Tijd dat we ons mentaal welbevinden serieus nemen

30.08.2019

Psychiater Damiaan Denys deed vorige week enkele uitspraken in Knack die misschien bij een aantal mensen de wenkbrauwen deden fronsen. Zoals dat lijden nu eenmaal bij het leven hoort. En dat mensen tegenwoordig te snel hulp nodig denken te hebben. Wij nuanceren.

Een gelukkig leven lijden

Tenzij je een doorgewinterde boeddhist bent en na jaren ontbering en meditatie afstand hebt genomen van alle lief en leed, heb je je al lang neergelegd bij het feit dat tegenslagen bij het leven horen. En dat die vaak een vorm van lijden teweegbrengen. De meeste mensen zullen dus geen probleem hebben met de stelling dat lijden bij het leven hoort. Sterker nog: lijden kan zelfs tot goede dingen leiden. Het helpt ons betekenis te zoeken (en te vinden) in het leven, en stimuleert het gevoel van verbondenheid met anderen, want lijden is nu eenmaal universeel. 

Maar leren omgaan met lijden is moeilijk. We wachten vaak lang - té lang - om dat leren aan te vatten. Ouders behoeden hun kinderen zo veel mogelijk voor verdriet en pijn, en als volwassenen beschermen we onze dierbaren en onszelf voor alle vormen van lijden. Dat doen we door er zo weinig mogelijk aandacht aan te besteden of door kinderlijk magisch denken dat het ons wel niet zal overkomen. 

Wanneer we dan (onvermijdelijk) met tegenslagen of angsten worden geconfronteerd, beseffen we dat we eigenlijk nooit geleerd hebben hoe we er gepast mee moeten omgaan. En zelfs wanneer we op jonge leeftijd al een flinke portie leed hebben moeten verteren, kan het op een bepaald moment te veel worden. Op zo’n moment belanden we misschien in een neerwaartse spiraal of raken we zodanig overspoeld dat de stap naar hulpverlening zich opdringt. We moeten ons gelukkig prijzen dat dit kan in Vlaanderen. 

Maar dat betekent ook dat we pas beginnen te werken aan onszelf, ons welbevinden en onze veerkracht, op een moment dat we al mentaal aan de grond zitten. Wanneer onze kracht, energie, en ons zelfvertrouwen al een serieuze deuk gekregen hebben. 

Leren (omgaan met) lijden

Stel je voor dat het mogelijk zou zijn om jezelf steviger te maken op een moment dat je je wél nog goed in je vel voelt. Zodat je in momenten van nood kan terugvallen op kennis, hulpbronnen en vaardigheden die je door die woelige periodes heen helpen. En die tegelijkertijd je weerbaarheid versterken tegen de negatieve effecten van stress en tegenslagen die je mentaal welbevinden ondermijnen. 

Hoewel tegenslagen, stress en pijn niet te vermijden zijn, kan het mentale lijden dat eruit voortvloeit wel voor een stukje beteugeld worden. Want een deel van dat lijden is te wijten aan vastgeroeste denkpatronen, aan hoe we ons leven vormgeven en aan de (mentale) gewoonten die we kweken. 

En dit aandeel kan dus ook verzacht worden: door anders tegen ons leven en ons lijden te leren aankijken, minder kritisch te worden voor onszelf en begrip voor onszelf en onze tekortkomingen te cultiveren, en te werken aan een ondersteunende omgeving. 

Zorgen voor onze geest

Wordt er dan té snel hulp aangeboden? En kunnen we laagdrempelige hulp, zoals Damiaan Denys suggereert, dan niet beter afschaffen zodat mensen zelf met hun eigen miserie leren omgaan? Neen. Mensen die geconfronteerd worden met lijden moeten niet wachten tot ze ernstige psychiatrische problemen ontwikkelen met vaak barslechte prognoses en hoge hervalcijfers. 

Ze moeten ondersteund worden zodat ze weten hoe ze met dit lijden kunnen omgaan en ze moeten in de zorg terechtkunnen wanneer ze het moeilijk hebben, en geen uitweg vinden. Sterker nog. In plaats van te wachten om professionele hulp aan te spreken totdat we ons rotslecht voelen en niet meer kunnen functioneren, zouden we ook op momenten dat alles goed zit, moeten werken aan onze geestelijke gezondheid, veerkracht en mentaal welbevinden. Net zoals we ons lichaam verzorgen – door basishygiëne, door te bewegen en te sporten, door gezond te eten – is het van belang dat we ook voor onze geest zorgen. En dat moeten we leren. 

Mochten me we met zijn allen meer investeren in ons mentaal welbevinden vóór we met ernstig lijden geconfronteerd worden, en mocht welbevinden in onze maatschappij wat serieuzer genomen worden, dan zou de nood aan hulpverlening misschien wat minder hoog zijn.