Beweging en publieke ruimte
Elke dag voldoende bewegen is goed voor je gezondheid. De inrichting van de publieke ruimte heeft een grote invloed op hoeveel wij bewegen tijdens onze vrije tijd of tijdens onze actieve verplaatsingen. Een beweegvriendelijke buurt wordt bepaald door de mate waarin een buurt, een omgeving, het mogelijk maakt en stimulerend is om te bewegen.
De rol van de context: de beweegvriendelijke omgeving in de publieke ruimte
Mensen bepalen hun gedrag niet alleen. Ook de context of de omgeving waarin we leven, heeft een grote impact op de keuzes die we maken.

Volgens het Gedragswiel zijn er vier soorten factoren die ons (beweeg)gedrag kunnen beïnvloeden binnen de context/beweegomgeving:
- fysieke factoren;
- sociaal-culturele factoren;
- economische factoren;
- politieke factoren.
Deze vier factoren van de context beïnvloeden samen met de drijfveren en competenties het beweeggedrag van mensen. Samen, omdat ze niet enkel elk apart een invloed hebben op het gedrag, maar elkaar ook beïnvloeden.
Lees meer over de verschillende determinanten van gezond gedrag in het kader van het Gedragswiel.
Hieronder gaan we dieper in op de fysieke factoren van de context en de impact ervan op ons beweeggedrag.
De mate waarin we bewegen kan mede verklaard worden door de fysieke context waarin we ons begeven. Onze werking richt zich op beweging in de publieke ruimte, de ‘beweegvriendelijke omgeving’.
Maar hoe kan publieke ruimte er nu voor zorgen dat we meer gaan bewegen? De bewegingsdriehoek is hét betrouwbare kompas dat de meest aangewezen richting aangeeft om meer te bewegen en minder lang stil te zitten. Hierin staan verschillende activiteiten die afhankelijk zijn van de publieke ruimte. De publieke ruimte is dus een belangrijke setting voor verschillende bewegingsactiviteiten. Publieke ruimte die aanzet om te bewegen is een kwestie van planning en inrichting. Goede ruimtelijke planning zorgt er namelijk voor dat (sport)voorzieningen nabij zijn (fiets- en wandelafstand) en een voldoende en verspreid aanbod aanwezig is. Goede ruimtelijke inrichting is een andere eigenschap: het park om de hoek bijvoorbeeld, is bereikbaar via verschillende brede, afgescheiden en effen fiets- en wandelpaden, is veilig dankzij verlichting en is voorzien van kwalitatief groen. De locatie en de inrichting van het park bepaalt of we het park ook bezoeken, ons er actief naar verplaatsen en of het uitnodigt om erin te bewegen.
Het gebrek aan een goede fysieke context, of in dit geval een kwalitatieve publieke ruimte, kan een drempel voor bewegen vormen. Een onveilig fietspad om naar het werk te fietsen, het gebrek aan speeltuinen in de buurt, een park waarin men zich onveilig voelt, een slecht bereikbare sporthal en, een oneffen voetpad (voor ouderen), zijn enkele voorbeelden van hoe de publieke ruimte een drempel kan vormen voor beweging.
Een fysieke omgeving die bewegen stimuleert en faciliteert noemen we een ‘beweegvriendelijke omgeving’. In een beweegvriendelijke omgeving zijn actieve verplaatsingen een evidentie, is recreatief bewegen aangenaam en zijn voorzieningen om sportief te bewegen talrijk aanwezig, toegankelijk en bereikbaar.
De grootste gezondheidswinsten, als resultaat van een meer beweegvriendelijke omgeving, vallen te boeken bij mensen met een lage sociaaleconomische status, kinderen en jongeren en ouderen. Rekening houden met deze risicogroepen en de gezondheidsongelijkheid vergroot de positieve impact van een beweegvriendelijke omgeving.
De beweegvriendelijke omgeving in de publieke ruimte
Er zijn heel wat argumenten voor een beweegvriendelijke omgeving. Die draagt bij tot tal van gezondheidsvoordelen (fysieke, mentale en sociale gezondheid en een gezond leefmilieu) en is dus een ideaal startpunt om aan preventieve gezondheidsbevordering te doen.
Hoe kunnen de planning en de inrichting van de publieke ruimte nu bijdragen tot een beweegvriendelijke omgeving? Enerzijds door in te zetten op actieve mobiliteit (functioneel bewegen) en anderzijds door actieve vrije tijd (recreatief en sportief bewegen) te stimuleren.
Actieve mobiliteit
Ons vaker met de fiets of te voet verplaatsen heeft niet alleen positieve effecten op het milieu (geluidshinder, luchtkwaliteit en CO2-uitstoot), maar ook op de gezondheid van fietsers en wandelaars. Omschakelen naar actieve mobiliteit is een uitstekende manier om meer te bewegen. De overgang van gemotoriseerd personenvervoer naar fietsen en wandelen wordt ook de modal shift genoemd. Dit is gebaseerd op het STOP-principe, waarbij er een rangorde van meest wenselijke naar minst wenselijke vervoersmethode wordt gehanteerd om naar een duurzame mobiliteit om te schakelen. Als meest wenselijke ‘Stappers’, dan ‘Trappers’, daarna ‘Openbaar vervoer’ en als minst wenselijke ‘Privé gemotoriseerd vervoer’.

