Waarom dragen we dat mondmasker (niet)? Over drijfveren en motivatie

24.11.2020

Minder moe zijn, beter met stress om kunnen, de coronamaatregelen opvolgen … Drijfveren zijn allesbepalend voor de keuzes die we maken en het gedrag dat we stellen. Zonder motivatie geen gedrag en geen gedragsverandering. Maar hoe werken drijfveren precies? Vanwaar komen ze? En hoe beïnvloeden ze ons gedrag? Interessante vragen. En een expert ter zake geeft antwoord.

Autonome en gecontroleerde drijfveren

Maarten Vansteenkiste, motivatie- en ontwikkelingspsycholoog en professor aan de Universiteit van Gent, doet al jarenlang onderzoek naar de werking van motivatie. Hij vertelt ons over de verschillende soorten drijfveren volgens de zelfdeterminatietheorie (Ryan & Deci, 2017).

Prof. Vansteenkiste legt uit dat je iets kan doen vanuit verschillende soorten drijfveren: omdat je het plezierig of interessant vindt (interesse-gedreven), omdat het past bij wie je bent, je identiteit en waarden en normen (waarde-gedreven), of omdat je het nut ervan inziet, het zinvol vindt (nutgedreven). Denk aan het dragen van een mondmasker op de trein. Vrijwel niemand zal dit plezierig vinden (interesse-gedreven), maar mensen doen het wel omdat ze inzien dat dit het besmettingsgevaar vermindert (nut-gedreven), of omdat ze zichzelf willen kunnen zien als iemand die verantwoordelijk is en anderen beschermt (waarde-gedreven).

Hoe dan ook zorgen deze 3 soorten drijfveren voor een autonome of vrijwillige motivatie. Je staat aan het roer van je eigen handelen en voert activiteiten, gedragingen uit op een vrije en niet-dwingende wijze. En dat voelt goed. Het ‘waarom’ van het gedrag ligt meer bij de persoon zelf, die er de eigenaar van is. Omdat het gedrag beter verankerd is in de persoon, kost het minder moeite en wordt het langer volgehouden.

“Aan de andere kant van het spectrum heb je de gecontroleerde drijfveren”, vertelt prof. Vansteenkiste. “Iets doen omdat je moet van jezelf (interne druk) of omdat anderen dit van je verwachten (externe druk). Denken we terug aan het voorbeeld van het mondmasker, dan zou dit betekenen dat mensen dat dragen omdat ze zich anders schuldig zouden voelen, omdat ze vrezen bestraft te worden, of omdat ze de kritiek van anderen vrezen.”

Dit soort drijfveren motiveert ook, maar ze getuigen van een ‘MOETivatie’. En bij dit soort motivatie weten we dat het stellen van gedrag veel mentale energie vraagt en minder voldoening geeft. De persoon staat slechts halfslachtig achter het gedrag, want het voelt niet als ‘van de persoon zelf’. Zeker als het individu door allerlei individuele of contextfactoren op de proef wordt gesteld, wordt het gedrag sneller opgegeven: de zelfbeheersing stuikt in elkaar.

Maarten Vansteenkiste

“Een te grote nadruk op het ‘moeten’ opvolgen van een aanbeveling, kan bij mensen de motivatie doen doorslaan in MOETivatie. Het stellen van het gevraagde gedrag vraagt dan (te) veel mentale energie en men heeft de neiging om op te geven.”

Maarten Vansteenkiste

Een sterke motivatie via het abc van motiveren

“Wanneer je gedrag gaat veranderen, loont het dus wel de moeite om na te gaan welke drijfveren mensen ervaren om het gewenste gedrag te stellen”, onderstreept Lien Van der Biest, gezondheidspsychologe en stafmedewerker algemene gezondheidsbevordering aan het Vlaams Instituut Gezond Leven. “Maar ook om je eigen communicatie naar de doelgroep zo vorm te geven dat deze een vrijwillige motivatie en geen MOETivatie ontlokt. Dat kan je doen door de 3 psychologische basisbehoeften van mensen te ondersteunen, namelijk autonomie, verbondenheid en competentie.”

Autonomie-ondersteunend communiceren kan je doen door niet dwingend, maar open en erkentelijk te zijn voor de mogelijkheden en wensen van de doelgroep. Door toestemming te vragen om gezondheidsadvies te geven, uit te leggen waarom je bepaalde gedragsveranderingen voorstelt, of de persoon zelf voor hem/haar relevante en betekenisvolle doelstellingen te laten vooropstellen.

Verbondenheid kan je creëren door de persoon in contact te brengen met anderen (vb. lotgenoten) en te stimuleren om steun te verlenen aan anderen, en door op een waarderende en betrokken manier te communiceren, of rolmodellen in te schakelen waarmee de doelgroep een zekere connectie voelt.

De behoefte aan competentie kan ondersteund worden door uitdagende maar haalbare doelstellingen voorop te stellen, die in te delen in meerdere kleine doelen, minisucceservaringen te benoemen en duidelijke (niet-chaotische) feedback te geven over de voortgang van de gedragsverandering. Hoe meer je de behoefte aan autonomie, verbondenheid en competentie van mensen ondersteunt, hoe meer je hun vrijwillige motivatie triggert. En dat geeft aanleiding tot duurzame gedragsverandering. Ondersteun je het abc van mensen niet, dan krijg je een MOETivatie of zelfs demotivatie.

Lees meer over motiveren volgens het abc van de zelfdeterminatietheorie.

Wil je meer weten over de soorten drijfveren en hoe je ze in kaart brengt? Je ontdekt het binnenkort in onze Inspiratiegids over het Gedragswiel. Die rolt bijna van de pers en zal ook digitaal beschikbaar zijn. Wanneer precies ontdek je in onze volgende nieuwsbrief!

E-learning: sensibiliseren over COVID-19-maatregelen

Niet iedereen volgt de door de overheid opgelegde COVID-19-maatregelen (strikt) op. Waarom niet? Over deze interessante vraag bogen ook onze collega’s Lien Van der Biest en Leen Van Brussel zich, beide stafmedewerkers algemene gezondheidsbevordering. En ze maakten een boeiende, driedelige e-learning van hun inzichten en conclusies. Ze vertellen over mogelijke redenen voor het niet opvolgen van de maatregelen. En over hoe je verschillende doelgroepen sensibiliseert en aanzet om dat toch te doen. Iets voor jou?