Gevoel | Waarvan kan het een signaal zijn? | Wat kan je ermee doen? |
Blij | Iets gaat goed, je voelt je fijn of tevreden. | Geniet ervan en deel je blijdschap met anderen. |
Hoopvol | Je verwacht iets positiefs, je ziet mogelijkheden. | Hou vast aan die hoop en zet kleine stappen richting je doel. |
Speels | Je voelt je vrij en ontspannen, open voor plezier. | Doe iets creatiefs of speels, nodig anderen uit om mee te doen. |
Dapper | Je bent klaar om iets moeilijks aan te pakken. | Zet een eerste stap, ook al voel je spanning. |
Verdrietig | Je mist iets of iemand, er is een verlies. | Geef jezelf tijd om te rouwen of praat erover met iemand. |
Verveeld | Je mist uitdaging of afwisseling. | Zoek iets nieuws of anders om te doen. |
Eenzaam | Je voelt je alleen, je mist contact. | Zoek contact, bel of spreek iemand die je vertrouwt. |
Beschaamd | Je voelt je ongemakkelijk over iets dat je deed of zei. | Accepteer dat het menselijk is, probeer het een volgende keer anders te doen. |
Schuldig | Je vindt dat je iets fout hebt gedaan. | Bied eventueel je excuses aan en leer ervan. |
Bang | Je voelt gevaar of onzekerheid. | Kijk wat je kunt doen om je veilig te voelen, vraag hulp als het nodig is. |
Verward | Je snapt iets niet goed of weet niet wat te doen. | Vraag om uitleg of neem even tijd om alles rustig te overdenken. |
Onzeker | Je twijfelt aan jezelf of je beslissing. | Praat erover met iemand, probeer kleine keuzes te maken. |
Overweldigd | Het is te veel, je voelt stress of druk. | Neem pauze, adem diep in en doe iets dat je rust geeft. |
Trots | Je bent tevreden over iets dat je hebt gedaan. | Vier het succes, geef jezelf complimenten. |
Verrast | Iets onverwachts gebeurt. | Sta even stil, kijk wat het betekent en beslis wat je doet. |
Gemotiveerd | Je voelt energie om iets te doen. | Zet een stap in de richting van je doel. |
Kalm | Je voelt je rustig en in balans. | Gebruik dit moment om goed na te denken of iets fijns te doen. |
Liefdevol | Je voelt warmte en zorg voor anderen. | Laat het merken: geef een compliment, help iemand, luister. |
Dankbaar | Je waardeert iets of iemand. | Deel je dankbaarheid of schrijf het op. |
Ontspannen | Je lichaam en geest zijn tot rust gekomen. | Blijf zorgen voor momenten van rust en zelfzorg. |
Boos | Je voelt dat iets niet klopt of onrechtvaardig is. | Geef aan wat je voelt en stel grenzen waar nodig. |
Geïrriteerd | Kleine dingen storen je sneller dan normaal. | Neem even afstand en adem langzaam, zoek wat rust. |
Jaloers | Je wilt iets wat een ander heeft. | Kijk wat je zelf graag wil bereiken, focus op je eigen doelen. |
Opgelucht | Een last is weggevallen of iets gaat beter dan verwacht. | Adem diep uit en erken het moment van rust. |
Nieuwsgierig | Je wilt iets ontdekken of leren. | Stel vragen, probeer iets nieuws. |
Teleurgesteld | Iets ging niet zoals je hoopte. | Kijk wat je kan leren, bedenk een volgende stap of plan. |