Voeding

Voeding en duurzaamheid

Secundair onderwijs

Tweede graad

Eindtermen

ET NW 4      Leerlingen kunnen bij het verduidelijken van en het zoeken naar oplossingen voor duurzaamheidvraagstukken wetenschappelijke principes hanteren die betrekking hebben op grondstoffenverbruik, energieverbruik, biodiversiteit en het leefmilieu (A-stroom)
ET PAV 28      Leerlingen kunnen in hun eigen regio de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen situeren (B-stroom)
ET PAV 31      Leerlingen zijn gemotiveerd om te zorgen voor de eigen gezondheid en het eigen welzijn en dat van anderen (B-stroom)

Leerdoelen

Vaardigheden & attitudes

  • Jongeren kunnen onderbouwen waarom een faire prijs voor voeding voor de boer van belang is
  • Jongeren herkennen het duurzaamheidslabel voor fair trade op voeding
  • Jongeren staan ook kritisch t.o.v. het fair trade concept en leggen ook verbanden met andere duurzaamheidsaspecten (vb. vaak tropische producten die per vliegtuig getransporteerd worden, voor de kweek van fair trade producten kan ook ontbossing nodig zijn, zijn fair trade producten altijd gezond?)
  • Jongeren hebben kennis over de politieke invloed op het aanbod van voedingsmiddelen

Materialen en methodieken