Het omschakelen van gemotoriseerd vervoer naar zo veel mogelijk actieve verplaatsingen heeft zowel persoonlijke als maatschappelijke gezondheidsvoordelen. Om de gezondheidsvoordelen van een modal shift te berekenen in economische winst voor de maatschappij, werkte Gezond Leven mee aan de gezondheidscalculator modal shift.
Wandelen is de meest toegankelijke en betaalbare manier van bewegen. Bovendien is wandelen de meest wenselijke verplaatsingsmethode volgens het STOP-principe. Daarom is het uitermate belangrijk om in te zetten op ‘walkability’. Drie aspecten zijn belangrijk bij het verhogen van de walkability in een buurt, namelijk: de woondensiteit, de stratenconnectiviteit en de functiemix. Hoe hoger deze drie aspecten, hoe hoger de buurt scoort op walkability. Wanneer je veel knooppunten hebt van straten, veel verschillende voorzieningen bij elkaar liggen en er veel inwoners in de buurt wonen, worden actieve verplaatsingen vanzelfsprekender. Woondensiteit, stratenconnectiviteit en functiemix zijn aspecten die de wandelafstand (of fietsafstand) van A naar B verkleinen en dus haalbaarder maken.
Wil je de walkabilityscore van jouw gemeente of buurt te weten komen? Gezond Leven ontwikkelde de walkabilityscore-tool om de walkabilityscore en de fiets- en wandelafstand van een locatie op kaart weer te geven. Zo achterhaal je in enkele ogenblikken hoe het gesteld is met de fiets- en wandelbaarheid van een buurt. De tool geeft het potentieel weer. De inrichting van de straten, fietspaden en voetpaden moet kwalitatief en veilig zijn om van een effectieve hoge walkability te spreken.
Hoeveel mensen er dichtbij voorzieningen wonen, hoe voorzieningen een plek in de ruimte krijgen en hoe goed straten geconnecteerd zijn, is een kwestie van ruimtelijke planning. Kernversterking, bijvoorbeeld, kan een strategie zijn om de walkability te verhogen. Kernversterking is een vorm van ruimtelijk beleid dat inzet op de nabijheid van voorzieningen, het concentreren van diverse woningsvormen in de kern en op locaties die goed ontsloten zijn door openbaar vervoer en fietsverbindingen. Het versterken en verdichten van deze locaties zorgt ervoor dat de walkability verhoogt, slecht bereikbare woningen en voorzieningen vermeden worden en het vrijwaren vande resterende open ruimte gevrijwaard wordt.
Naast de ruimtelijke planning is ook de ruimtelijke inrichting belangrijk om actieve mobiliteit te stimuleren. De kwaliteit van het fiets- en voetpad (en de omgeving) is een belangrijke voorwaarde van walkability. Enkele voorbeelden van inrichting die actieve mobiliteit kunnen stimuleren zijn: een effen, afgescheiden en voldoende breed fiets- en voetpad, voldoende verlichting voor de veiligheid, groen en rustplekken in de omgeving, geen obstakels onderweg, snelheidsbeperkingen en/of fietsstraten, … Een hoge walkability benut zijn potentieel indien de inrichting van de publieke ruimte ook veilig, aangenaam en esthetisch (door groen, water, goed ingericht plein, …) is. De combinatie van ruimtelijk planning (walkability) en ruimtelijke inrichting (fiets- en voetpaden) is essentieel om een beweegvriendelijke omgeving te creëren.

