Gezondheid in de jeugdhulp: wat organisaties al doen (en wat beter kan)

17.02.2022

Jeugdhulporganisaties hebben veel aandacht voor het mentaal welbevinden van kinderen en jongeren. En ze ontmoedigen hen om alcohol te drinken. Dat blijkt uit de ‘indicatorenbevraging’ van het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, een enquête die het preventieve gezondheidsbeleid meet in verschillende ‘settings’, waaronder de jeugdhulp. Enkele werkpunten voor de toekomst? Een sterkere voorbeeldrol van het personeel wat betreft roken, meer groenten aanbieden en minder schermtijd.

In 2020 peilde het Vlaams Instituut Gezond Leven vzw i.s.m. het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) en de Logo’s voor het eerst naar het preventieve gezondheidsbeleid bij jeugdhulporganisaties. Ze deden dat in opdracht van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Die zogenaamde ‘indicatorenbevraging’ stelt vragen als: hoeveel jeugdhulporganisaties bieden psychologische ondersteuning aan kinderen en jongeren? Hoe motiveren ze hen om meer te bewegen? En wat zijn de regels rond roken binnen de organisatie? De bevraging onderzoekt de thema’s voeding, beweging, lang stilzitten (sedentair gedrag), roken, alcohol en andere drugs, en mentaal welbevinden.

De bevraging richtte zich tot verschillende soorten jeugdhulporganisaties met verschillende vormen van begeleiding en verblijf, zowel in rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (laagdrempelige jeugdhulpverlening waar je als jongere of ouder zélf naartoe kan om begeleiding te vragen) als in (langdurige) opvangmogelijkheden in niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (een jongere of ouder kan niet zelf een aanvraag doen, dat moet via een hulpverlener).

“Iedereen heeft recht op een gezond leven. Maar niet ieder kind, jongere of jongvolwassene heeft daartoe dezelfde kansen. Jeugdhulporganisaties kunnen daar verandering in brengen. Door een gezondheidsbeleid op te stellen, bieden ze veel meerwaarde. Voor de kinderen en jongeren, maar ook voor de samenleving”, licht Vlaams minister van Volksgezondheid Wouter Beke toe. “Op die manier kunnen ze de gezondheidsongelijkheid – die vaak mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties treft – verkleinen.”

Dit zijn alvast 11 opvallende conclusies uit de indicatorenbevraging op een rij.

Mentaal welbevinden

Mentaal welbevinden is prioritair

Het mentaal welbevinden van de kinderen en jongeren staat prominent op de agenda in de jeugdhulpvoorzieningen. Des te beter, want kinderen en jongeren in de jeugdhulp hebben een verhoogd risico om problemen met betrekking tot de mentale gezondheid te ontwikkelen. “Dat komt omdat er vaak een opeenstapeling is van risicofactoren. Bovendien heeft een grote groep kinderen en jongeren ook een ouder met problemen op het vlak van psychische gezondheid. Het is daarom belangrijk dat jeugdhulporganisaties zowel inzetten op het versterken van het mentaal welbevinden, als op preventie en zorg en begeleiding”, legt dr. Veerle Soyez, senior stafmedewerker mentaal welbevinden bij het Vlaams Instituut Gezond Leven, uit. “Deze zorg kan intern verleend worden – als de organisatiestructuur en bijhorende personeelsbezetting dat toelaat – ofwel via samenwerkingen met andere hulpverleners of organisaties.”

Iets minder dan de helft van de organisaties (47%) heeft een psycholoog of therapeut van de eigen organisatie. De meerderheid van de organisaties (88%) verwijst door naar een externe psycholoog of expertisecentrum. Veel organisaties (82%) verwijzen ook door naar een laagdrempelig hulpinitiatief, zoals JAC (Jongeren Advies Centrum). Iets meer dan de helft (53%) verwijst door naar de huisarts. 

Veerkracht versterken

De jeugdhulporganisaties werken allemaal aan (bijna) alle bevraagde individuele sociaal-emotionele vaardigheden, die mee een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van veerkracht van kinderen en jongeren. Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan stress en tegenslag. Het gaat om vaardigheden die zich richten op: leren omgaan met emoties, voor jezelf opkomen, werken aan een positief zelfbeeld, hulp leren vragen, positieve contacten leren opbouwen … “Deze vaardigheden kunnen maar goed tot hun recht komen als kinderen en jongeren ook een beroep kunnen doen op een ondersteunende, empathische en stimulerende omgeving”, zegt Veerle Soyez. Daarbij zijn bijvoorbeeld de inrichting en faciliteiten van de ontmoetings- en leefruimtes van belang voor het mentaal welbevinden. De organisaties die verblijf aanbieden scoren daar heel goed op: ze voorzien een buitenruimte die aanmoedigt tot bewegen (84%), een tuin met genoeg groen (86%), een rustige ruimte of ruimte waar de kinderen en jongeren zich kunnen terugtrekken van de groep (65%) en een eigen plek waar ze op zichzelf kunnen zijn (72%). 

