Resultaten nieuwe Gezondheidsenquête 2018

01.10.2019

We zitten te veel, doen te weinig spierversterkende oefeningen en eten nog altijd te weinig groenten en fruit. Dat blijkt uit de nieuwe Gezondheidsenquête 2018. Positief is dat we minder frisdrank drinken en minder roken. Reden voor een feestje? Toch niet helemaal. Want er is sprake van een gezondheidsongelijkheid. En voor het eerst zijn er meer mensen met overgewicht dan met een gezond gewicht. Hoe keren we het tij?

Dat we dagelijks best 10.000 stappen zetten en groenten en fruit eten, weten we ondertussen wel. Maar waarom doen we het dan niet? Omdat de omgeving waarin we leven, wonen en werken ons daar niet toe stimuleert. Sensibilisatiecampagnes zijn goed en nodig, maar niet voldoende. Er dringen zich ook andere maatregelen op. 

Omgevingsgerichte aanpak

Maatregelen die van de gezonde keuze de gemakkelijke keuze maken zoals prijsstrategieën (waarbij er een evenwicht is tussen taksen en subsidies) of regulering van reclame. Maatregelen waarbij de publieke ruimte zodanig wordt ingericht dat roken minder evident wordt, de Vlaming gemotiveerd wordt om sneller de fiets te nemen, en op het werk te wisselwerken

Aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen

In heel dit verhaal moet er extra aandacht zijn voor maatschappelijk kwetsbare groepen. Mensen met een lager opleidingsniveau roken vaker, drinken meer gesuikerde dranken, zitten vaak slecht in hun vel en bewegen minder. 

We moeten ervoor waken dat bepaalde gezondheidsproblemen op termijn geen poor people’s health problems worden. Als roken of obesitas in de toekomst vooral nog bij maatschappelijk kwetsbare groepen voorkomt, dan verliest het mogelijk de aandacht van de politieke en farmaceutische wereld. Dit omdat de globale cijfers dalen, én omdat het voor maatschappelijk kwetsbare groepen moeilijker is om hun problemen op de publieke agenda te houden. Wanneer niet-kwetsbare mensen kampen met deze poor people’s health problems, zullen zij mogelijk schaamte en dus extra barrières ervaren om die problemen aan te pakken.

We moeten dus waakzaam zijn voor het risico dat de aanpak om gezondheid te bevorderen, de gezondheidsongelijkheid mogelijk vergroot in plaats van verkleint. Daarom is het belangrijk dat we van bij de start nadenken over een aanpak die werkt bij maatschappelijk kwetsbare groepen. 

Meer middelen naar preventie

Om die zaken überhaupt te kúnnen realiseren, moet er meer aandacht en middelen gaan naar preventieve gezondheid. Het merendeel van de gezondheidsuitgaven gaat naar de behandeling van chronische aandoeningen. 70% tot 90% van deze uitgaven kunnen we echter perfect vermijden door een gezonde leefstijl. En toch gaat maar 3% van het budget voor gezondheidszorg naar preventieve gezondheid.

Bovendien is dit alles niet alleen een taak van onze nieuwe minister(s) van gezondheid, maar ook van de andere beleidsdomeinen zoals mobiliteit, media, werk, … 

Lees meer hierover in ons memorandum in aanloop naar de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van 26 mei 2019.

Bekijk hieronder de belangrijkste resultaten uit de Gezondheidsenquête 2018 voor de thema’s voeding, beweging, sedentair gedrag en tabak. 

Voeding

Nog steeds te weinig groenten en fruit

Sinds 2013 is de dagelijkse inname van groenten en fruit in Vlaanderen niet gestegen. Slechts 35% van de Vlamingen van 6 jaar en ouder haalt de aanbeveling om dagelijks minstens twee porties fruit te eten en 37% eet dagelijks twee porties groenten. Zowel voor fruit als groenten, halen vrouwen, hoogopgeleiden, volwassen en ouderen meer deze aanbevolen hoeveelheden. 