Enkele cijfers
Het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2023) geeft de actuele trends in de actieve mobiliteit weer. 35.4 % van alle verplaatsingen van de Vlamingen (vanaf 6 jaar) zijn actieve verplaatsingen (te voet of met de fiets). 31.1% van de schoolgaanden neemt de fiets en 21.8% neemt de fiets om naar het werk te gaan. Wanneer de afstand tot de school kleiner is dan 5 km, fietst iets meer dan de helft. Voor woon-werk verkeer is dit effect kleiner, slechts 24.5 % neemt dan de fiets.
Toch behelzen naar school gaan, naar het werk gaan en zakelijke verplaatsingen slechts 24.2 % van alle verplaatsingen. Het is dus belangrijk om ook te kijken naar het aandeel actieve verplaatsingen voor andere redenen. De twee voornaamste motieven van autobestuurders zijn verplaatsingen voor boodschappen te doen en zich te verplaatsen naar ontspanning, cultuur en sport. Om actieve verplaatsingen te stimuleren is het belangrijk dat deze voorzieningen dichtbij woningen gesitueerd zijn en de voorzieningen op fiets- en wandelvriendelijke locaties gelegen zijn.
Actieve vrije tijd
De walkability bepaalt ook in welke mate we ons recreatief en sportief kunnen bewegen in de publieke ruimte. Een hoge walkability kan ervoor zorgen dat sportvoorzieningen goed bereikbaar zijn en de drempel lager ligt om naar de sportclub of buitenfitness te gaan. Daarbij is een hoge walkability en een kwalitatieve inrichting van fiets- en voetpaden ook gunstig voor recreatief fietsen en wandelen.
De publieke ruimte kan enerzijds actieve vrije tijd stimuleren door de bereikbaarheid van sportvoorzieningen te verbeteren en anderzijds door publieke beweegvoorzieningen in het ontwerp op te nemen. Enkele voorbeelden van beweegvoorzieningen in de publieke ruimte: een buitenfitness, speelprikkels op straat, een speeltuin, Finse piste, grasveld in een park, …
Een beweegvriendelijke omgeving die aanzet tot actieve vrije tijd is een omgeving waarbij er zowel sportvoorzieningen in de private sfeer als in de publieke ruimte aanwezig zijn. Dit zorgt voor een gevarieerd, laagdrempelig en toegankelijk aanbod. Sportvoorzieningen in de publieke ruimte, zoals een buitenfitness en een park om in te lopen, zijn gratis en vrijblijvend. Daarnaast is de combinatie van georganiseerde en niet-georganiseerde sport bevorderend voor actieve vrije tijd. Beweeglessen voor ouderen op het dorpsplein, yogalessen in het park, de fietsclub, … zijn enkele voorbeelden van georganiseerde sport in de publieke ruimte. Georganiseerde sport motiveert mensen om te bewegen en dat vol te houden. De publieke ruimte moet ook niet-georganiseerde sport faciliteren, zoals joggen in het park, de buitenfitness, badmintonnen op het grasveld, … zodat mensen kunnen bewegen in de publieke ruimte op de manier en het moment dat ze zelf verkiezen. Een beweegvriendelijke ruimte voor meer actieve vrije tijd is een omgeving waarbij er voldoende variatie is in beweegaanbod en beweegvoorzieningen die zowel georganiseerd als niet-georganiseerd zijn. De publieke ruimte maakt de (private en publieke) beweegvoorzieningen toegankelijk en bereikbaar.

Naar een beweegvriendelijke omgeving in de publieke ruimte? Gezond Leven helpt je op weg!
Wil jij bijdragen aan het creëren van een gezonde publieke ruimte? Gezond Leven biedt heel wat informatie en heeft verschillende informatie en tools voor jou ter beschikking om hiermee aan de slag te gaan die je hierbij kunnen helpen.
Voor wie zijn de informatie en tools bedoeld? Voor iedereen die er mee aan de slag wil gaan in een buurt binnen een gemeente. We richten ons tot lokale besturen (inclusief OCMW’s), maar evengoed tot lokale organisaties (bv. wijkgezondheidscentra, sociale diensten, buurtwerkers, samenlevingsopbouwers, sociale kruideniers, sociale voedselvoorzieningen, lokale voedselinitiatieven, sociale huisvestingsdiensten, …), burgers en lokale burgeradviesraden (bv. gezondheids- en welzijnsraden, mobiliteitsraden, milieuraden, ouderenraad, fietsersbond, voetgangersbeweging, jeugdraden, kindergemeenteraden, lokale afdelingen van boerenbond/Ferm/mutualiteiten) en trekkers van bestaande lokale projecten die dit topic op de agenda willen plaatsen en de tools willen inzetten om tot een gezondere buurt te komen.

De e-learning Gezonde Publieke Ruimte
De e-learning Gezonde Publieke Ruimte gaat verder in op ondersteunende beleidsinstrumenten om lokaal aan de slag te gaan en op concrete maatregelen om vanuit verschillende beleidsdomeinen de publieke ruimte gezonder in te richten. Daarnaast leer je de Gezondheidscalculator modal shift en de Walkability-tool te gebruiken.