Gezondheidsadvies en informatie over de risico’s (van roken): hoe ervaren zwangere vrouwen deze boodschappen

De zwangerschap is een moment waarop vrouwen open staan voor gezondheidsadvies. Ze hebben immers heel wat vragen. Over hoe de gezondheidsrisico’s voor het ongeboren kind kunnen vermeden of verminderd worden, bijvoorbeeld. Of hoe de zwangerschap en de bevalling zo veilig mogelijk kunnen verlopen. Om roken te ontmoedigen, verspreiden overheden en zorgverleners zoveel mogelijk informatie over de risico’s van nicotineproducten tijdens de zwangerschap. Daarnaast krijgen zwangere vrouwen ook, soms ongevraagd, advies en informatie van familie, vrienden en andere ouders van jonge kinderen. Dit leidt soms tot tegenstrijdige informatie, verwarring en misverstanden.

De beeldverhalen over roken tijdens de zwangerschap kunnen zorgverleners helpen om die misverstanden te bespreken. Je vindt de informatie ook hier terug.

Zwangere vrouwen en partners die roken beter informeren over de mogelijke schadelijke gevolgen van roken, kan in het beste geval leiden tot een betere risico-inschatting, een hogere urgentie en extra motivatie om te stoppen. Gezien de sterke fysieke en psychologische verslaving van roken en de beperkende invloed van structurele factoren (bv. financiële situatie) zijn informeren en voorlichten, hoewel noodzakelijk, an sich ontoereikend om effectief een rookstop te verwezenlijken.

In het slechtste geval leidt dit verhoogde bewustzijn van de risico’s echter tot meer angst en een groter schuldgevoel. En het zijn net de meest kwetsbare personen die de grootste druk voelen om hun gedrag aan te passen, terwijl zij juist het moeilijkst hun risicogedrag kunnen veranderen.

Wetenschappers in het Verenigd Koninkrijk deden een kwalitatief onderzoek naar de manier waarop vrouwen omgaan met gezondheidsadvies over risicogedrag tijdens de zwangerschap. Via een online vragenlijst waaraan 7090 vrouwen deelnamen, en via individuele interviews met 34 van hen, werd gepeild naar welk effect gezondheidsadvies had op hun gedrag. Hieruit bleek dat veel vrouwen het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ hanteerden: ze lieten weten bepaalde risicogedragingen niet te willen stellen tijdens de zwangerschap. Indien dit onvermijdelijk was of ze het risicogedrag, zoals roken, niet konden veranderen, wilden ze graag een zo compleet mogelijk en éénduidig advies over de negatieve invloed van dat gedrag. Op die manier gaven ze aan zelf te kunnen bepalen hoe de risico’s toch geminimaliseerd konden worden.

Veel vrouwen lieten echter weten dat ze verschillend en soms tegenstrijdig gezondheidsadvies kregen over allerhande aspecten van de zwangerschap en de risico’s voor het ongeboren kind. Dit zorgde voor verwarring omdat het onduidelijk was welk advies klopte. Hierdoor legden sommige vrouwen élk advies naast zich neer en gingen ze op basis van hun eigen aanvoelen keuzes maken omtrent risicogedrag.

Het krijgen van tegenstrijdig advies, en soms ook het gevoel beoordeeld of niet geloofd te worden, veroorzaakten een deuk in de vertrouwensrelatie met zorgverleners. Dit zorgde voor stigma en het niet kenbaar maken van risicogedrag uit vrees beoordeeld te worden.

We weten dat er ook over rookstop nog verschillende adviezen gegeven worden. Bijvoorbeeld dat minderen met roken ook oké is, terwijl volledig stoppen het enige juiste advies is. Daarom ontwikkelden we de gedeelde rookstopboodschap. Dit is hét advies over rookstop dat alle zorgverleners aan (aanstaande) ouders dienen te geven.

Een andere opvallende vaststelling is dat meerdere vrouwen druk van hun partner voelden om hun levensstijl tijdens de zwangerschap aan te passen. Slechts een minderheid van de vrouwen omschreef hun partner echter als behulpzaam en ondersteunend tijdens de zwangerschap.

De onderzoekers concluderen dat het efficiënt communiceren van gezondheidsadvies een aanpak op maat van elke zwangere vrouw vraagt. De persoonlijke noden vormen hierbij het startpunt. Vandaaruit worden vrouwen ondersteund om zelf een geïnformeerde keuze te maken op basis van éénduidig advies en zonder stigma van zorgverleners.