Hoe (on)gezond is jouw buurt? Gezond leven vzw en partners zoeken het uit voor Kom op tegen Kanker
Een gezonde levensstijl? Dat is niet alleen onze eigen keuze. Ook de omgeving waarin we leven speelt een belangrijke rol. Maar hoe (on)gezond is onze buurt? In welke mate kan er ingezet worden op een gezond voedingsaanbod in kwetsbare buurten? En welke buurtfactoren kunnen Vlamingen aanzetten tot actieve verplaatsing? Gezond Leven vzw, Atelier Romain en de Vlaamse Logo’s zoeken het samen met partners uit met de financiële steun van Kom op tegen Kanker. “Met dit project willen we obesogene omgevingen verder in kaart brengen om ze in de toekomst te voorkomen of aan te pakken”, zegt dr. Jolien Plaete, voedings- en gedragsveranderingsexpert bij Gezond Leven vzw.
Al te vaak wordt de schuld van overgewicht bij het individu gelegd. Maar onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie erkent ook onze veranderde voedsel- en beweegomgeving als één van de belangrijkste oorzaken van de hoge obesitascijfers. In ons land heeft bijna de helft van de inwoners overgewicht, 15,9% is obees. Overgewicht en obesitas zijn belangrijke risicofactoren voor de ontwikkeling van kanker.
Beschikbaarheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid van gezonde en milieuverantwoorde voeding beïnvloeden ons eetgedrag in positieve zin. Maar vandaag moet je al heel erg je best doen om je niet te laten verleiden door een ongezonde hap. Dergelijke voeding is immers bijna overal en altijd beschikbaar. Denk maar aan de frisdrank en snoep in de automaten in het station, de frituur om de hoek, de snacks in de krantenwinkel. Het gezonde aanbod, zoals een groente- en fruitkraam, is dan weer onvoldoende aanwezig. Buurten waar in verhouding meer ongezonde dan gezonde voeding te vinden is, worden 'voedselmoerassen’ genoemd.
Samen met een tekort aan mogelijkheden om in een aangenaam kader te bewegen, stappen en fietsen kan dit zorgen voor gewichtstoename. We spreken dan ook over obesogene omgevingen. En daar kunnen kwetsbare groepen, zoals kinderen en jongeren en mensen met een lage sociaal-economische status, gevoeliger voor zijn. Het project ‘Hap & Stap’, dat loopt tot november 2025, wil deze obesogene omgevingen identificeren en oplossingen aanreiken.
Vier kwetsbare buurten
“Om dat te doen, zullen we de voedselomgeving en walkability (de manier waarop de omgeving uitnodigt om je actief te verplaatsen) van vier kwetsbare buurten in Vlaanderen onderzoeken”, legt Jolien Plaete uit. “Enerzijds gebruiken en combineren we de bestaande, objectieve data over de walkability, de voedselomgeving van Sciensano, en de gegevens over kwetsbare buurten van het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA). Maar anderzijds zullen we op een participatieve manier luisteren naar buurtbewoners en buurtwerkers. Hoe ervaren zij dit aanbod en wat kan er volgens hen beter? Er is bijvoorbeeld wel een wekelijkse markt met een vers aanbod, maar vanuit de buurt is er geen goede busverbinding om daar te geraken. Het busaanbod zou in dat geval beter kunnen. We doen dus méér dan een analyse van cijfers en kaarten. We hechten evenveel belang aan de input van de buurtbewoners zelf.”
De vier geselecteerde buurten zijn Genk (Winterslag), Mechelen (Oud-Oefenplein), Oudenburg (wijk Westkerke-centrum) en Dilbeek (Reinaertwijk).
Concrete acties voorstellen
Eens de knelpunten en opportuniteiten van het voedingsaanbod in deze buurten zijn bepaald, wordt er per buurt naar mogelijke oplossingen en acties gezocht om de omgeving gezonder te maken. Dat kan gaan van een gezond aanbod voorzien in een buurt met veel fastfoodketens tot inzetten op gemeenschappelijke moestuinen, mobiele verkooppunten voor gezonde voeding en verkeersmaatregelen om de bereikbaarheid te voet te verbeteren.
Op basis van dit onderzoek formuleren we aanbevelingen voor beleidsmakers in heel Vlaanderen. Daarnaast ontwikkelen we ook een kant-en-klare toolbox voor lokale besturen, buurtwerkers en andere lokale initiatiefnemers. Hier kunnen zij na het project zelf mee aan de slag om bijvoorbeeld voedselmoerassen in hun gemeente of stad te identificeren en samen met burgers oplossingen te zoeken.”
“Door een omgeving te creëren waarin de gezonde keuze de gemakkelijke keuze wordt, zal de gezondheid van de inwoners van die buurten bevorderd worden”, zegt Veerle Maes expert kankerpreventie bij Kom op tegen Kanker. “Een nabij en/of goed bereikbaar gezond voedingsaanbod en een hoge walkability zullen gezond eet-en beweeggedrag stimuleren. Dit zal de kans op overgewicht en obesitas verminderen. En dus ook de kans op de ontwikkeling van kankers die daaraan gerelateerd zijn. Dat zal niet alleen het geval zijn in de vier buurten die deelnemen aan het project, maar ook in alle andere buurten die nadien aan de slag gaan met de toolkit.”
Hap & Stap is een project van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, in samenwerking met Atelier Romain, de Vlaamse Logo’s, VITO, Sciensano en HIVA – KU Leuven en gefinancierd door Kom op tegen Kanker.