De gezondheidsmatrix is een instrument dat verschillende niveaus en strategieën voorstelt. Een kwaliteitsvol gezondheidsbeleid voeren in de voorziening betekent:  met een mix van acties inzetten op deze verschillende strategieën, op de verschillende niveaus. De voorziening kan de gezondheidsmatrix gebruiken om:

  • een breed, visueel zicht te krijgen op welke vlakken de voorziening al rond gezondheidsthema’s werkt, en op welke vlakken er nog hiaten zijn;
  • acties op te lijsten voor een gezondheidsthema of een specifieke doelstelling in het preventief gezondheidsbeleid van de voorziening.

Strategieën

Er zijn vier verschillende rijen in de gezondheidsmatrix: educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, zorg en begeleiding. Dit zijn verschillende strategieën waarmee je gezond gedrag kan stimuleren en waarmee je van de voorziening een gezonde omgeving kan maken voor cliënten of patiënten.

Educatie

Je kan als voorziening de competenties van je cliënten of patiënten om gezond te kunnen leven, verhogen door te informeren (kennis verhogen), competenties te trainen, en een gezonde leefstijl sensibiliseren en motiveren. Met competenties bedoelen we:

  • Kennis: weten wat gezonde voeding is, wat roken met je lichaam doet, hoeveel je per dag best beweegt om gezond te blijven … 
  • Inzicht: inzicht in eigen motieven en die van anderen om te roken, inzicht in eigen voedingsgewoonten …
  • Vaardigheden: technische, sociale, culturele en emotionele vaardigheden die nodig zijn om gezond te kunnen leven. Bijvoorbeeld: hoe maak je een gezonde soep, voldoende assertief zijn om een sigaret te weigeren …
  • Attitude: de houding t.o.v. een gezonde levensstijl, de aanwezige normen en waarden over roken, voeding, lang stilzitten …

Omgevingsinterventies

Dit gaat over de fysieke en sociale maatregelen die de voorziening kan nemen om de omgeving voor de patiënten en cliënten zo gezond mogelijk te maken. Fysieke omgevingsinterventies zijn bijvoorbeeld: het aanleggen van een moestuin, het voorzien van sport- en spelmateriaal of van fietsen ... Het gaat hierbij dus vaak over de accommodatie van de voorziening. 

Sociale omgevingsinterventies kunnen gaan over de voorbeeldfunctie in gezond gedrag van het personeel of over het sociale klimaat van de voorziening.

Afspraken en regels

Een voorziening moet afspraken en regels stellen die ofwel gezond gedrag aanmoedigen ofwel ongezond gedrag afraden. Die kunnen dus beperkend of stimulerend zijn. Dit kan zich vertalen in het huisreglement, afspraken in een team, regels over waar en wanneer gerookt mag worden …

Zorg en begeleiding

Deze strategie gaat over het tijdig voorkomen van bepaalde ziektes of aandoeningen door bedreigende factoren voor de gezondheid weg te nemen, te beperken of door beschermende factoren te versterken. Bv.: signaalfunctie van zorg- of hulpverleners m.b.t. eetstoornissen (vroegdetectie), rookstopondersteuning voor cliënten of patiënten voorzien (vroeginterventie), samenwerking met of doorverwijzing naar geestelijke gezondheidszorg (doorverwijzing naar gepaste zorg).


Niveaus

De kolommen in de matrix staan voor vier niveaus, waarop je de strategieën toepast:

De cliënt, patiënt, bewoner of bezoeker

Hieronder vallen alle initiatieven of acties die je ofwel naar één individuele patiënt of cliënt richt ofwel naar een groep mensen in je voorziening die bepaalde risico’s lopen. Er moet dus rekening worden gehouden met de individuele kenmerken, behoeften en wensen op vlak van preventieve gezondheid. Je kan dus acties richten naar één patiënt of cliënt, bijvoorbeeld iemand die met overgewicht kampt en een aangepast dieet zal volgen.

Daarnaast passen in deze kolom ook de initiatieven die je neemt om de gezondheid van bepaalde risicogroepen of kwetsbare groepen binnen je voorziening te verbeteren. Een mogelijk voorbeeld uit jeugdhulp: voor een jongere met suikerziekte gelden andere afspraken rond voeding en beweging dan voor de andere jongeren in de groep.

De afdeling

Alle activiteiten die je naar een afdeling van de voorziening richt, vallen onder dit niveau. Je houdt best rekening met organisatorische en ruimtelijke aspecten die betrekking hebben op de afdeling. 

Bijvoorbeeld binnen de afdeling wordt er voor ouderen met dementie een actie gedaan rond ondervoeding. Voor een andere afdeling is dit niet van toepassing.

De voorziening

In deze kolom passen alle activiteiten die naar alle cliënten of patiënten en hun leefomgeving gedaan worden op voorzieningenniveau. Bijvoorbeeld: afspraken die gemaakt worden voor het hele woonzorgcentrum rond het maaltijdgebeuren. Of de afspraak dat in het hele CAW een jaar lang rond het thema gezonde voeding wordt gewerkt.

Hier kun je ook verwijzen naar het preventief gezondheidsbeleid voor het personeel. Kijk daarvoor op www.gezondwerken.be.

Omgeving buiten de voorziening

In deze kolom is de fysieke en sociale omgeving buiten de voorziening de  context waar je je naar richt: dit kunnen mantelzorgers zijn, familieleden of andere contextfiguren, de aanwezigheid van dienstencentra in de buurt, het gemeentebestuur enz. 

Een voorziening staat immers niet op zich. Ze is ingebed in de fysieke en sociale omgeving daarbuiten. En die omgeving oefent ook invloed uit op het gezondheidsbeleid van de voorziening. Het is dus essentieel om rekening te houden met die invloed en om ook op dit niveau acties te plannen. Bijvoorbeeld: informatie geven aan familie en mantelzorgers. Of samenwerken met jeugdwelzijnswerkers in de buurt.