Wat hebben leerlingen met gezondheidsproblemen door voeding nodig om op school optimaal te kunnen volgen? Wat kan de school extra doen om leerlingen die lang in het ziekenhuis hebben gelegen, op te vangen? Welke ondersteuning kan de klas en de school bieden op het vlak van voeding? En hoe kan het CLB helpen? Of andere externe diensten?

Dé leerling bestaat niet. Elke leerling is anders, elke leerling heeft zijn eigen verhaal. Ook op medisch vlak. Zo zijn er leerlingen die intolerant zijn voor gluten, diabetes hebben, aan bepaalde voedingsallergieën lijden of met een eetstoornis kampen. Ook die leerlingen wil je bereiken en helpen, liefst zo op maat mogelijk. 

School en CLB onderzoeken samen met de ouders en de leerling wat ze hier best voor kunnen doen. Ze zoeken maatregelen die aansluiten bij de visie van de school op inclusie en integratie van leerlingen met een gezondheidsprobleem gerelateerd aan voeding. 

Enkele voorbeelden:

  • De school voorziet eventueel gratis soep en brood in de pauzes zodat leerlingen die met een lege maag naar school komen iets te eten hebben. Op die manier hebben ook deze leerlingen voldoende energie om zich te kunnen concentreren op het werk in de klas. Kansarme ouders slagen er vaak niet in om hun kinderen van evenwichtige voeding te voorzien, waardoor het aanbod vaak eenzijdig is: suiker- en vetrijke producten die veel energie geven, maar weinig essentiële voedingsstoffen.
  • Een aanbod van warme maaltijden op school kan voor kinderen in armoede een verschil maken: het biedt hen de kans om minstens één keer per dag gezond en gevarieerd te eten. Voor gezinnen in armoede is het echter niet evident deze maaltijden te betalen. Sommige scholen bieden deze maaltijden dan ook gratis aan of tegen een sociaal tarief om tegemoet te komen aan hun kwetsbare situatie.
  • De leraar voeding gaat, als een leerling op school een voedselallergie heeft, bij ieder recept de ingrediënten na om vast te stellen of het kind het desbetreffende gerecht mag eten.
  • Een kind dat diabetes heeft mag iets suikerrijk eten of drinken in de klas bij een hypoglycemie.
  • Kinderen uit etnisch culturele minderheden (vb. Turks, Marokkaans) hebben vaker dan de gemiddelde bevolking minder gezonde voedingsgewoonten. De redenen hiervoor zijn erg uiteenlopend. Dit kan een gevolg zijn van hun economische positie, gewoonten uit de eigen cultuur (bv. veel suiker in de thee doen, brood soppen in grote hoeveelheden olijfolie) of het overnemen van Westerse levensstijl (bv. gebruik van frisdranken en fastfood). Extra aandacht voor gezonde voeding bij deze doelgroepen is dus aangewezen.
  • Leraren kennen de procedures bij vermoeden van een eetstoornis.
  • Het CLB biedt extra begeleiding voor leerlingen met overgewicht of obesitas.  
  • Het keukenpersoneel is opgeleid rond mogelijke allergenen in de schoolmaaltijd.