Lekkerbekjes – onderbouwing gezond zit- en beweeggedrag en de bewegingsdriehoek

Kinderen weten snel wat ze leuk vinden en wat niet. Sommigen houden van intensief bewegen en rennen zich bij wijze van spreken te pletter. Anderen lezen graag in alle rust een boek. Nog anderen wagen zich het liefst aan allerlei avonturen in de buitenlucht. Voorkeuren verschillen.

Bewegen? Kinderspel!

Kinderen bewegen omdat ze dat leuk vinden, niet omdat het goed is voor hun gezondheid. Toch blijkt dat veel kinderen niet voldoende bewegen. Slechts 6,5 % van de 6- tot 9-jarigen krijgt voldoende lichaamsbeweging (1 uur per dag aan min. matige intensiteit). Dit percentage daalt nog bij het ouder worden: van de 10- tot 17-jarigen heeft slechts 2,4 % genoeg dagelijkse beweging. En daarnaast blijkt dat ze te vaak zitten. Kinderen zitten al veel uren op de schoolbanken, maar ook ’s avonds brengen velen een groot deel van hun tijd achter de tv, computer of spelconsoles door. Anderen kiezen altijd voor een gezelschapsspel, lezen, knutselen of tekenen. Allemaal activiteiten die we, vaak door gewoonte, eerder al zittend doen.

Zelfs wanneer kinderen voldoende bewegen, kunnen ze te veel zitten. Een kind kan aan de Vlaamse gezondheidsaanbevelingen voldoen door dagelijks 60 minuten te spelen aan matige intensiteit. Behaalt dat kind de aanbevelingen, maar zit het voor de rest van de dag voornamelijk neer, dan heeft het toch een leefstijl waarbij het te lang stilzit (een sedentaire leefstijl). Het is daarom goed om kinderen gevarieerd en voldoende te laten bewegen én het lange stilzitten te beperken. Dat is niet alleen goed voor kinderen hun fysieke gezondheid maar ook voor hun mentale gezondheid. Zo zullen ze zich beter in hun vel voelen.

Hoeveel kinderen precies bewegen heeft ook invloed op hun toekomstige keuzes en levensstijl. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat mensen die in hun jeugd te weinig actief waren, dit vaak doortrekken naar hun volwassen leven. Jong geleerd is dus oud gedaan.

Het Lekkerbekjesspel

Kinderen moeten dus van jongs af aan leren proeven van uiteenlopende ervaringen op het vlak van beweging én begeleid leren omgaan met zittende activiteiten als tv-kijken, computeren en gamen. Spelen en ontdekken, leren en vervelen, samen en alleen enz. Hoe gevarieerder, hoe beter. Zo kunnen ze ontdekken wat ze leuk vinden.

Het Vlaams Instituut Gezond Leven ontwikkelde daarom voor kinderen vanaf 7 jaar geen educatief maar een ervarings- en belevingsgericht spel waarin een aantal theoretische strategieën om het beweeggedrag positief te beïnvloeden vervat zitten. Zoals samen proeven, beleven, het goede voorbeeld geven en positief belonen. Het spel kan binnen het gezin gespeeld worden en is naast zit- en beweeggedrag ook gericht op het stimuleren van gezond eetgedrag.

Met het Lekkerbekjes-bordspel vullen spelers om het snelst hun scorebord met smul- en beweegtokens. Die verdienen ze door beweeg- en proefopdrachten – die telkens proeven en bewegen combineren – uit te voeren. De eerste die voldoende opdrachten heeft vervuld en zijn scorebord vol heeft, is de grote winnaar van het spel.

Foto Mockup Gezond Leven Bordspel

Waarom? Daarom!

Kinderen weten dikwijls niet altijd wat gezond of ongezond is. Dit spel geeft ouders en begeleiders de kans om aan kinderen uit te leggen waarom ze beter weinig stilzitten en voldoende bewegen. En het maakt ook duidelijk wat gezond bewegen nu juist inhoudt. Aan kinderen meegeven dat ze zo minder risico zullen lopen op hart- en vaatziektes of diabetes later, zal hen niet overtuigen. Dat is een te-ver-van-hun-bed-show. Dat ze plezier kunnen beleven met anderen, nieuwe vrienden kunnen maken, zich fitter zullen voelen en er ook zo zullen uitzien, zich beter kunnen concentreren op school … Daar kunnen ze zich al wat meer bij voorstellen.

Beweegopdrachten volgens de bewegingsdriehoek

Heel wat tips van de bewegingsdriehoek werden op een speelse manier geïntegreerd in het spel, waaronder ‘Zit minder lang stil én beweeg meer’, ‘Ga elke dag voor een gezonde mix’ … (Her)ontdek de 8 tips van de bewegingsdriehoek.

