Sociaal-emotionele context | 1ste graad SO
Voeding
Voeding en sociale, emotionele & culturele context
Secundair onderwijs
Eerste graad
Eindtermen
LG&EGZ 1.1 De leerlingen verklaren het belang van een gezonde levensstijl (A- en B-stroom).
LG&EGZ 1.16 De leerlingen uiten hun gevoelens respectvol (transversaal - attitudinaal) (1ste graad, A- en B- stroom).
LG&EGZ 1.15 De leerlingen verwoorden met behulp van richtvragen welke gebeurtenissen hen zelfvertrouwen geven en welke gebeurtenissen hen onzeker maken in het kader van hun welbevinden. (transversaal) (1ste graad, A-en B-stroom)
Leerdoelen
Kennis
- Jongeren geven aan dat het voedingspatroon een invloed kan hebben op zelfbeeld, zelfvertrouwen en welbevinden
- Jongeren argumenteren dat groepsdruk door leeftijdsgenoten hun eigen eetpatroon kan beïnvloeden
Vaardigheden & attitudes
- Jongeren identificeren de link tussen hun eigen zelfbeeld, zelfvertrouwen, welbevinden en hun voedingspatroon
- Jongeren zijn zich bewust van de sfeer waarin wordt gegeten en de invloed die dit heeft op wat en hoeveel gegeten wordt
- Jongeren kunnen stimulansen voor eigen eetgewoontes identificeren
- Jongeren kunnen emotionele aanleidingen om te eten Identificeren