Vzw Cirkant in Turnhout begeleidt jongeren in moeilijkheden. Jongeren die thuis problemen hebben, kunnen er onder andere tijdelijk verblijven in de leefgroep ‘Cantel’. Of zelfstandig wonen in studio’s. Sinds kort waait door Cirkant een gezondere wind. Sinds pedagogisch begeleidster Valérie en logistiek medewerkster Mariam beslisten om te timmeren aan een preventief gezondheidsbeleid. Wij waren benieuwd hoe de vork er vandaag in de steel zit en gingen er langs. En dat werd een bijzonder boeiende babbel.

Losse acties worden beleid

Valérie en Mariam wilden al langer inzetten op gezonde voeding en meer beweging in hun jeugdhulporganisatie. En dat deden ze: met sportprojecten, nu en dan een ‘gezonde week’, vegetarische dagen … Allemaal losse initiatieven die ‘hun gasten’ lieten proeven van een gezonder en actiever leven. Maar ze wilden écht tot een gezondheidsbeleid komen, wisten alleen niet goed hoe. Tot Valérie de vorming Gezonde Gasten ging volgen, en Mariam die van Gezonde Kost. “Vanaf dan is het écht beginnen leven bij ons.”

Nood aan … Gezondere Gasten

Waarom Cirkant vzw aan de slag ging met Gezonde Gasten en Gezonde Kost? Mariam: “We wilden onze jongeren gewoon gezonder leren leven. Velen komen uit een gezin waar ze altijd hetzelfde eten, en meestal niet gezond. Voor hen is het zeker interessant om te zien dat het anders kan.” Valérie vult aan: “We merkten ook dat sommige van onze jongeren hier wat kilo’s aankwamen. En dan hebben we ons afgevraagd of onze aanpak hier wel oké was. Zeker omdat enkele jongeren ons kwamen vertellen dat ze zich onzeker voelden over hun gewicht en ons vroegen wat ze eraan konden doen. Dus het initiatief om gezonder te eten kwam ook deels van hen.”

“Ik zal anders rechtstaan om eentje te roken”

Een stagiaire zocht bij vzw Cirkant uit hoe ze gezonde voeding en meer beweging op een positieve manier kon brengen in de groep. En daarvoor ging ze de jongeren zelf bevragen, om zicht te krijgen op hun situatie en noden. De jongeren denken wel dat het hen zou lukken om eens een stuk fruit mee te nemen naar school in plaats van een koek. En de meesten vinden dat ze al gezond eten, omdat ze bijvoorbeeld “niet elke dag fastfood eten”. Wat beweging en het doorbreken van stilzitten betreft, hebben ze verrassende ideeën. Zo zeiden ze “dat ze misschien konden rechtstaan om een sigaretje te roken in plaats van erbij te zitten” of om “al wandelend te gamen”.

Niet élke dag choco

“Er wonen hier op Cantel momenteel 7 jongeren in. Vroeger moesten we om de twee dagen een nieuwe pot choco op tafel zetten. Da’s niet oké. We hebben daar met onze jongeren over gepraat, samen gekeken naar wat we konden doen”, vertelt Valérie. Zo ging de chocopot niet elke dag meer op tafel, maar af en toe. “In het begin zaagden onze jongeren daar wel eens over, maar ze weten ook dat het anders moest.” Ook wat beweging betreft, gaat het de goeie richting uit. “We hebben een UiTpas en de jongeren vragen ons geregeld of ze mogen gaan zwemmen met elkaar, of gaan lopen. Ze komen er dus zelf mee, maar het is wel een beetje aangestuurd door ons”, zegt Valérie nog.

Langzaam maar zéker

De weekmenu’s van Cantel kregen dus een gezonder jasje aangemeten. Daar zorgde Mariam voor. “Ik plan nu meer veggiedagen, zorg voor meer groenten en variatie … Er kwam en komt daar wel reactie op, maar we mogen niet klagen: onze jongeren eten er wel van.” De verandering van spijs valt dus in de smaak. “Je kan niet alle dingen die ze lekker vinden maar niet echt gezond zijn ineens wegnemen. We hebben geleidelijk aan gezondere stapjes gezet. Dat werkt hier het best”, vertelt Mariam nog. Valérie: “Onze jongeren hebben tijd nodig om eraan te wennen. We hebben geprobeerd om nieuwe dingen op een leuke manier te introduceren en onze jongeren zo goed mogelijk te betrekken.”

“Zitten daar kikkers in?”

Mariam introduceert ook producten die de jongeren niet echt kennen. “Toen ik kikkererwten voor het eerst op het menu zette, kreeg ik de vraag of daar kikkers in zitten. (lacht) Ik leg hen dan uit dat kikkererwten of andere peulvruchten goede vleesvervangers zijn, dat ze gezond zijn. En ik zeg hen dat ons lichaam gewoon niet elke dag vlees nodig heeft.” Veggiedagen blijven toch moeilijk. “Als het menu helemaal vleesvrij is, vragen ze me waar de worst is. Ze zien hier toch liefst een stuk vlees op hun bord.” Valérie: “Als je gewoon bent van altijd vlees te eten, dan is dat gewoon heel raar als dat wegvalt.” Ook ging Mariam eens voor een vegetarische spaghetti, waarbij ze gehakt verving door linzen. “Toen schrokken ze even. Maar ze zeiden me achteraf dat ze het lekker vonden.”

