Kinderen hebben een natuurlijke, ongebreidelde drang om te bewegen. In vrij spel kunnen ze die botvieren. Geen onderbrekingen, wachttijden, opgelegde regels of didactische uitleg. Gewoon gáán!

‘Vrij spel’ = vrij duidelijk? Laten we even checken of we het over hetzelfde hebben! Dit zijn enkele kenmerken van ‘vrij spel’:

  • Het spelen gebeurt vrijwillig: het heeft een niet-verplicht karakter. De speler kiest zelf wat hij of zij doet.
  • De speler kiest vooral zelf om te spelen en om dat te blijven doen zolang het hem boeit of zolang hij of zij er de kans toe krijgt.
  • Het spel dient geen extern doel, het gaat om het proces van het spelen op zich.
  • Het spel is gewoon leuk.
  • Er is betrokkenheid op het spel (en met elkaar).

Wie doet het al?

Dat zouden we ook graag weten! Maar tot nu heeft nog geen enkele jeugdhulporganisatie ons verteld hiermee bezig te zijn. Doe jij dit en wil je andere inspireren of je ervaring delen? Laat het me weten! (Dan kunnen we dit ongelukkige tekstje ook meteen verwijderen.)

Tot wat leidt het?

  • Vrij spel is superbelangrijk voor kinderen. Als ze vrij spelen, kiezen ze zelf wat ze doen. Ze spelen zelfstandig, met zelf gekozen materialen en op hun eigen niveau.
  • Vrij spel heeft een bijna continue bewegingsgraad. Er zijn namelijk geen pauzes waarin de begeleiders een nieuwe regel vastleggen, het spel complexer maken …
  • Kinderen en jongeren die vrij spelen, leren tot wat hun gedrag leidt bij anderen. Probeer daarom als medewerker om niet te snel in te grijpen als er ruzies ontstaan tussen kinderen. Als je dat te vroeg doet, ontneem je de kinderen de kans om rekening te houden met elkaar en voor zichzelf op te komen.
  • Tijdens het spel worden vaak ervaringen verwerkt. Kinderen die pas in het ziekenhuis zijn geweest, hebben bijvoorbeeld interesse in de doktersspullen. Kinderen uiten zich door middel van spel, omdat ze nog geen woorden kunnen geven aan hun gevoel. Het is belangrijk om kinderen de ruimte te geven om dat te kunnen doen.
  • Je krijgt een beter inzicht in de kinderen en jongeren. Het kijken tijdens het spelen doet ons denken: is het kind een durfal of kijkt het eerst even de kat uit de boom? Wat kan het kind wel al, wat nog niet? Hoever is het kind in zijn sociale ontwikkeling? Dat zijn allemaal heel waardevolle zaken om te weten. Het helpt ons om te kunnen inspelen op de behoeften van ieder kind, en zo ieder kind tot zijn recht te laten komen.
  • Spel heeft een rechtstreekse impact op de ontwikkeling (Perry et al., 2000) van:
    • creativiteit, vaardigheden om iets uit te vinden/ te ontwikkelen
    • teamwork, communicatie/onderhandelen
    • beslissingen maken/doelen zetten
    • intrinsieke interesses, zelfexpressie
    • zelfredzaamheid, zelfvertrouwen
    • regels volgen, empathie en sociale interactie, emotieregulatie
    • probleemoplossende vaardigheden
  • Spelen genereert optimisme, leidt ons tot nieuwigheden, doet ons lachen, helpt ons nieuwe vaardigheden te leren, voedt ons empathisch vermogen, en bevordert ons gevoel van verbondenheid met anderen. Al die factoren dragen bij tot onze fysieke en mentale gezondheid.
  • Onderzoek bevestigt een correlatie tussen te weinig spel en een verhoogde prevalentie van depressie, stressgerelateerde klachten, interpersoonlijk geweld en verslavingen.

Tips:

  • Probeer kinderen en jongeren te stimuleren tijdens het vrij spel:
    • Bied leuke speelhoeken en materialen aan.
    • Wees zelf enthousiast als je vertelt dat het tijd is voor vrij spel.
    • Doe al het losse speelgoed in een mand en laat het kind er één iets uit kiezen om mee te spelen. Doordat de keuze beperkter is, word je kind creatiever.
    • Neem vanop afstand foto’s om nadien te tonen hoe plezant het was.
    • Geef een compliment na het vrij spel. Benoem hoe energiek ze eruitzien.
    • Kinderen hebben tijd nodig om tot spelen te komen, geef ze die. Ze moeten spulletjes zoeken, bedenken waar hun spel over moet gaan en wie welke rol krijgt.
  • Een peuter doet uit zichzelf geen dingen die hij (nog) niet kan of wil. Laat hem zijn gang gaan en experimenteren. Begeleid het kind, maar zorg dat je het daarbij niet hindert om zichzelf te ontdekken.
  • Ook baby’s en kruipers kan je stimuleren om bepaalde handelingen en bewegingen te doen. Bied hun een ruimte aan met prikkelende materialen die inspelen op hun interesses. Voor kinderen die leren kruipen of stappen voorzie je best genoeg vrije bewegingsruimte en materiaal waar het kind zich aan kan vasthouden.
  • Tijdens het vrij spel kan je ideeën krijgen voor georganiseerde activiteiten. Probeer de kinderen daarom zoveel mogelijk te observeren. Zo ontdek je hun interesses. Noteer alle kleine en grote ideeën rond beweging die je opdoet tijdens het observeren. Bespreek in jullie team hoe die zouden kunnen leiden tot leuke georganiseerde activiteiten.
  • Als begeleider heb je ook een rol tijdens vrij spel: een pedagogisch medewerker houdt best contact met de kinderen. Dat betekent dat je in de buurt blijft en af en toe laat merken dat je ze hebt gezien (een positieve opmerking of teruglachen is genoeg). Dat is een voorwaarde voor kinderen om zich veilig te voelen en op te kunnen gaan in hun spel.
  • Voor sommige kinderen en jongeren loopt vrij spel een beetje stroef: zij hebben een extra duwtje in de rug nodig. Met een georganiseerde beweegactiviteit krijg je hen in beweging.
Vrij spel tekst

Plek in de gezondheidsmatrix

Ontdek op welke strategieën en doelgroepen van de gezondheidsmatrix deze actie focust!

Vrij spel GM
Residentieel (verblijf)
Semi-residentieel (ambulant)
Thuiscontext (mobiel)
Beweging en lang stilzitten
Kind/jongere
(leef)Groep
Jeugdhulporganisatie/voorziening
Omgevingsinterventies
0-3 jaar
3-6 jaar
6-13 jaar
13-18 jaar
18-25 jaar
Niet van toepassing/gezin