Consumptie van zoete en zoute snacks blijft hoog

Ook de consumptie van zoete en zoute versnaperingen is in 2018 stabiel gebleven t.o.v. 2013 in Vlaanderen. Kinderen (0-14jaar) eten het vaakst (52%) deze versnaperingen t.o.v. oudere leeftijdsgroepen (15 tot 74 jarigen) (variërend van 33% tot 43% binnen deze leeftijdsrange). De hoger opgeleiden grijpen vaker naar een zoete of zoute versnapering.

Vlaming drinkt minder frisdrank en meer water

De Vlaming drinkt minder gesuikerde frisdranken dan in 2013 (19% drinkt dit dagelijks t.o.v. 24% in 2013. De hoogste consumptie zit in de leeftijdsgroep van 15 tot 44 jaar (variërend van 24% tot 27% binnen deze leeftijdsrange). In de jongste doelgroep (0 – 14 jaar) drinkt 17% dagelijks frisdrank. 75-plussers drinken dagelijks opvallend minder frisdrank (8,9%).

Er is een stijging in de dagelijkse consumptie van 1 liter water bij de bevolking van zes jaar en ouder: van 26% in 2013 naar 31% in 2018. 

Consumptie van melkproducten en calciumverrijkte alternatieven blijft stabiel

Bijna twee derde (64%) van de Vlamingen consumeert dagelijks melk(producten) of calciumverrijkte plantaardige producten, dit is stabiel gebleven ten opzichte van 2013. Er werd in de bevraging geen onderscheid gemaakt tussen al dan niet gesuikerde melkproducten/plantaardige alternatieven. Vrouwen, kinderen en de hoogst opgeleiden consumeren het vaakst deze producten.

Meeste Vlamingen ontbijten dagelijks

Dagelijks ontbijten is bij 80% van de Vlamingen een goede gewoonte, dit is constant gebleven over de tijd. 90% van de kinderen eet dagelijks een ontbijt, waarna deze goede gewoonte afneemt, om daarna weer geleidelijk aan toe te nemen. Vrouwen en hoogopgeleiden ontbijten het meest dagelijks. 

Bekijk hier de meest recente cijfers over voeding en gewicht.

Beweging & sedentair gedrag

Vlaming beweegt te weinig

Uit de Gezondheidsenquête 2018 blijkt dat nog geen 2 op 3 Vlamingen (64%)  voldoende beweegt voor een goede gezondheid, nl. 150 minuten matig intensief per week. Een vergelijking met de resultaten uit de Gezondheidsenquête 2013 is niet mogelijk. Wel kunnen we stellen dat 1 op 4 Vlamingen een gezondheidsrisico loopt en er geen verbetering is sinds 2004. 

Hogeropgeleiden bewegen meer dan lageropgeleiden

Opvallend zijn de verschillen in beweging tussen hoger en lager opgeleiden, wat een aandachtpunt is om de gezondheidsongelijkheid aan te pakken. In het Vlaams Gewest behalen meer inwoners met een diploma hoger onderwijs (66,3%) de gezondheidsaanbeveling van 150 minuten per week dan inwoners met een diploma lager onderwijs (59,1%). Een van de verklaringen hiervoor is dat Vlamingen met een diploma hoger onderwijs (47,2%) meer fietsen op minstens één dag per week dan personen met een diploma lager onderwijs (31,3%). Ook de 75-plussers vragen extra aandacht, zij bewegen minder dan de jongere leeftijdsgroepen.

Meer aandacht voor spierversterkende activiteiten

Er is ook werk aan de winkel om onze spieren in vorm te houden. Slechts 11,5% van de Vlamingen doet 2x per week oefeningen om de spieren te versterken. We maakten daarom deze beweegoefeningen voor iedereen beschikbaar.