Het juiste midden

Betekent dit dat er in Cantel nooit meer frietjes op tafel komen? Dat er alleen nog water wordt gedronken? Absoluut niet. Mariam: “Je moet een evenwicht zoeken tussen gezond en minder gezond.” Mariam stelt wekelijks de menu’s op, doet de boodschappen. En dat weten de jongeren. Valérie: “Soms vragen ze aan Mariam om iets mee te brengen. En dat kan, maar we proberen dat zo goed mogelijk op een gezonde manier aan te pakken. Het hoeft hier natuurlijk niet élke dag salade te zijn.” Een koek zit er dus zeker nog in. “We merken dat structuur goed werkt bij onze jongeren. Elke woensdag mogen ze een minder gezond tussendoortje pakken, zoals een pudding of koek. En dan weten ze dat ze de rest van de week gezonder moeten eten. Als ze één dag eens mogen ‘zondigen’, dan aanvaarden ze dat sneller.”

Het oog wil ook wat

Presentatie is belangrijk, dat ondervond ook Valérie: “Je moet dingen op een uitnodigende manier presenteren. Als je op de ontbijttafel bijvoorbeeld een kan warm water zet en er mooi enkele theezakjes bijlegt, dan gaan onze jongeren er al sneller voor kiezen. En als we al eens tijd over hebben, dan zetten we een kan water met een fruitsmaakje. Als dat er leuk uitziet, dan drinken ze dat ook.”

Variatie is belangrijk, maar te veel is te veel. “Vroeger stond er hier ’s morgens confituur, speculaaspasta, stroop én choco op tafel. Nu kiezen we er een aantal dingen uit en zorgen we dat er elke dag iets anders op tafel staat.” Mariam: “En er was ook appelsiensap, appelsap en multivruchtensap om te drinken. Da’s te veel.” Dus liet Mariam er plots de appelsap uit. “Ze vroegen ernaar, maar ik zei hen dat ze nog appelsiensap, multivruchtensap, thee, melk of water konden drinken.” Twee weken haalde ze er ook de multivruchtensap uit, en daar kwam geen reactie op. “Als ze het niet zien, vragen ze er ook niet naar.”

Gezonde Gasten smaakte naar meer

Voor Valérie was Gezonde Gasten een goed begin: “Ik vond de vorming heel interessant en leuk gebracht. Er kwamen veel mensen spreken, allemaal met een verschillende achtergrond en expertise. Zoals een diëtiste, een bewegingsdeskundige, een medisch milieukundige en iemand die de jeugdhulp goed kent. Ik vond dat super.” Valérie vond het ook fijn om iets tastbaars te hebben na de opleiding: “We hebben hier achteraf nog vaak die checklists vastgepakt.” Ook Gezonde Kost viel in de smaak bij Mariam: “Ik heb er veel uit geleerd. In de vorming zaten koks en medewerkers van verschillende voorzieningen en het is interessant om te horen hoe ze het elders aanpakken. We konden ideeën van elkaar opdoen. Sommige organisaties hebben echt koks in huis. Bij ons zijn het de begeleiders die koken.”

Beide zijn tevreden over hun vorming. Maar die mocht voor hen wel een staartje krijgen. Valérie: “Na zo’n vorming ga ik altijd met superveel ideeën naar huis. Ik ben er dan even mee bezig, maar dan verwatert dat, veelal door tijdsgebrek. En dat is jammer.” Daarom zijn Valérie en Mariam voorstander van een ‘terugkomdag’. “Het zou ideaal zijn om zo’n halfjaar na de opleiding eens te pingpongen met andere organisaties om te kijken hoe het daar nu loopt.”

Meer weten over eten

Uit een bevraging bij de jongeren zelf blijkt dat ze graag meer willen weten over gezonde voeding en zeker over beweging. Mariam en Valérie zien daar externen het meest voor geschikt: “Als iemand van de sportschool hier komt uitleggen hoe belangrijk beweging is, of een diëtist komt zeggen dat snoepen zo slecht is voor de gezondheid, dan gaan ze dat sneller aannemen. Onze jongeren staan er niet bij stil dat je echt ziek kan worden van slechte voeding.” Valérie: “Je hebt jongeren die zichzelf ook volproppen als het niet goed gaat, zeker in de studio’s waar ze zelfstandig wonen. Daar hebben we minder in de hand wat op hun bord komt. Zij krijgen voedingsgeld en kiezen zelf wat ze kopen. Wij gaan wel met hen winkelen en kunnen hen wat sturen in de gezonde richting, maar hun budget is beperkt en gezond koken voor weinig geld blijft moeilijk voor hen. Toch hameren we erop dat iets gezonds niet altijd duur hoeft te zijn. Maar als je een stukske zalm in de winkel ziet, verschiet je toch van de prijs. Dus het blijft een uitdaging om binnen een budget gezond te koken, en daarbij ook te variëren.”

Over Gezonde Gasten

Gezonde Gasten is een methodiek die jeugdhulporganisaties helpt bij het opzetten van een (preventief) gezondheidsbeleid. Veel kinderen en jongeren die in de jeugdhulp verblijven of begeleid worden, bevinden zich in een moeilijke sociaal-economische gezinssituatie. Dat maakt hun kansen op een goede gezondheid vaak precairder. Organisaties in de jeugdhulp kunnen helpen om de kansen op een goede gezondheid voor hun doelgroep te vergroten, door zelf een gezond aanbod te hebben en gezond gedrag bij de jongeren te stimuleren. Dit vanuit een positieve insteek en zoveel mogelijk aansluitend bij hun reguliere begeleidingsopdracht. De Gezonde Gasten-methodiek biedt hierin ondersteuning.

Over Gezonde Kost

Voor koks, logistiek medewerkers of begeleiders uit de welzijnssector en die lekker gezond willen koken voor verschillende leeftijdsgroepen en verschillende noden is er de vorming ‘Gezonde Kost’. Uitgangspunt is de voedingsdriehoek. Deelnemers kunnen rekenen op inspiratie en leren hoe ze een evenwichtig en gevarieerd weekmenu kunnen opstellen.