Slaagt de Vlaming erin om minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief te bewegen? Of is er nog werk aan onze actieve leefstijl? Wij verzamelden de belangrijkste resultaten uit verschillende studies.

Volwassenen (18 t.e.m. 64 jaar)

Er zijn weinig studies over licht intensief bewegen bij volwassenen. Volgens een kleinschalige Vlaamse studie (Scheers et al., 2013) bewegen mannen 3,5 uur per dag licht intensief. Vlaamse vrouwen daarentegen spenderen gemiddeld 4,5 uur per dag aan activiteiten van lichte intensiteit.

En hoe zit het met de Vlamingen van 15 jaar en ouder? Halen zij volgens de Gezondheidsenquête van 2018 de aanbeveling voor matig tot hoog intensief bewegen?

  • 64,1% van de 18- tot 64-jarigen in het Vlaams Gewest beweegt minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief. Mannen bewegen wat meer dan vrouwen tot de leeftijd van 55 jaar, daarna is het omgekeerde waar. Maar de verschillen zijn niet significant.
  • Hoe ouder je wordt, hoe minder je beweegt. Dat blijkt duidelijk uit het percentage volwassenen dat wekelijks 150 minuten matig tot hoog intensief beweegt.
  • Meer volwassenen met een diploma hoger onderwijs (66,3%) halen de aanbeveling van 150 minuten per week dan zij met een diploma hoger secundair (65,8%) en lager onderwijs (59,1%). Eén van de verklaringen hiervoor is dat Vlamingen met een diploma hoger onderwijs (47,2%) meer fietsen (minstens 1 dag per week) dan zij met een diploma secundair (37,2%) en lager onderwijs (31,3%).
  • Er is ook werk aan de winkel om onze spieren in vorm te houden. Slechts 11,5% van de Vlamingen doet 2 keer per week spierversterkende activiteiten. Daarom geven we graag deze beweegoefeningen mee, zodat iedereen hiermee aan de slag kan.
  • Een vergelijking met de vorige edities van de Gezondheidsenquête is niet mogelijk omdat toen een andere vragenlijst is gebruikt.

Een meer recentere bevraging uit 2022 bij ongeveer 3.000 Vlamingen (Preventiebarometer, 2022) toont een positieve tendens. Uit deze studie blijkt dat bijna 3 op de 4 personen (72,2%) de gezondheidsaanbeveling om minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief te bewegen haalt. We kunnen wel niet met zekerheid zeggen of de Vlaming dan ook effectief meer is gaan bewegen omdat de manier van bevragen anders is dan in de bevraging die hierboven beschreven staat. De verschillen naar geslacht, leeftijd en opleidingsniveau worden door deze studie bevestigd. Extra aandacht gaat best naar de groepen die minder bewegen: vrouwen, personen tussen 35 en 54 jaar, laagopgeleiden en mensen die het financieel moeilijk hebben.

  • Bij mannen is het percentage dat de 150 minuten-aanbeveling haalt hoger dan bij vrouwen (76,1% versus 68,2%). De geslachtsverschillen zijn het meest uitgesproken in de jongste leeftijdsgroepen van 18 tot 34 jaar en in de oudste leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder.
  • Het percentage personen dat de aanbeveling haalt, is het laagst bij de 75-plussers (64,9%), gevolgd door de 45-54-jarigen (68,5%) en de 35-44-jarigen (68,9%).
  • Het percentage personen dat de aanbeveling haalt, is lager bij laagopgeleiden (68,7%) dan bij hoogopgeleiden (73,6%).
  • Personen die melden moeilijk rond te komen met hun huishoudinkomen halen minder vaak de aanbeveling dan personen die melden gemakkelijk rond te komen (66,3% versus 74,4%).
  • Personen met obesitas (60,4%) of met overgewicht (70,4%) halen minder vaak de aanbeveling dan personen met een gezond gewicht (77,1%). Personen met obesitas halen ook minder vaak deze aanbeveling dan personen met overgewicht of ondergewicht (73,9%).