Lang stilzitten is dus géén optie tijdens het spel. Elke proefopdracht gebeurt staand en met een leuke twist.

Spelkaarten lekkerbekjes

De beweegopdrachten variëren qua intensiteit volgens de verschillende zones van de bewegingsdriehoek. Op elke kaart waarop een bewegingsopdracht staat afgebeeld, wordt de intensiteit ervan weergegeven via een symbooltje. Want hoe intensiever de opdrachtjes, hoe meer gezondheidsvoordelen.

Ook moeten de spelers sommige opdrachten alleen uitvoeren, andere met twee en nog andere met iedereen. Zo kan je tijdens het spel uitgedaagd worden om 15 tellen op 1 been te staan met je ogen gesloten, achterwaarts onder de tafel of je stoel door te kruipen of zo snel mogelijk rond de tafel te lopen en daarbij aan al wie je tegenkomt een high-five te geven.

Lekkerbekjes beweging

Ontdekken wat leuk is

Niet elk kind beweegt even veel of even graag. Maar als dat bewegen knotsgek en bereleuk wordt, zullen kinderen het sneller en/of meer doen. En dat is ook de opzet van het spel. De bewegingsopdrachten zijn vaak hilarisch en zo uniek dat kinderen er meteen willen invliegen. Het spel zet kinderen m.a.w. onbewust aan tot beweging. De Lekkerbekjes lokken beweging uit en zorgen dat kinderen er niet bij blijven zitten.

Door de variatie in bewegingsopdrachten kunnen kinderen (én hun ouders) ook ontdekken welke bewegingsvormen ze graag doen. Door het gedrag en de keuzes van kinderen te volgen en te observeren tijdens het spel kan je zien wat hen interesseert. Vervolgens kunnen de ouders of begeleiders daarop inspelen met activiteiten op maat. Want dingen die kinderen graag doen, doen ze meer. Misschien vindt een kind de meest intensieve opdrachten waarbij je tegen elkaar strijdt wel het leukst? Dan kan je dit gebruiken om meer beweging in te lassen in alledaagse bezigheden. Probeer bijvoorbeeld eens “Ruim om het eerst het speelgoed uit de tuin op.” … Wedden dat de kinderen zullen lopen en vliegen om daar als eerste klaar mee te zijn? Opgeruimd staat netjes!

Samen in beweging

Kinderen hebben regelmatig een duwtje in de rug nodig om voedingsmiddelen te proeven en genoeg leuke, leerrijke en uitdagende activiteiten te doen. Niet zo simpel. Het belangrijkste advies daarbij is: geef hen het goede voorbeeld.

Kinderen leren door rond te kijken en na te bootsen. Hun ouders of begeleiders zijn een belangrijk voorbeeld, zeker op jonge leeftijd. Maar ook andere familieleden, zoals broers en zussen of vrienden. Dit spel geeft hen de kans om samen met hun kind te spelen en te bewegen en zo het goede voorbeeld te geven. Het enthousiasme van de kinderen wordt vanzelf groter als ouders of begeleiders en andere familieleden of vrienden meedoen. Samen nieuwe dingen beleven vinden kinderen fantastisch. Bovendien geef je kinderen zo ook mee dat ze er niet alleen voor staan. Door tijdens dit spel samen te bewegen kan je elkaar aanmoedigen, waardoor je elkaars zelfvertrouwen een boost geeft. En opdrachten die andere spelers zonder moeite tot een goed einde brengen kunnen extra motiveren om het zelf nóg iets beter te doen.

De 6 verschillende, schattig ogende ‘Lekkerbekjes’ maken het voor kinderen misschien ook aantrekkelijker om te bewegen en te proeven.

Wortel 6

Positieve sfeer en belonen

Tijdens het spel worden de kinderen positief beloond, want ze verdienen tokens als ze hapjes proeven of bewegingsactiviteiten uitvoeren. Met die tokens kunnen ze het spel winnen. Maar ook complimentjes tijdens het spel helpen kinderen om meer in zichzelf te geloven, wat opnieuw een motivatie is om verder actief te zijn. Alle kinderen zijn gevoelig voor complimenten. Zo weten ze dat wat ze doen op prijs wordt gesteld en zullen ze dit in de toekomst waarschijnlijk herhalen. Die complimenten, fijne reacties en positieve sfeer die rond het spelconcept hangen kunnen een positieve invloed hebben die de kinderen later met de bewegingsactiviteiten en voedingsmiddelen zullen associëren.