Bewegen en minder zitten

Burgerschapscompetentie

Secundair onderwijs

Derde graad

Eindtermen

ET NW 1      Leerlingen kunnen eigen denkbeelden verwoorden en deze confronteren met denkbeelden van anderen, metingen, observaties, onderzoeksresultaten of wetenschappelijke inzichten (A stroom).
HW 2      De leerlingen kunnen aantonen dat het behoren tot een organisatievorm, het individuele gedrag en de maatschappelijke integratie beïnvloedt (3de graad, ASO).
HW 11      Opvattingen over de mens en over de gelijkwaardigheid van mensen in historisch en cultureel perspectief plaatsen en deze opvattingen met actuele wereld­beelden verbinden (3de graad, ASO).

Leerdoelen

Kennis

  • Jongeren zijn zich bewust van maatschappelijk thema’s die van algemeen belang zijn voor mens en milieu en die een impact hebben op hun zit- en beweeggedrag. 
  • Jongeren hebben inzicht in de meerwaarde van initiatieven waar bewegen, milieu en maatschappijzorg verbonden zijn met elkaar.
  • Jongeren koppelen de universele verklaring van de rechten van de mens aan bewegen en bespreken cases (bv. in sommige landen hebben vrouwen toestemming nodig van een man om te bewegen, inclusief sport).
  • Jongeren zoeken naar en reiken oplossingen aan om meer te bewegen bij financiële barrières.


Vaardigheden en attitudes

  • Jongeren bewegen om maatschappelijke thema’s die van algemeen belang zijn voor de mens en milieu in de spotlights te zetten. 
  • Jongeren zien goede doelen waar beweging aan gekoppeld is ook als motivatie om meer te bewegen en het bewegen verder te zetten in de toekomst.

Materialen en methodieken