Verslavende middelen

Roken

Secundair onderwijs

Tweede graad

Eindtermen

Context 1: lichamelijke gezondheid en veiligheid      
VOET C1-8      Leerlingen schatten de risico’s en gevolgen in bij het gebruik van genotsmiddelen en medicijnen en reageren assertief in aanbodsituaties
VOET C1-15      Leerlingen beseffen dat maatschappelijke fenomenen een impact hebben op veiligheid en gezondheid

Waar streef je naar bij je leerlingen? 

Versterken van de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om gezonde keuzes te maken en niet te roken (zowel sigaretten, e-sigaretten, shisha of waterpijp). 

Do’s & don’ts voor jouw klas

SPECIFIEKE AANBEVELINGEN VOOR TABAKSPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Geef inzicht in (disfunctionele) gedachtepatronen en de invloed ervan op gebruik (gebaseerd op cognitieve gedragstherapie). ‘Roken helpt om te ontspannen is een voorbeeld van zo’n disfunctioneel gedachtepatroon. Kaart dit aan op basis van de 5G’s:
    • Gebeurtenis (Wat is er gebeurd? In welke situatie kwam je?)
    • Gedachten (Wat waren helpende en/of niet-helpende gedachten?)
    • Gevoel (Wat voelde je?)
    • Gedrag (Wat deed je precies?) 
    • Gevolg (Wat was het resultaat van de reactie op gebeurtenis?)
  • Focus op de kortetermijngevolgen van roken (zoals de kostprijs, uiterlijk, stoffen in sigaretten, verslaving, …) in plaats van langetermijngevolgen (zoals kankers). Dit sluit meer aan bij de leefwereld van de leerlingen.
  • Benadruk de rol die de tabaksindustrie speelt om jongeren te doen roken, vapen of shisha te gebruiken. Deze insteek wekt heel wat verontwaardiging op en versterkt de negatieve attitude tegenover roken. Vanuit deze verontwaardiging kan je leerlingen aanmoedigen om een standpunt in te nemen, een stem uit te brengen en tot actie over te gaan, samen met de klas.
  • Leer jongeren afhankelijkheids-kenmerken van een rookverslaving herkennen, zowel bij zichzelf als anderen. 
  • En... hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 2de graad SO (zie onderstaande tabel). 
Don't
  • Werk niet rond de sociale norm: vrienden bepalen voor een groot deel wat ‘normaal’ of ‘sociaal aanvaard’ is. In sommige vriendengroepen is roken, vapen of shisha gebruiken heel normaal. Hen overtuigen van het tegendeel heeft weinig zin.
  • Zwijg niet in alle talen over roken, vapen of shisha uit angst dat de leerlingen geïnteresseerd geraken. Roken is vaak deel van hun leefwereld en ze stellen zich heel wat vragen, waardoor een open klasgesprek net heel belangrijk is. 
  • Laat jongeren niet zelf ervaren hoe slecht/vies roken is. Daag hen bijvoorbeeld niet uit het eens te proberen. Ze onthouden de negatieve gevolgen niet en het verlaagt de risicoperceptie. 
  • Stigmatiseer de rokers niet: rokers zijn het slachtoffer van hun rookverslaving en kunnen vaak moeilijk stoppen. Beschuldig hen niet en heb begrip voor hun moeilijke strijd met hun verslaving.  
  • Focus niet (enkel) op peereducatie. Bij peereducatie geven jongeren voorlichting over middelen aan hun leeftijdsgenoten. Het is beter dat de les (ook) door een volwassen leerkracht of gezondheidsprofessional gegeven wordt, aangezien jongeren van deze leeftijd minder geloofwaardig zijn dan volwassenen. 
  • Betrek - in tegenstelling tot de 1ste graad -  ouders niet te veel bij de lessen over roken, bijvoorbeeld in huiswerkopdrachten. De leerlingen willen zich vaak net afzetten tegen hun ouders. Dit kan dus averechts werken, zeker als de jongere een slechte band heeft met zijn ouder.
  • En... hanteer de principes van algemene verslavingspreventie voor leerlingen van de 2de graad SO (zie onderstaande tabel). 

