Bewegen en minder zitten

Burgerschapscompetentie

Lager onderwijs

Eerste graad

Eindtermen

ET MM 2.9      De leerlingen kunnen voorbeelden geven van mogelijkheden die in onze samenleving bestaan voor de zorg en opvang van bejaarden en mensen met een handicap.
ET MM 2.10      De leerlingen weten dat ze in het contact met mensen met een handicap attent moeten zijn voor de noden en verwachtingen van deze mensen.
ET MM 2.8      Leerlingen kunnen illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten.

Leerdoelen

Kennis

  • Kinderen begrijpen dat bij andere personen (families, leeftijdsgenoten, …) de voorkeur kan uitgaan naar andere zit- (, rust-) en beweeggewoontes.
  • Kinderen begrijpen dat een lichamelijke of mentale beperking een invloed kan hebben op het zit - en beweeggedrag.

Vaardigheden en attitudes

  • Kinderen uiten respect voor beperkingen van medeleerlingen en begrijpen de impact op hun beweeggedrag/levensstijl.