Bewegen en minder zitten

Ruimtelijk bewustzijn

Lager onderwijs

Derde graad

Eindtermen

MM 4.2      De leerlingen kunnen aan de hand van een kaart de afstand tussen twee plaatsen in Vlaanderen berekenen en beschrijven.
MM 4.1      De leerlingen kunnen aan elkaar een te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen gemeente of stad beschrijven. Ze kunnen deze reisweg ook aanduiden op een plattegrond.
MM 4.10      De leerlingen kunnen hun eigen streek en twee andere streken in België situeren op een kaart en de relatie beschrijven tussen de omgeving en aspecten van het dagelijks leven van de mensen.

Leerdoelen

Kennis

  • Kinderen verklaren dat bepaalde bestemmingen in de publieke ruimte gepaard gaan met restricties (bv. of het gebied toegelaten is voor wandelaars, fietsers).
  • Kinderen verwoorden welke elementen van een uitdagende, beweegvriendelijke speelplaats voor hen belangrijk zijn om minder te zitten en meer te bewegen.
  • Kinderen geven ideeën over hun ideale inrichting van de schoolomgeving in functie van meer bewegen en minder zitten (gebouw, speelplaats, klas, refter …).


Vaardigheden

  • Kinderen oriënteren en verplaatsen zich veilig via (fiets/wandel)kaart of navigatiesysteem van punt A naar punt B.