Laurens Verplaetse
Thema: val- en fractuurpreventie
Regio: Oost-Vlaanderen
Aantal WZC in begeleiding: 6
Statuut als procesbegeleider: zelfstandig
Mijn job naast procesbegeleiding in WZC: kinesitherapeut
Mijn hoofdopleiding: kinesitherapeut
Gestart als procesbegeleider sinds: begin 2019
Mijn motivatie om procesbegeleider te worden:
“Als kinesitherapeut werk ik al uitsluitend met ouderen, maar het idee sluimerde al langer om eens iets extra’s buiten mijn eigen praktijk te doen. Daarom nam ik proactief contact op met het Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen (EVV), om te polsen of er een samenwerking mogelijk was. Zij lieten weten dat ze op zoek waren naar procesbegeleiders voor een nieuw project. Zo kwam ik hier terecht.”
Dit geeft me energie als procesbegeleider:
“Als ik zie dat een groep heel goed kan samenwerken, op elkaar is ingespeeld, een visie heeft en echt vooruit wil ... En dat ik daar als begeleider deel van kan uitmaken. Dàt geeft me energie. Kortom: merken dat de begeleiding succesvol is.”
Wat ik zelf nog bijleer als procesbegeleider:
“Ik had nog niet echt ervaring met coachen – of toch niet in groep. Het blijft elke keer de afweging maken tussen enerzijds de groep bijsturen, en hen anderzijds zelf laten beslissen hoe ze het willen aanpakken. Je wil je eigen visie overbrengen, zonder opdringerig over te komen. Dat is erg leerrijk.”
Mijn meerwaarde als procesbegeleider voor woonzorgcentra:
“Als procesbegeleider zorg je ervoor dat er geen belangrijke stappen worden overgeslagen in het proces. Er is een enthousiast valpreventieteam, dat zich 100% geeft. Maar zonder begeleiding loop je het risico dat er bepaalde stappen over het hoofd worden gezien.”
Een leuke anekdote die ik wil delen:
“Er schiet mij niet één specifieke anekdote te binnen. Wel kleine dingen die een warm gevoel geven. Ik denk bijvoorbeeld aan T-shirts die werden gemaakt met een ludieke opdruk rond valpreventie. De coronacrisis die tot nieuwe initiatieven leidde, zoals online opleidingen. Of positieve reacties van familie van bewoners.”
Die energie, dat “we werken samen aan één project”-gevoel, dat blijft me vooral bij. De kleine succesjes, eerder dan de grootse succesverhalen.”