Tabak

Roken in zones

In 12% van de deelnemende jeugdhulporganisaties geldt een algemeen rookverbod en in geen enkele deelnemende organisatie (op één na) mag er binnen gerookt worden. 63% geeft aan dat roken alleen buiten in een aangeduide rookzone mag. 21% laat de jongeren overal buiten roken. “We raden alle jeugdhulporganisaties aan om roken enkel toe te laten in rookzones die zich uit het zicht bevinden”, zegt Katrijn Vandamme, senior stafmedewerker tabak bij Gezond Leven.

Voorbeeldrol rond roken

In 50% van de organisaties mag het personeel roken in het bijzijn van kinderen of minderjarige jongeren. “Daar willen we verandering in brengen en jeugdhulporganisaties aanmoedigen om dat niet meer toe te laten. Want zien roken doet roken. Het personeel heeft een voorbeeldrol voor kinderen en jongeren. Niet roken in hun bijzijn hoort daarbij. 19% van de organisaties doet dat al en laat personeel niet roken in het bijzijn en zicht van kinderen en jongeren”, aldus Katrijn Vandamme. 

In slechts 43% van de bevraagde organisaties wordt aan het personeel gevraagd geen tabak te delen met jongeren. Dat is veel te weinig. “Dit is echt een cruciaal onderdeel, opnieuw omwille van de heel belangrijke voorbeeldrol. Ook hier willen we organisaties graag begeleiden om hun mindset te veranderen, zodat in de toekomst geen enkele begeleider nog tabak deelt met de jongeren”, legt Katrijn Vandamme uit.

Alcohol

Alcohol drinken sterk ontmoedigd

Kinderen en jongeren worden in de jeugdhulporganisaties sterk ontmoedigd om alcohol te drinken. Zo stellen de meeste organisaties nooit alcohol ter beschikking. De overige doen dat alleen uitzonderlijk, bv. bij een feestje of op uitstap. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke leeftijdsgrenzen. Bij de meerderheid van de organisaties (69%) drinkt het personeel geen alcohol in het bijzijn van de kinderen en jongeren binnen de organisatie, en bij 57% ook niet op uitstap.

Bijna elke jeugdhulporganisatie (92%) heeft schriftelijke regels en afspraken over alcohol. De meeste jeugdhulporganisaties informeren en sensibiliseren jongeren tijdens individuele begeleidingsmomenten (79%) of tijdens groepsactiviteiten (52%) over de gevolgen van alcoholmisbruik. En de grote meerderheid zorgt voor ondersteuning als jongeren vragen of problemen hebben met alcoholgebruik.

Drugs

Heldere aanpak druggebruik

Jeugdhulporganisaties zorgen ervoor dat jongeren bij iemand terecht kunnen voor hulpverlening en ondersteuning als er vragen of problemen zijn rond illegale drugs. De meeste verwijzen door naar gespecialiseerde alcohol- en drughulpverlening (81%) en/of naar een vroeginterventieaanbod (62%). Bij dat laatste wordt er vroegtijdig ingegrepen bij beginnende gebruikers. De meeste jeugdhulporganisaties informeren en sensibiliseren de jongeren tijdens individuele begeleidingsmomenten (91%) en groepsactiviteiten (64%).

Ook over het gebruik van illegale drugs hebben de meeste organisaties schriftelijke afspraken en regels, opgenomen in een reglement zoals huisregels (90%) of een plan (bv. globaal preventieplan of alcohol- en drugsbeleidsplan) (60%). Wanneer een jongere de regels rond illegale drugs overtreedt, wordt hij of zij aangesproken over de regelovertreding (94%) en/of wordt de regelovertreding opgenomen in de begeleidingsgesprekken (90%). “Het is duidelijk dat jeugdhulporganisaties inzetten op verschillende preventiestrategieën”, zegt Katleen Peleman, directeur bij VAD. “Op die manier is een structurele aanpak van alcohol en illegale drugs verzekerd.”

Voeding

Voldoende water en fruit, maar ook genoeg groenten?

Water is in 90% van de organisaties heel de dag door beschikbaar voor de kinderen en jongeren. Dat is heel positief, want water is dé dorstlesser bij uitstek volgens de voedingsdriehoek. Het aanbod van gesuikerde en light of zero frisdranken is wel een werkpunt. De helft van de organisaties biedt ze meer dan één keer per week aan. Dat is vrij veel.  Daarnaast biedt 92% van de organisaties dagelijks vers fruit aan en verse soep staat in de meeste organisaties meerdere keren per week (38%) of zelfs dagelijks (47%) op het menu. Dat is een mooi resultaat. Bij de maaltijden serveert slechts 62% van de jeugdhulporganisaties dagelijks een volwaardige groenteportie (= de helft van het bord). Daar liggen dus nog wat groeikansen.