Uit de resultaten van de Belgische nationale voedselconsumptiepeiling (verder afgekort als VCP) blijkt dat het beweeggedrag van de 18-64-jarigen tussen 2014-2015 en 2022-2023 niet is veranderd. 1 op 4 Vlamingen loopt nog steeds een verhoogd gezondheidsrisico door een gebrek aan beweging. Er is geen verschil tussen geslacht en opleidingsniveau. In het algemeen besteden Vlaamse volwassenen gemiddeld 20% van hun beweegtijd aan transportgerelateerde activiteiten, wat iets minder is dan de 23% die naar vrijetijdsactiviteiten gaat of de 25% voor werkgerelateerde activiteiten. Het grootste deel van hun beweegtijd, namelijk 30%, gaat naar huishoudelijke activiteiten.

Wil je meer weten over het sportgedrag van volwassen Vlamingen? Sport Vlaanderen gaat dit om de 3 jaar na in hun Vlaamse monitor sport en beweging. G-sport Vlaanderen onderzocht dit in 2018 en 2023-2024 voor mensen met een chronische ziekte, psychische kwetsbaarheid, autisme, verstandelijke beperking, fysieke beperking, (zeer) beperkt gehoor of zicht. Hun resultaten vind je hier terug.

    Ouderen (65-plussers)

    Bij de 65- tot 74-jarigen in Vlaanderen beweegt 63,7% minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief volgens de Gezondheidsenquête van 2018. Bij de 75-plussers daalt dat tot 39,9%.

    Vier jaar later lijken de ouderen het nóg beter te doen: in de Preventiebarometer van 2022 geeft 79% van de 65-74-jarigen aan dat ze minstens 150 minuten per week matig tot hoog intensief bewegen. Bij de 75-plussers is dit nog steeds 71%. We kunnen wel niet met zekerheid zeggen of de Vlaming dan ook effectief meer is gaan bewegen omdat de manier van bevragen anders is dan in de Gezondheidsenquête die hierboven beschreven staat.

    In de meest recente editie van de VCP (2022-2023) werden voor het eerst ook ouderen bevraagd. Daaruit blijkt dat 75% van de Vlaamse 65-plusers minstens 150 minuten matig tot intensief beweegt per week. 1 op 4 Vlaamse 65-plussers loopt dus een verhoogd gezondheidsrisico door een gebrek aan beweging. Er is geen verschil tussen mannen en vrouwen. Wat betreft het opleidingsniveau is er wel een verschil: 70% van de oudere Vlamingen die geen diploma heeft of enkel een diploma basis- of secundair onderwijs beweegt minstens 150 minuten per week met een matige tot hoge intensiteit. Dat is minder dan ouderen met een diploma hoger onderwijs van het korte type (86%) of een diploma hoger onderwijs van het lange type (88%).

    Over het algemeen besteden de Belgische oudere volwassenen 21% van hun beweegtijd aan transportgerelateerde activiteiten en 22% aan vrijetijdsactiviteiten. Dit is minder dan de 47% van hun beweegtijd die ze aan huishoudelijke activiteiten spenderen. 2% van hun beweegtijd gaat naar werkgerelateerde activiteiten.

    Wil je meer weten over het sportgedrag van Vlamingen ouder dan 65 jaar? Sport Vlaanderen gaat dit om de 3 jaar na in hun Vlaamse monitor sport en beweging. G-sport Vlaanderen onderzocht dit in 2018 en 2023-2024 voor mensen met een chronische ziekte, psychische kwetsbaarheid, autisme, verstandelijke beperking, fysieke beperking, (zeer) beperkt gehoor of zicht. Hun resultaten vind je hier terug.

    Kleuters, kinderen en jongeren (3 t.e.m. 17 jaar)

    Wil je weten hoeveel kinderen en jongeren bewegen aan matige tot hoge intensiteit? Onderzoekers stootten op verschillen, op basis van hun onderzoeksmethode. Maar er is een duidelijke constante: heel weinig kinderen en jongeren bewegen elke dag 60 minuten matig tot zeer intensief.

