Gezonde en duurzame voeding: uitdaging voor landbouw én consument

14.01.2019

De voedingsdriehoek moedigt consumenten aan om, ook in hun voedingskeuzes, efficiënt om te gaan met het beschikbare voedselaanbod en de beperkte hulpbronnen. Concreet betekent dat: minder dierlijke producten, meer plantaardige en zo weinig mogelijk sterk bewerkte producten gaan produceren en consumeren. Dat is goed voor je gezondheid én het milieu, bevestigen ook het jaarlijkse Landbouwrapport en de Milieuverkenning van de Vlaamse Overheid, beiden voorgesteld eind 2018.

Gezonde voeding, voor iedereen, nu en in de toekomst. Om die doelstelling waar te maken moeten we anders gaan eten. We eten te weinig fruit en groenten, te veel rood en bewerkt vlees en te veel ultrabewerkte producten zoals chips, koekjes, frisdranken enz,… Zowel onze gezondheid als het milieu lijden daaronder. 

Voedingsdriehoek toont de weg

De nieuwe voedingsdriehoek toont helder waarvan je best meer en minder eet en zet je concreet op weg naar een gezonder en duurzamer eetpatroon. Ook de recent voorgestelde Milieuverkenning (2018) en het nieuwe Landbouwrapport (2018) van de Vlaamse overheid promoten de voedingsdriehoek als tool om de hoge milieudruk van ons voedingssysteem te verminderen. De rapporten erkennen ook dat gezond en duurzaam eten in elkaars verlengde liggen.

De productie van dierlijke eiwitten als vlees, zuivel en eieren leidt volgens het Landbouwrapport tot meer broeikasgasemissies en stikstofverliezen en een hoger land- en watergebruik dan de productie van plantaardige eiwitten. Zowel het Landbouwrapport als de Milieuverkenning wijzen ook expliciet op de gezondheidsvoordelen van een duurzamer voedingspatroon.

Eiwittransitie

Een eiwittransitie is één van de pistes om de milieudruk te verminderen, aldus het Landbouwrapport. Hoogkwalitatieve eiwitten worden daarbij op een directere en meer duurzame manier beschikbaar gesteld voor de mens.

Je kan bijvoorbeeld dierlijke eiwitten voor menselijke consumptie gedeeltelijk vervangen door plantaardige eiwitten (bv. peulvruchten, granen, enz.), of plantaardige eiwitbronnen direct verwerken tot een product vergelijkbaar met vlees (bv. vleesvervangers 2.0 of hybride producten). Tot slot kan de industrie ook innovatieve producten op basis van alternatieve eiwitbronnen ontwikkelen. Denk maar aan insecten, zeewier of algen.

Langetermijnvisie essentieel

Bij de omschakeling naar een duurzamer en gezonder voedingssysteem is een breed gedragen langetermijnstrategie rond voedselproductie én -consumptie essentieel, vult de Milieuverkenning aan. Dat betekent ook afstemming tussen alle betrokken beleidsdomeinen, zoals gezondheid en landbouw. Een coherent voedingsbeleid gaat hand in hand met een consistente sensibilisering van de burger. Volgens de Milieuverkenning biedt de voedingsdriehoek hiervoor een goede basis. Het landbouwrapport zegt dat de driehoek ingezet kan worden voor de promotie van meer groenten en fruit.

De Milieuverkenning stelt 5 voedselstrategieën  voorop die, zeker in combinatie, kunnen bijdragen tot een duurzamer en gezonder voedselsysteem.

  • De hele voedingsomgeving aanpassen, bijvoorbeeld via nudging. Supermarkten kunnen bijvoorbeeld lokale seizoensproducten een prominentere plaats geven in de winkel. Restaurants van de overheid, scholen en bedrijven kunnen de vleesporties verkleinen en standaard vegetarische alternatieven aanbieden.
  • Normen en waarden rond voeding beïnvloeden: we zijn verknocht aan gemakkelijk, hapklaar en kant-en-klaar verpakt voedsel. Elke dag vlees eten maakt voor veel mensen bovendien deel uit van hun cultuur. Bovendien hechten mensen in westerse landen vaak minder waarde aan voedsel door de lage prijs ervan, zeker in welvarende landen. Die situatie veranderen is een grote uitdaging. Het Milieurapport verwijst o.a. naar de inzet van influencers, bijvoorbeeld bekende koks, om duurzame voeding het nieuwe normaal te maken. Maar ook korteketen landbouw kan de consument sensibiliseren en de afstand tussen boer en consument verkleinen. Een bewustere consument heeft meer respect voor wat hij eet én voor degene die het produceert.
  • Duurzame producten promoten in de retail: het aandeel van lokale en duurzame voeding in het winkelaanbod groeit maar is nog steeds relatief klein. Een strategie rond correcte prijsvorming is om die reden belangrijk.
  • Horeca en cateraars als afnemers activeren: De Vlaamse overheid is een belangrijke afnemer van cateraars. Door de krachten te bundelen kan de overheid een grotere markt creëren voor duurzame voeding.
  • Lokale productie stimuleren: producenten die zich richten op de lokale markt zouden op een meer consistente manier ondersteund kunnen worden

Lees ook de bijdrage van Loes Neven van Gezond Leven aan het Landbouwrapport