Vlaming zit nog te veel neer

Daarnaast zitten we nog te veel neer: gemiddeld 5,7 uur per dag. Hoewel onze jongeren van 15-24 jaar en hoogopgeleiden meer bewegen in de vrije tijd, scoren ze net slechter op uren zitten: 6,4 uur bij jongeren, en 5,8 uur bij hoog opgeleiden versus 5,4 uur bij laag opgeleiden. De én-én-boodschap van de bewegingsdriehoek blijft dus broodnodig: ook al beweeg je voldoende, voor een goede gezondheid is het even belangrijk dat je niet te lang aan één stuk stilzit.

Bekijk hier de meest recente cijfers over beweging en sedentair gedrag.

Tabak

Ruim 1 op 6 Vlamingen blijft roken, maar onder laagopgeleiden is het meer dan 1 op 5

In het Vlaamse Gewest werd de grootste vooruitgang geboekt: in 2013 waren er 22% rokers, waarvan 18% dagelijkse rokers, vandaag is het respectievelijk 17,5% en 13%. Maar rookgedrag wordt sterk bepaald door de sociaal-economische positie. Kijken we door die bril naar Vlaanderen, dan zien we dat 21% van de personen  met een  lager of hoger secundair diploma nog rookt. Als het opleidingsniveau daalt, stijgt ook het aantal gerookte sigaretten en het percentage zware rokers.

Ook bij jongeren hangt opleidingsniveau sterk samen met roken

Het aantal dagelijkse rokers bij Vlaamse jongeren van 15-24 jaar daalde van 17% in de periode 2008-2013 tot 8% in 2018. Het aantal huidige rokers (dagelijkse + occasionele) bedraagt nog 12%. De cijfers van Vlaanderen verschillen hier sterk van die van Brussel en Wallonië, maar uit een reeds gemaakte bijkomende analyse van de totale groep van Belgische jongeren blijkt dat er bij jongeren uit een huishouden met een lager opleidingsniveau toch nog 26% à 27% huidige rokers zijn.

Stoppen met roken is moeilijk en rokers doen weinig beroep op hulp

Slechts 7,2% van de rokers  beweert sterk afhankelijk van tabak te zijn en slechts 1,2% zeer sterk afhankelijk, terwijl roken toch een complexe verslaving is. Het rijmt ook niet met de hoge stopwens: het aantal rokers dat al probeerde te stoppen is gestegen tot 73% van de dagelijkse rokers. Maar stoppen is moeilijk. De meerderheid van stoppogingen dateert ook van langer dan een jaar geleden. En 65% van de dagelijkse rokers (65%) maakt geen gebruik van hulp (een grote meerderheid van de ex-rokers (84%) deed dat ook niet). 1 op 5 gebruikte wel de e-sigaret.  

Eerste keer info over de e-sigaret in de Gezondheidsenquête: eerste tendenzen

15,5% van de bevolking van 15 jaar en ouder heeft al eens een e-sigaret geprobeerd, 4,1% gebruikt ze op dit moment en 1,4% dagelijks. Bij15-24-jarigen heeft 1 op 4 ermee geëxperimenteerd, 5,5% gebruikt de e-sigaret nog, maar weinigen doen het dagelijks (0,6%).  Ze gebruiken ze wel vaker zonder eerst roker te zijn en minder vaak in combinatie met roken. E-sigaretten oefenen, los van tabak, wellicht een aantrekkingskracht uit op hen. Hun gebruik moet goed opgevolgd worden, maar we moeten niet panikeren: vooralsnog lijkt experimenteren niet tot een nicotineverslaving te leiden.

Dampen en roken hangen sterk samen: bijna 9 op 10 dampers rookte tabak vooraleer te starten met de e-sigaret. 75% gebruikt de twee ook samen en blijft dus ook tabak roken, waardoor er geen gezondheidswinst geboekt wordt. Een grote meerderheid blijft roken. De belangrijkste reden om de e-sigaret te gebruiken is nochtans stoppen met roken.