    Er loopt dus heel wat onderzoek naar het beweeggedrag van kinderen en jongeren. We belichten 2 studies:

    • Voedselconsumptiepeiling (op basis van bewegingsmeters, nog vaak arbitrair)
    • Health Behaviour Change Studie (op basis van vragenlijsten)

    Voedselconsumptiepeiling (2022-2023)

    In Vlaanderen bewegen kinderen tussen 3 en 9 jaar dagelijks gemiddeld 55 minuten matig tot hoog intensief. Belgische jongens (59 minuten) scoren gemiddeld hoger dan meisjes (43 minuten).

    De iets oudere categorie van 10 tot 17 jaar is elke dag gemiddeld 40 minuten zoet met matige tot hoog intensieve beweging. Belgische jongens tussen 10 en 17 zijn hier wel iets langer mee bezig (46 minuten) dan meisjes (35 minuten).

    De aanbeveling om dagelijks 60 minuten matig tot hoog intensief actief te zijn, met daarbij minstens 3 dagen per week bewegen aan hoge intensiteit, blijft bij veel Belgische 6- tot 17-jarigen dode letter.

    Maar je kunt een kind van 6 toch niet vergelijken met een 17-jarige? Nee, zeker niet. En daarom vind je hier de resultaten opgesplitst per leeftijdsgroep:

    • 5-9 jaar: amper 36% krijgt voldoende lichaamsbeweging. Dit is een grote daling ten opzichte van 2014-2015 (51,4%). In 2022 haalde 45,2% van de jongens en 27,1% van de meisjes in de leeftijdsgroep van 5-9 jaar de aanbeveling. Het opleidingsniveau van ouders bleek een belangrijke factor te zijn: kinderen van ouders zonder hoger diploma waren minder actief (26,3%) dan kinderen van ouders met een diploma hoger onderwijs korte type (49,1%).
    • 10- 17 jaar: 18% heeft genoeg beweging. Dit was een significante daling ten opzichte van 2014 (35%).

    Health Behaviour Change Studie (2022)

    Deze studie focust op Vlaamse kinderen en jongeren en besluit dat leeftijd en geslacht een bepalende rol spelen. In dit onderzoek heeft men geen rekening gehouden met de component ‘minstens 3 dagen per week bewegen aan hoge intensiteit’. Enkele cijfers:

    • 21,3% van de 11- tot 18-jarige jongens beweegt dagelijks minimaal een uur matig tot zeer intensief (gezondheidsaanbeveling beweging). Bij meisjes van dezelfde leeftijd is dat significant minder: 13,7%.
    • Neem je de periode van 2014 tot 2018 onder de loep? Dan zie je een gunstige evolutie. In 2014 behaalde nog 17,4% van de jongens de aanbeveling van een uurtje beweging, bij de meisjes was dit 10%.
    • 11- tot 12-jarigen zijn duidelijk actiever dan de oudere adolescenten: 24,3% van de jongens en 19% van de meisjes halen de aanbeveling. Vanaf de leeftijd van 13 en 14 jaar is er een duidelijk kantelpunt.
    • Meisjes uit het secundair beroepsonderwijs behalen de aanbeveling minder dan meisjes uit het secundair technisch onderwijs (respectievelijk 9,4% en 15,2%)

    Wil je meer weten over het sportgedrag van kinderen en jongeren? Sport Vlaanderen gaat dit om de 3 jaar na in hun Vlaamse monitor sport en beweging. G-sport Vlaanderen onderzocht dit in 2018 en 2023-2024 voor mensen met een chronische ziekte, psychische kwetsbaarheid, autisme, verstandelijke beperking, fysieke beperking, (zeer) beperkt gehoor of zicht. Hun resultaten vind je hier terug.

      Preventiepeiling

      De Preventiepeiling is een driejaarlijkse grootschalige online bevraging die in 12 verschillende settings, zoals onderwijs, kinderopvang, ondernemingen, lokale besturen en diverse zorg- en welzijnsvoorzieningen nagaat wat deze organisaties doen voor hun doelgroep rond verschillende gezondheidsthema's en hoe ze ervoor zorgen dat hun preventief gezondheidsbeleid succesvol is. Ook concrete acties en initiatieven om in te zetten op het thema beweging komt in elke bevraging aan bod. Hierbij vormde de bewegingsdriehoek de basis voor de inhoud van de vragen (bv. wat doen scholen zodat leerlingen voldoende bewegen?