Rustig lezen

Vertel aan de leerlingen dat je graag eens rustig een boek wil lezen, in de zetel. Maar dat kan niet want:

• de radio speelt te hard

• de zetel ligt vol rommel

• mijn boek ligt niet op de juiste plek

• ik heb geen tijd

Teken op het bord de hindernissen (radio, zetel, boek met vraagteken en een klok). Wat zou ik nu kunnen doen om toch het boek te lezen?

Laat de kinderen antwoorden geven.

Wat willen we?

Vraag aan de leerlingen om iets te bedenken wat zij als klasgroep graag willen doen. Welk doel willen ze behalen met de klas?

Noteer de ideeën op het bord en stem klassikaal welk idee het tofst en meest haalbaar is.

Tip: laat de leerlingen in kleine groepen ideeën bedenken. Nadien stellen ze de ideeën voor.

Welke obstakels?

Vraag aan de klas wat hen kan tegenhouden om hun (klas)doel te bereiken. Welke hindernissen of obstakels zijn er?

Noteer (of teken) de hindernissen op het bord.

Parcours

Ga naar een open ruimte (bewegingszaal of de speelplaats) en vraag de leerlingen om voorwerpen te zoeken die deze hindernissen voorstellen. Elk groepje maakt een hindernis.

Tip: ben je helemaal in de ban van de geluksdriehoek? Zorg dan bij elke hindernis voor een oranje object om te refereren aan de oranje bol onderaan de geluksdriehoek en vraag aan je leerlingen waarvoor dit staat.

Daarna leg je het hindernissenparcours uit aan de leerlingen en vertel je dat jullie vandaag symbolisch alle hindernissen zullen nemen die op jullie pad komen. Ze kunnen erover springen, erlangs lopen, eronder klauteren, …. Alles kan, alles mag, zolang ze de hindernissen maar nemen met de hele klas!

Bereiken ze met de hele klas de eindmeet, dan is de opdracht geslaagd!

Nagesprek

Bespreek de opdracht na met de klas en focus op het feit dat er altijd hindernissen op je pad komen. Het is een kunst om:

• je niet te laten ontmoedigen door de hindernissen die op je pad komen,

• de hindernissen één per één te nemen,

• en om door te zetten tot het finish.

De leerlingen hebben nu letterlijk ondervonden hoe ze over hun hindernissen kunnen klauteren.

Optioneel/uitbreiding: het ‘als-dan’-plan

Maar hoe gaan ze dat doen met hun gemeenschappelijk doel? Brainstorm met de klas over mogelijke stappen die ze kunnen ondernemen om hun vooropgesteld doel te bereiken.

Je kan dit formuleren in een ‘als-dan’-plan. Bijvoorbeeld: als ze een nachtje willen blijven slapen op school, dan moeten ze eerst een lieve brief schrijven naar de directeur en naar hun ouders.

Tip: deel de klasgroep op in groepen per hindernis. Zo lijken de hindernissen niet zo omvangrijk!