Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is …

Voorzie voor deze oefening een klein spiegeltje om rond te geven in de klas.

Geef het spiegeltje door en laat de leerlingen benoemen wat ze zien en waar ze blij mee zijn. Moedig leerlingen aan om zowel innerlijke als uiterlijke positieve aspecten te benoemen als ze de spiegel vasthouden.

Tip: voor sommige leerlingen is deze oefening niet makkelijk, ze zien enkel het negatieve. Hier bouw je straks op verder in de volgende stap.

Tip: Dina Tersago gebruikte deze methodiek tijdens haar passage aan het vrt programma 'De Klas'. Je kan het fragment herbekijken via het 'archief voor onderwijs'. Inloggen doe je met de gegevens op je lerarenkaart.

2 gedachten, 2 papiertjes

Geef aan elke leerling twee papiertjes. Op het ene papiertje schrijft iedereen een aanvulling op de zin: ”Hé, ik ben oké, want…”. Op het andere papiertje schrijven ze een negatieve gedachte die ze vaak hebben als ze naar zichzelf in de spiegel kijken. Beide papiertjes houden ze bij.

De kuil van negatieve gedachten

Neem je leerlingen mee in het volgende verhaal:

“Lang geleden, toen er nog geen vuur was, gingen mensen in een cirkel zitten rond een kuil. Wanneer iedereen had plaatsgenomen, was het de gewoonte om negatieve gedachten of herinneringen in een pas gegraven kuil in het midden van de cirkel te begraven. Zo worden die zaken een deel van het verleden en kunnen de groepsleden een positieve toekomst tegemoet gaan. Wij gaan deze traditie terug in ere herstellen”.

Ga samen met de klas in een kring zitten en plaats een mand of bokaaltje in het midden. Deze mand symboliseert de kuil waar negatieve gedachten of herinneringen een plaats in krijgen.

Geef de leerlingen de opdracht om elk om de beurt naar de mand te lopen en hun papiertje met een negatieve gedachte te verscheuren en in de ‘kuil’ te gooien. Als ze willen, mogen ze hier een woordje uitleg bij geven. Het papiertje met de positieve gedachte houden ze bij en bewaren ze op een veilige plaats (bv. in hun portemonnee).

Tip: verplicht niemand om te praten als ze hun gedachte niet willen delen met de groep.

Sluit als leraar het ritueel af door de mand met de versnipperde papiertjes op te nemen en ze nog eens extra fijn te verscheuren. Tot er niks meer zichtbaar is. Nu zijn de negatieve gedachten zaken van het verleden, dingen die ze achter zich moeten proberen laten. Met het positieve papiertje op zak, gaan ze verder de toekomst tegemoet.

Nabespreking

Voorzie na deze oefening ruimte voor een nabespreking. Stel volgende vragen:

• Hoe kijk je tegen de oefening aan? Helpt dit je?

• Ben jij van nature lief voor jezelf of eerder (te) streng?

• Welke tips heb je voor leerlingen die te streng zijn voor zichzelf?

• ...

Optionele uitbreiding: positieve spiegels op school

Kijk samen met de klas welke spiegels er op school hangen. En kies er enkele uit waar veel passage is.

Geef de leerlingen de opdracht om de gekozen spiegels met positieve, oppeppende boodschappen te versieren, zoals ‘ik ben oké zoals ik ben!’. Hiervoor kunnen ze post-its, raamstiften of ander creatief materiaal gebruiken.

Tip: laat je leerlingen positieve uitspraken of tekeningen opzoeken voor op de spiegels.