Strategieën (de rijen in de matrix)

Niet iedereen wordt gemotiveerd door hetzelfde type actie. Een mix van acties, volgens verschillende strategieën, is dé manier om een zeer diverse groep mensen warm te maken en te stimuleren.

Strategie 1: Educatie

Educatie omvat het motiveren en faciliteren van gezond gedrag door het versterken van de individuele competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) van de einddoelgroep via:

  • het informeren en sensibiliseren (kennisoverdracht) van de doelgroep, naaste omgeving, intermediairs, bv. via een informatieve folder;
  • het versterken van competenties, het trainen van vaardigheden en gewoontes, bv. een educatieve workshop voor ouderen rond een bepaald thema;
  • het sensibiliseren en motiveren tot een gezonde leefstijl door in te zetten op positieve attitudes (waarden en normen) ten aanzien van gezondheid.

Strategie 2: Omgevingsinterventies

Omgevingsinterventies pakken de inrichting van de (fysieke of sociale) leefomgeving aan, zodat die de gezondheid rechtstreeks beïnvloedt of gezond gedrag kan uitlokken of bevestigen.

Een ondersteunende omgeving is een omgeving die gezonde keuzes voor de hand liggend maakt en de drempels voor ongezonde keuzes verhoogt. Een bewuste (her)inrichting van de fysieke omgeving (bv. standaard een fles water op alle tafels) en het actief werken aan een sociaal klimaat (bv. personeel dat een voorbeeldrol opneemt) vergemakkelijken het maken van gezonde keuzes.

Het gaat ook om acties die een sociaal klimaat creëren waarin aandacht is voor gezondheid.

Strategie 3: Afspraken en regels

Deze strategie omvat alle afspraken en regels die een voorziening maakt om gezond leven te stimuleren en ongezond gedrag te ontmoedigen. Het betreft het vastleggen, voorzien en handhaven van afspraken en regels, het structureel bepleiten en ondersteunen op verschillende niveaus alsook het voorzien in randvoorwaarden zoals mankracht en financiële middelen.

Enkele voorbeelden zijn: het maken van afspraken met de bezoekers over het maaltijdgebeuren, het opnemen van preventie in het interne kwaliteitsbeleid …

Strategie 4: Zorg en begeleiding

Zorg en begeleiding zijn alle activiteiten die je als voorziening kan doen om gezondheidsproblemen vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Zowel (vroeg)detectie organiseren en uitvoeren (bv. signaalfunctie van intermediairs in functie van eetstoornissen), (vroeg)interventie organiseren en uitvoeren (bv. begeleidingstrajecten) als kwaliteitsvolle doorverwijzing (bv. samenwerking met adviserende artsen, psychologen, diëtisten …) zitten in deze strategie vervat.

Niveaus (de kolommen in de matrix)

Het is belangrijk dat er binnen het preventieve gezondheidsbeleid aandacht is voor de werking op verschillende niveaus. Deze niveaus vormen de kolommen in de gezondheidsmatrix. De kolommen geven de doelgroep voor acties of actiestrategieën aan. Toegepast op lokale dienstencentra gaat het over: bezoeker, lokaal dienstencentrum en de omgeving buiten de voorziening.

Patiënt/cliënt/bewoner/bezoeker

Binnen dienstencentra spreken we van bezoekers. Hou rekening met hun individuele kenmerken, behoeften en wensen op het vlak van gezondheid. Ook maak je het best een onderscheid tussen individuele bezoekers (acties die je specifiek richt naar één bezoeker omwille van zijn/haar specifieke situatie), prioritaire doelgroepen en kwetsbare groepen (ouderen met dementie, mensen in armoede, mensen met een migratieachtergrond …). Bijvoorbeeld: aangepast eetmateriaal voor een specifieke bezoeker.

Voorziening

In deze kolom passen de activiteiten voor alle bezoekers en hun leefomgeving binnen het dienstencentrum, op voorzienings- of organisatieniveau. De leefomgeving is de omgeving in het dienstencentrum zelf zoals de cafetaria, eetzaal of tuin. Bijvoorbeeld: afspraken die gemaakt worden voor het hele dienstencentrum over roken.

Omgeving buiten de voorziening

In deze kolom gaat het over de fysieke en sociale omgeving buiten het dienstencentrum. Dat kan gaan om mantelzorgers, familieleden, het gemeentebestuur ...

Een dienstencentrum staat immers niet op zich. Het is ingebed in de externe fysieke en sociale omgeving , die ook invloed uitoefent op het gezondheidsbeleid van het dienstencentrum. Het is dus essentieel om rekening te houden met die invloed en om ook op dit niveau acties te plannen. Bijvoorbeeld: informatie geven aan familie en mantelzorgers.