ALGEMENE AANBEVELINGEN VOOR VERSLAVINGSPREVENTIE

Do's

Don'ts

Do
  • Gebruik interactieve werkvormen. Laat jongeren aan het woord. Beperk je niet tot één vak of één leerjaar, maar breng het onderwerp aan bod in verschillende vakken en jaren.
  • Focus niet enkel op de overdracht van kennis. Besteed vooral aandacht aan het ontwikkelen van positieve copingvaardigheden zoals het omgaan met moeilijke gevoelens, ervaringen en omgaan met stress. 
  • Wees alert voor signalen van (problematisch) gebruik van jongeren
  • Hanteer een niet-betuttelende & niet-autoritaire aanpak. Jongeren zullen de ‘leerstof’ gemakkelijker verwerken en hiervoor meer moeite voor willen doen. Humor werkt!

En buiten je les of educatieve activiteit: werk aan het drug- en gezondheidsbeleid op school!

Don't
  • Heb het niet over cannabis en illegale drugs als dit niet tot de leefwereld van de jongeren behoort. Er bestaat anders een risico op een contraproductief effect: het uitlokken van nieuwsgierigheid.
  • Leer hen niet om ‘neen’ te zeggen tegen groepsdruk. Weerbaar maken tegen de invloed van vrienden werkt niet en kan zelfs averechts werken. In deze levensfase willen jongeren niks liever dan ‘erbij horen’. Het helpt dus niet om jongeren te vertellen dat ze minder moeten conformeren, als dat het enige is wat ze willen.   
  • Gebruik liever geen getuigenissen (bijvoorbeeld van kankerpatiënten of ex-verslaafden). Zeker niet zonder een goede nabespreking. Vaak staan getuigenissen te ver van de leefwereld van de leerlingen (qua leeftijd, achtergrond, …). Daardoor betrekken de leerlingen de boodschap niet op zichzelf. (“Dat gaat mij nooit overkomen”). 
  • Probeer niet te choqueren met angstaanjagende beelden of taal (zoals foto’s van ongevallen na het drinken van alcohol, choquerende film, politie in de klas, …). Als je je leerlingen schrik aanjaagt, zal dit herinnerd worden, maar niet het gewenste effect hebben. 

Een woordje uitleg bij de do’s & don’ts

Hoewel deze leeftijdsgroep een grote nood heeft aan preventieve programma’s op school, zijn ze ook de moeilijkste doelgroep om te beïnvloeden. Dat komt omdat ze volop in de pubertijd zitten. Hun hersenen zijn volop in ontwikkeling en het emotionele deel van de hersenen groeit veel sneller dan het rationele deel. Heel wat jongeren durven daarom meer risico’s nemen, zeker in het bijzijn van vrienden. Ook krijgen sommigen een korte ‘high’ van alles wat niet mag.

Op deze leeftijd worden vriendschappen hechter en bepalen deze grotendeels wat als ‘normaal’ wordt aanzien op vlak van roken. Toch blijkt uit onderzoek dat een aanpak die enkel gericht is op de sociale beïnvloeding en de sociale normen onder vrienden niet werkt. In je les werk je daarom beter rond positieve copingvaardigheden (zoals ingaan op de vraag hoe je omgaat met moeilijke of stressvolle momenten), en geef inzicht in (disfunctionele) gedachtepatronen (vb. ik rook om me goed te voelen) en de invloed ervan op gebruik.

Lees meer in de pdf van de leerlijn ‘verslavingspreventie in het onderwijs’.

Materialen en methodieken 

Voor de leerlingen:

Voor de ouders:

    Extra tips voor je start 

    https://www.bullshitfree.be/lesoverroken