Stel je voor dat … DEEL I

Leg je klas volgende casus voor:

Stel je voor dat … je op één avond én ontzettend veel huiswerk hebt én je moet leren voor een toets én je hebt een training voor je hobby én je moet je kamer opkuisen én je broer wil met je spelen. Je hebt tijd tekort, je ziet niet hoe je alles kan doen, je ziet het allemaal even niet zitten.

Stel klassikaal volgende vragen:

• Ken je dat gevoel?

• Hoe voelt dat?

• Hoe zou je daarmee omgaan?

Laat de leerlingen even kort overleggen met hun buur en bespreek nadien klassikaal.

Het rad vol mogelijkheden

Introduceer vervolgens ‘het rad vol mogelijkheden’. Dit is een rad dat je helpt om met moeilijke momenten of emoties om te gaan. Het laat je zien hoe je in het moment kan reageren.

Tip: het belangrijkste bij deze oefening is dat de leerlingen reflecteren over verschillende strategieën om met een moeilijke situatie of emotie om te gaan. Het is niet de bedoeling om te zoeken naar dé perfecte manier, dit verschilt immers van persoon tot persoon. Deze oefening heeft als doel leerlingen te laten kennismaken met nieuwe strategieën en hen door verhalen van medeleerlingen aan te moedigen deze ook eens uit te proberen.

Maak samen met de klas het rad door de spieën (zie bijlage) in een cirkel met de punt naar het midden op de grond of op een tafel te leggen.

Tip: ben je supercreatief en ga je graag met hamer en spijker aan de slag? Dan houden we je zeker niet tegen om een groot, houten rad van opties te maken voor in de klas. Deze wiki-how toont hoe je dit in elkaar kan knutselen. Go go go Handige Harry’s en Harriettes!

Overloop alle spieën klassikaal, geef wat uitleg bij elke spie en vraag de leerlingen naar voorbeelden. Pols tot slot of de leerlingen nog andere manieren kennen om te reageren op moeilijke momenten of emoties. Vul deze aan op de lege spieën (zie bijlage).

Stel je voor dat … DEEL II

Verzamel alle leerlingen rond het ‘rad vol mogelijkheden’ en leg enkele nieuwe casussen voor. Bijvoorbeeld:

• Stel je voor dat iemand je uitscheldt aan de schoolpoort en zegt dat je een ‘stommerik’ bent. Hoe ga je daarmee om?

• Stel je voor dat je ouders ruzie hebben met elkaar. Hoe ga je daarmee om?

• Stel je voor dat je iemand verliest die je heel graag ziet. Hoe ga je daarmee om?

• Stel je voor dat je een buis hebt op je rapport. Hoe ga je daarmee om?

• ...

De leerlingen verspreiden zich na elke casus in de klas en gaan bij de strategie staan die voor hen het best zou werken. Leerlingen die zich moeilijk de situatie (en aanpak) kunnen voorstellen, kunnen een stap achteruit zetten.

Hou vervolgens een klasgesprek over de gekozen strategieën en pols bij de leerlingen waarom dat voor hen goed werkt (of net níet).

Herhaal dit voor een aantal casussen.

Tip: het gaat in deze oefening niet om moeilijke gevoelens negeren of niet toelaten. Het gaat erom dat leerlingen moeilijke momenten en gevoelens (h)erkennen, begrijpen dat ze er zijn en vervolgens op zoek gaan naar gepaste manieren om ermee om te gaan.

Persoonlijke moeilijke momenten

Pols bij de leerlingen of zij zelf een casus hebben die ze willen voorleggen aan de klas. Herhaal bovenstaande stappen.

Tip: erken de moeilijke emoties van de leerlingen en bevestig dat het vervelend is dat ze zich dan zo voelen: “Dat moet erg lastig zijn voor jou!” of “Wat moeilijk voor je!”.

Take home message

Sluit de oefening af met een ‘take home message’. Kunnen ze raden welke dat is?

Laat je leerlingen deze zin aanvullen:
“Het gaat er niet om OF je je slecht voelt, maar wel …”

Het juiste antwoord is:
“Het gaat er niet om OF je je slecht voelt, maar wel HOE je ermee omgaat!”

Bespreek de zin kort na en leg uit waarom jullie hiermee in de klas aan de slag gaan. Herhaal samen met de leerlingen de zin enkele keren repetitief, als een soort mantra.

Tip: je kan er ook een dansmove bij maken. Check de methodiek ‘Loslaatmantra’s’ voor meer inspiratie.