Fouten maken = menselijk

Leg uit dat ‘missen’ of ‘fouten maken’ gewoon menselijk is. We maken allemaal fouten en dat is niet erg. Ook al weten we dat, toch zijn we bang om fouten te maken. In deze activiteit gaan we bewust fouten maken.

Hoekenwerk

Voorzie vier hoeken waar de leerlingen iets zullen voorbereiden. Stel de vier hoeken voor aan de klas en laat de leerlingen kiezen wat ze willen uitwerken:

• Hoek 1 — de foutquiz: maak drie quizvragen met vier antwoordmogelijkheden..

• Hoek 2 — het onhandigheidsparcours: maak in de gang of op de speelplaats een erg eenvoudig behendigheidsparcours.

• Hoek 3 — onduidelijk uitbeelden: maak zes kaartjes met voorwerpen op die de anderen zullen moeten uitbeelden.

• hoek 4 — spelletjes: zoek een spelletje uit de klas dat niet lang duurt en waar je fouten in kan maken.

De laagste score

Verdeel de klas in groepjes van vier leerlingen. In elk groepje zal iemand deelnemen aan de opdrachten. Ze moeten zo weinig mogelijk punten halen, dus zo veel mogelijk fouten maken en de mist ingaan.

• De foutquiz: één iemand van elke groep doet mee en kiest een van de vier antwoorden; dit moet een fout antwoord zijn.

• Onhandigheidsparcours: iemand van elke groep legt het parcours onhandig af en mag niet eindigen.

• Onduidelijk uitbeelden: iemand van de groep mag gedurende 30 seconden een voorwerp uitbeelden (kaartje). Het moet onduidelijk zijn, zodat niemand het kan raden.

• Spelletje: de vierde speler speelt mee in het spel maar zorgt ervoor dat hij kan verliezen.

Welk groepje eindigt met de minste punten?

Hoe voelt het?

Pols bij de leerlingen hoe ze de opdrachten beleefd hebben. Stel volgende vragen:

• Wat vonden ze grappig aan het bewust fouten maken?

• Was het moeilijk of makkelijk?

• Is fouten maken ook leuk in het echte leven? Waarom wel of niet?

• Wat kan ‘fouten maken’ je opleveren? Wat is er goed aan ‘fouten leren maken’?

• ...

Nodig de leerlingen uit om fouten maken te zien als iets positiefs. Niet om opzettelijk te doen, maar wel om uit te leren.