Nudging en samen koken

87% van de bevraagde jeugdhulporganisaties zet in op nudging. Nudges zijn subtiele duwtjes die, via kleine aanpassingen in de omgeving of in communicatie, ons gedrag richting gezonde keuzes kunnen sturen. Bijvoorbeeld fruit duidelijk zichtbaar plaatsen in de leefruimte, groenten aantrekkelijk presenteren, water op tafel zetten, koeken niet op het aanrecht of de tafel, maar in de kast bewaren … 73% van de organisaties kookt samen met kinderen en jongeren, en hebben daarbij aandacht voor gezonde voeding. “Samen koken is een ervaringsgerichte manier om kennis op te doen en vaardigheden te oefenen. Dat deze activiteit ook de band met de begeleiding kan versterken, jongeren zelfredzamer maakt en kan leiden tot leuke herinneringen, maakt het een grote plus”, vertelt Sarah Dries, stafmedewerker voeding bij Gezond Leven.

Beweging

Een waaier aan beweegvoorzieningen

De meeste van de jeugdhulporganisaties hebben een brede waaier aan voorzieningen (in de organisatie zelf of in de directe omgeving ervan) die bijdragen aan de dagelijkse beweging van de kinderen en jongeren. Ze beschikken over een grasveld of moestuin (96%), een binnenplaats (87%), sport- en speluitrusting (83%), of een combinatie van al het voorgaande. Daarnaast heeft 42% een sportveld (bv. voor basketbal, voetbal …) in de (directe omgeving van de) organisatie.

Aandacht voor actieve verplaatsingen

“De aanbeveling voor kinderen en jongeren is om elke dag gemiddeld 60 minuten matig tot intensief te bewegen. Actieve verplaatsingen kunnen daar zeker toe bijdragen”, zegt dr. Ragnar Van Acker, senior stafmedewerker beweging & sedentair gedrag bij Gezond Leven. Een groot aantal jeugdhulporganisaties heeft dat begrepen, want zij voorzien zelf fietsen (90%) en/of een fietsenstalling (90%).  En in 67% heeft ieder(e) kind of jongere op elk moment toegang tot een fiets (van de organisatie of eigen fiets van thuis). In 71% maken begeleiders indien mogelijk gebruik van actieve verplaatsing (met de fiets, te voet of een combinatie met het openbaar vervoer) om bv. kinderen op te halen van school.

Lang stilzitten

Minder schermtijd = minder zitten

Minder uren zitten biedt verschillende voordelen. Denk aan een betere nachtrust of een gezonder gewicht op lange termijn. Daarom is het belangrijk om stilzitten ook in de jeugdhulporganisatie regelmatig te onderbreken. “Dat kan bijvoorbeeld door goede regels en afspraken over schermtijd. Want beeldschermen zorgen ervoor dat kinderen en jongeren lang stilzitten”, legt dr. Femke De Meester, senior stafmedewerker sedentair gedrag bij Gezond Leven, uit.

“Daarom is er de Vlaamse gezondheidsaanbeveling sedentair gedrag. Voor kinderen tussen 6 en 18 jaar luidt die: maximaal 2 uur schermtijd per dag. Voor kinderen tussen 2 en 6 jaar is dat 1 uur per dag. Onder de 2 jaar worden beeldschermactiviteiten best vermeden”, licht Femke De Meester toe. Voor kinderen t.e.m. 12 jaar worden deze grenzen bij de meeste jeugdhulporganisaties (66%) niet overschreden. Bij jongeren vanaf 13 jaar wordt de grens vaker overschreden. Slechts 26% van de organisaties haalt de gezondheidsaanbeveling van maximaal 2 uur schermtijd. Femke De Meester voegt nog toe: “Wanneer schermtijd verminderd wordt, is er meer tijd voor actieve bezigheden. Maar je kan schermtijd ook gebruiken als vorm van beweging met bijvoorbeeld exergames, videogames waarbij je beweegt. En als je dan toch zit tijdens het kijken, is het belangrijk om dat zitten regelmatig te onderbreken.”

Ondersteuning

Kriebelt het om na het doornemen van de e-brochure zelf aan de slag te gaan rond gezondheid in jouw organisatie? Fantastisch!

Gezond Leven ondersteunt jou bij het opzetten of kwalitatief verderzetten van een preventief gezondheidsbeleid.

Deze webpagina’s geven richting met lokale inspiratie, stappenplannen en een checklist vol hulpmiddelen.

Persoonlijk contact is er via Tine Vangroenweghe, onze stafmedewerker jeugdhulp. Via haar netwerk kan ze je in contact brengen met organisaties die lokaal met trial en error gekomen zijn tot een werkbaar gezondheidsbeleid. Ze kent valkuilen en blijft speuren naar tips die in het werkveld pakken. Jaarlijks organiseert ze samen met collega’s verschillende vormingen. Samen met jou doorloopt ze graag de nodige stappen om lokaal te komen tot een gezonder leven binnen en buiten jeugdhulp. Met en voor de kinderen en jongeren, hun context, de buurt, de begeleiders, vrijwilligers en kaderpersoneel.

Ben je dus op zoek naar verdere ondersteuning? Blijf je graag op de hoogte van onze ondersteuning naar en met jeugdhulp? Heb je zelf suggesties voor jeugdhulporganisaties? Tine.Vangroenweghe@gezondleven.be of via 0478 59 07 98.