

Sportfaciliteiten zijn vaak aanwezig: 13 instellingen beschikken over een sporthal. Een zwembad is minder vanzelfsprekend: 3 instellingen beschikken over een eigen zwembad. Bij 10 instellingen kunnen studenten hiervoor elders in de buurt terecht (sportcentrum, stad).

Bij 11 instellingen kunnen de studenten de looppiste altijd gratis of aan studententarief gebruiken, bij 9 instellingen is dat het geval voor het zwembad. Dergelijke financiële aanmoedigingen verkleinen de drempel om de faciliteiten te gebruiken.

Studenten met bijzondere noden die verband houden met beweging worden meestal doorverwezen naar externe (bewegings)experts (6 instellingen), en zelden naar een interne kinesist of bewegingscoach (1 instelling). Een financiële tegemoetkoming wordt nergens voorzien. De drempel voor studenten om kwaliteitsvolle zorg op het vlak van beweging te bekomen, lijkt daarom nog groot binnen het hoger onderwijs.

Lang stilzitten

Minder aandacht voor het thema dan voor beweging

Over lang stilzitten wordt minder geïnformeerd dan over het belang van beweging. Slechts 4 van de 16 deelnemende hogeronderwijsinstellingen informeren hun studenten over het gezondheidsvoordeel van minder lang stilzitten; bv. via brochures of posters.

Er worden ook nog vrij weinig maatregelen genomen en faciliteiten voorzien die studenten aanmoedigen en/of het mogelijk maken om het stilzitten te doorbreken. Zo beschikken slechts 3 van de 16 deelnemende instellingen over (zit-)stabureaus of -tafels voor tijdens de pauze of overlegmomenten (bv. in de bibliotheek). Slechts 2 instellingen voorzien bewegingstussendoortjes tijdens de lessen om het zitten te onderbreken. Deze resultaten zijn niet zo verbazend, aangezien sedentair gedrag (lang stilzitten) een thema is waar onze samenleving nog niet lang de nodige aandacht aan geeft.

“Nochtans heeft het doorbreken van lang stilzitten duidelijke gezondheidsvoordelen, zelfs als je de beweegaanbeveling van 150 minuten per week behaalt. Je zitgedrag onderbreken en beperken versnelt de vetverbranding en beschermt tegen hart- en vaatziekten, type 2-diabetes en rugpijn. Daarom verdient het dus evenveel aandacht als het thema beweging”, zegt dr. Ragnar Van Acker, senior stafmedewerker beweging en sedentair gedrag bij het Vlaams Instituut Gezond Leven.

Roken

Bijna overal enkel toegestaan in rookzones buiten

9 van de 15 instellingen doen aan preventie door te informeren over roken en bieden informatie over (ondersteuning bij) stoppen met roken.

11 instellingen hebben afspraken en regels over roken op of rondom de hogeschool of universiteit (bovenop wat er wettelijk bepaald is). Daarvan staat slechts 1 instelling toe dat er buiten rond de universiteit overal gerookt wordt. Bij 9 van deze instellingen mag er buiten alleen in een aangeduide zone gerookt worden. Dat is positief, net zoals dat er in geen enkele instelling binnen gerookt mag worden (ook niet in een aparte rookkamer, wat wettelijk toegelaten is).

Bij 12 van de 15 deelnemende instellingen kunnen studenten bij iemand terecht voor hulpverlening en ondersteuning bij het stoppen met roken.

Alcohol en illegale drugs

Sensibilisering is een goed begin, maar moet passen in breder kader

Studenten informeren en sensibiliseren over risicovol alcohol- en druggebruik is de meest gehanteerde preventiestrategie door hogeronderwijsinstellingen. Respectievelijk 13 en 10 instellingen bieden hun studenten informatie over alcohol of andere drugs aan, voornamelijk onder de vorm van affiches en folders of informatieve sessies. De doeltreffendheid van dergelijke initiatieven neemt sterk toe wanneer ze deel uitmaken van een breder plan dat bestaat uit een zorg- en begeleidingsaanbod, regels en afspraken met bijhorende procedures bij overtreding en interventies in de omgeving van studenten die het voorgaande ondersteunen.

In alle deelnemende hogeronderwijsinstellingen kunnen studenten terecht met vragen of problemen rond alcohol of andere drugs. Meestal is er een zorg- en begeleidingsaanbod van interne hulpverleners, zoals studentenartsen of -psychologen. Nagenoeg alle instellingen verwijzen ook door naar de eerstelijnszorg (bv. huisarts). De meerderheid kan eveneens doorverwijzen naar gespecialiseerde externe hulpverlening.

12 van de 15 deelnemende onderwijsinstellingen hebben afspraken en/of regels over alcohol. Regels over drugs zijn er in 7 instellingen, terwijl 7 andere instellingen zeggen zich daarvoor enkel op een externe bron te beroepen, zoals het strafrecht. Het is voor al deze regels echter onduidelijk hoe uitgebreid ze zijn, en er is veel variatie tussen de instellingen. Van de instellingen die regels hebben, treden de meesten ook op bij overtredingen. Idealiter bestaan ook daarvoor vastgelegde procedures. Voor alcohol is dat maar in een beperkt aantal instellingen het geval: 4 onderwijsinstellingen hebben procedures bij acute problemen zoals dronkenschap, en 1 instelling heeft een procedure bij chronische problemen. 10 instellingen zeggen hun schriftelijk reglement te volgen bij druggerelateerde overtredingen, maar hoe concreet deze procedures zijn is niet duidelijk.

Qua omgevingingsinterventies werd onder andere gekeken naar het aanbod van alcohol binnen de hogeronderwijsinstellingen. 9 van de 15 deelnemende instellingen bieden enkel alcohol aan bij specifieke gelegenheden, zoals een receptie voor studenten. In een handvol instellingen (4) gebeurt dit ook tijdens activiteiten georganiseerd door studenten, zoals een quiz op campus. In 5 instellingen is er een permanent aanbod van alcohol, bijvoorbeeld in studentenrestaurants.

Mentaal welbevinden

Veel initiatieven om mentaal welbevinden te versterken

Elke deelnemende hogeschool of universiteit neemt initiatieven om het mentaal welbevinden van studenten te versterken. Denk aan (groeps)sessies over faalangst, individuele ondersteuning bij vragen over studiefinanciering ... Minder gangbaar is om - los van de opleiding - vormingen aan te bieden die studenten toelaten om hun talenten en competenties te leren ontwikkelen (6 instellingen).

Studenten kunnen bij elke hogeronderwijsinstelling doorverwezen worden naar een externe hulpverlener of hulpverleningscentrum. Wel een werkpunt: lesgevers opleiden om signalen te herkennen bij studenten die moeilijkheden ondervinden op het vlak van mentaal welbevinden (8 instellingen).

Hogescholen en universiteiten kunnen een grote rol spelen in de gezondheid van hun studenten. Dat was al zo op het moment van de bevraging, maar nu misschien wel nog meer. Door de coronacrisis voelden velen onder ons zich minder goed in hun vel. Het effect van de maatregelen is zeker ook voelbaar bij studenten, die vaak sociaal contact missen. Ook de dagelijkse hoeveelheid beweging is verminderd en het aantal uren zitten is sterk toegenomen. De hogeschool of universiteit kan meehelpen om het tij te keren.