Wandelaars en fietsers winnen terrein in Vlaamse steden en gemeenten

19.10.2023

Hoeveel aandacht besteden lokale besturen aan mentaal welbevinden? Hebben ze een rook- en alcoholbeleid? Promoten ze actief transport of is de auto nog altijd koning? Precies 1 jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen geeft de Preventiepeiling een stand van zaken van het preventieve gezondheidsbeleid in onze Vlaamse en Brusselse steden en gemeenten. En daaruit blijkt dat fietsers en wandelaars langzaam maar zeker terrein winnen: het aantal lokale besturen dat inzet op fiets- en schoolstraten bijvoorbeeld, is de laatste drie jaar met maar liefst 20% gestegen.

De Preventiepeiling is een grootschalige, driejaarlijkse bevraging die het preventieve gezondheidsbeleid meet in verschillende settings, waaronder steden en gemeenten.

“Een gezonde stad of gemeente creëert een omgeving waarin elke inwoner, bezoeker en werknemer gestimuleerd wordt om gezond te leven”, zegt Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits. “Uit de Preventiepeiling blijkt dat steden en gemeenten hun bewoners echt wel stimuleren om te bewegen en dat er veel meer aandacht gaat naar het mentaal welbevinden. Positief is ook de grotere aandacht voor valpreventie voor ouderen. Maar je ziet ook dat er nog mogelijke werkpunten zijn. Met de resultaten van de Preventiepeiling kunnen de lokale besturen aan de slag en keuzes maken om hun preventief gezondheidsbeleid te verbeteren. Dat past binnen onze doelstelling ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’.”

De meest opvallende resultaten uit de Preventiepeiling:

1. Stappers en trappers krijgen voorrang

    Steden en gemeenten zetten vandaag vooral in op wandelen en fietsen en minder op het ontmoedigen van autogebruik. 85% van de lokale besturen promoot actief transport met minstens 2 initiatieven (75% in 2020). Dit doen ze bijvoorbeeld door het inrichten van fiets- of schoolstraten (78% vs. 58% in 2020). Ondanks deze mooie cijfers is Koning Auto nog steeds alomtegenwoordig. Daarom zijn er nog meer initiatieven nodig die bewoners aanmoedigen om de auto te laten staan, zoals hogere parkeertarieven, minder parkeerplaatsen en lage emissiezones.

    2. Meer aandacht nodig voor lang stilzitten

    Het feit dat steden en gemeenten wandelen en fietsen meer en meer promoten, weerspiegelt zich ook in een lichte stijging van het aantal lokale besturen dat minstens 1 maatregel neemt om lang stilzitten bij inwoners te beperken (56% vs. 50% in 2020). Wat aandacht voor lang stilzitten betreft, is er wel nog duidelijk ruimte voor verbetering, bijvoorbeeld door statafels voor bezoekers in de gemeentelijke diensten te voorzien (29%) of subsidies voor zit-statafels voor socio-culturele verenigingen (1%).

    3. Het mag (soms) wat kosten

    Om hun inwoners in beweging te krijgen, willen steden en gemeenten graag een centje bijdragen. Zo geeft 67% van de lokale besturen subsidies voor korting op bijvoorbeeld de UiTPAS of op een abonnement in sportcentra. Drie jaar geleden was dat nog maar 46%. Inwoners worden ook op andere manieren uit hun kot gelokt: bijna alle steden en gemeenten (95%) organiseren bewegingsactiviteiten. Dat kan gaan van sportkampen en niet-competitieve initiatielessen, tot fietstochten en wandelingen.

    Beweegprogramma’s op maat van kwetsbare groepen worden dan weer veel minder gesubsidieerd: slechts 29% van de lokale besturen voorziet deze. Inwoners in een maatschappelijk kwetsbare situatie worden ook onvoldoende geïnformeerd over de beweegmogelijkheden, iets wat zeker een werkpunt is.

    4. Bewegen, ook op verwijzing

    De meerderheid van de steden en gemeenten biedt hun bewoners professioneel beweegadvies aan, vooral via Bewegen op Verwijzing. Daar is een duidelijke en positieve vooruitgang (85% vs. 73% in 2020), zeker voor mensen met chronische aandoeningen die baat hebben bij beweegadvies. Omdat meer lokale besturen werken met Bewegen op Verwijzing, is er ook een toename (82% vs. 71% in 2020) van het aantal steden en gemeenten dat professional advies rond lang stilzitten voorziet.

    5. Nieuw: valpreventie

    Valpreventie is een thema dat leeft bij steden en gemeenten. Het werd voor het eerst bevraagd in deze editie van de Preventiepeiling en de resultaten zijn meteen veelbelovend. Bijna 9 op de 10 gemeenten nemen minstens 2 initiatieven om valincidenten te voorkomen. Populaire initiatieven zijn een beweegaanbod voor ouderen, in de vorm van beweegroutes, een beweegbank of gezondheidswandelingen en toegankelijke gemeentelijke en openbare gebouwen. Iets meer dan de helft van de lokale besturen zorgt ook voor professioneel advies over valpreventie: door door te verwijzen naar een lokaal dienstencentrum (37%) of naar een zorgprofessional (32%).

    6. Praten over mentaal welbevinden, dat kan!

    Geestelijke gezondheid en mentaal welbevinden zitten niet langer in het verdomhoekje. Liefst 92% (82% in 2020) van de lokale besturen informeert hun inwoners over dit thema, onder meer door het hulpverleningsaanbod bekend te maken. Daarvoor worden vooral affiches, brochures, stickers of ander promotiemateriaal en/of de gemeentelijke website gebruikt. In meer dan 8 op 10 steden worden de fysieke en de sociale omgeving ingezet om het mentaal welbevinden van de inwoners te bevorderen. Dit gebeurt onder meer door stilteplekken te voorzien of het installeren van picknickbanken en ander straatmeubilair dat sociale contacten gemakkelijker maakt. Maar ook door nieuwe inwoners te verwelkomen en vrijwilligerswerk te faciliteren. Ook wie psychische begeleiding nodig heeft, blijft niet in de kou staan: 80% voorziet ondersteuning rond mentaal welbevinden en geestelijke gezondheid. Ofwel via doorverwijzing naar diensten als CGG en CAW, ofwel door zelf hulpverlening aan te bieden in bijvoorbeeld OverKop-huizen.

    7. Dringend gezocht: slim rookbeleid

    Met het rookbeleid is het minder goed gesteld. Het wordt aanbevolen om op publieke terreinen in openlucht, die zich onder meer richten op kinderen en jongeren, enkel roken toe te laten in rookzones die uit het zicht liggen of de terreinen volledig rookvrij te maken. Slechts een minderheid van de lokale besturen houdt zich hieraan. Meer nog, er is zelfs geen verbetering t.o.v. 2020: speelpleinen (35% vs. 40% in 2020), sportterreinen (32% vs. 33% in 2020), de brede omgeving van schoolgebouwen (30% - niet vergelijkbaar met 2020), parken (12% vs. 10%) en recreatiedomeinen (10% vs. 11%). Ook wie wil stoppen met roken, kan daarvoor nauwelijks in eigen gemeente terecht. Slechts 10% van de lokale besturen voorziet minstens 4 verschillende vormen van effectieve rookstophulp, zoals (een doorverwijzing naar) een tabakoloog, rookstopmedicatie, begeleiding door apotheker of huisarts, de rookstopmethode van Allen Carr of de e-sigaret als rookstopmiddel. Hier is dus nog heel veel werk aan de winkel.

    8. Alcohol- en drugbeleid kan beter

    De meerderheid van steden en gemeenten (71%) informeert hun inwoners over alcohol. Maar een pak minder (41% vs. 48% in 2020) doet dit over illegale drugs. Ook voorziet 70% van de lokale besturen vandaag hulp voor inwoners met een drug- of alcoholprobleem. Toch is er, net zoals bij roken, nog heel wat ruimte voor verbetering. Zo geeft maar ongeveer de helft van de steden en gemeenten te beschikken over afspraken/regels over het alcohol- en/of druggebruik van de inwoners en organisaties. Bijvoorbeeld in het kader van het lokale fuif- en evenementenbeleid. Daarnaast neemt slechts 1 op 4 steden en gemeenten structurele maatregelen om de alcohol- en drugproblematiek aan te pakken, zoals het (financieel) ondersteunen van organisaties die een alcohol- en drugbeleid willen uitwerken, of het op poten zetten van een lokaal alcohol- en drugoverleg.

    9. Gezonde voeding is geen prioriteit

    In vergelijking met 2020 informeren lokale besturen hun inwoners minder over gezonde voeding (65% vs. 71% in 2020) en voorzien ze ook minder professioneel voedingsadvies, door bijvoorbeeld door te verwijzen naar huisartsen en diëtisten (18% vs. 24% in 2020). Ongeveer de helft van de steden en gemeenten biedt in de eigen gemeentelijke diensten gezonde voeding en dranken goedkoper aan om zo gezonde keuzes te stimuleren. En 64% zet in op initiatieven zoals volkstuintjes, een lokaal voedselbos of een zelfplukboerderij om een gezonde voedselomgeving te creëren.