Heeft de Vlaming een gezond gewicht?

Heeft de Vlaming gemiddeld een gezond gewicht? Is er reden tot ongerustheid over het gewicht van de Vlamingen? En is er een verschil tussen jongeren, volwassenen en ouderen? Het Vlaams Instituut Gezond Leven licht het in cijfers voor je toe.

Cijfers gewicht kinderen en jongeren

Voedselconsumptiepeiling: Belgische kinderen en jongeren (3 t.e.m. 17 jaar oud)

De Belgische Voedselconsumptiepeiling deed in 2022, net zoals in 2014, onderzoek naar het gewicht van onze kinderen en jongeren (van 3 t.e.m. 17 jaar oud) over heel België. In deze peiling maten getrainde interviewers gewicht, lengte en buikomtrek van iedere deelnemer op. Dat maakt dat deze techniek als de gouden standaard wordt gehanteerd en de meest betrouwbare resultaten oplevert.

In de leeftijdsgroep van 3- tot en met 9-jaar heeft 14.4% overgewicht; bij de 10- tot en met 17-jarigen is dit 14.1%.

Obesitas is bij 4.1% van de 3- t.e.m. 9-jarigen waargenomen, en bij 6.7% van de 10- t.e.m. 17-jarigen.

De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen en jongeren is vrijwel onveranderd gebleven tussen 2014-2015 en 2022-2023.

Gezondheidsenquête: Vlaamse kinderen en jongeren (2 t.e.m. 17 jaar oud)

Uit de Belgische Gezondheidsenquête van 2018 komt naar voor dat 16% van de jongeren uit het Vlaamse Gewest overgewicht heeft. Van de jongens heeft 15% overgewicht t.o.v. 18% bij de meisjes, maar dat verschil is niet significant. Jongeren die opgroeien in een gezin met ouders die hoger onderwijs volgden, hebben minder vaak overgewicht (12%) dan jongeren uit andere gezinnen.

5% van de Vlaamse jongeren kampt met obesitas. Van de jongens heeft 4% obesitas t.o.v. 5% bij de meisjes, maar dat verschil is niet significant. In Vlaanderen zijn er geen significante verschillen volgens leeftijd. De prevalentie is constant gebleven over de tijd.

Bij het onderzoek van de Gezondheidsenquête vulden de deelnemers zelf hun gewicht en lengte in. Deze zelfrapportage zou voor een vertekend beeld kunnen zorgen.

Meer informatie over de gezondheidsenquête.

HBSC Vlaanderen: Vlaamse kinderen en jongeren van 11 t.e.m. 18 jaar oud

Ook de HBSC (Health Behaviour in School-Aged Children) studie kijkt naar het gewicht van jongeren. Deze internationale studie loopt ondertussen al meer dan 30 jaar en wordt in Vlaanderen door de UGent opgevolgd. De cijfers werden via zelfrapportage verzameld.

Volgens de HBSC-studie van 2022 heeft van de Vlaamse jongeren (11 tot 18 jaar) 21% van de jongens en 22% van de meisjes overgewicht/obesitas. Hoewel we van 2014 naar 2018 een gunstige afname zagen in het aandeel overgewicht/obesitas bij jongeren (11 tot 18 jaar), merken we van 2018 naar 2022 terug een significante toename.

Jongeren uit het secundair beroepsonderwijs hebben vaker last van overgewicht of obesitas (37%) ten opzichte van jongeren uit het algemeen secundair onderwijs (14%).

Lees meer over de HBSC studie

De gewichtsstatus van 2- tot 14-jarigen in Vlaanderen

De lokale teams van Kind en Gezin en de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) verzamelden gedetailleerde BMI-cijfers van kinderen tussen 2 en 14 jaar in Vlaanderen, dit in de periode van 2011 tot 2015.

Normale gewichtsstatus

Bijna 92% van de peuters had in 2015 een normale gewichtsstatus. Bij 14-jarigen ging het om bijna 80%. Op een leeftijd van 12 jaar ligt het aandeel kinderen met normaal gewicht het laagst (78%).

Overgewicht of lage BMI

Overgewicht (inclusief obesitas) komt op alle leeftijden vaker voor dan een lage BMI. Zowel overgewicht als een lage BMI komen het vaakst voor bij 12-jarigen.

Obesitas

Het aandeel kinderen met obesitas varieert. Bij 2-jarigen gaat het om 1 op 100 kinderen, bij 12- en 14-jarigen gaat het om 4 op 100 kinderen.

Verschillen naar gelang geslacht, SES en regio

Op alle leeftijden ligt het aandeel meisjes met overgewicht hoger dan het aandeel jongens met overgewicht. Vooral van 6 t.e.m. 10 jaar zijn de verschillen duidelijk. Op alle leeftijden kennen kinderen die geboren worden of opgroeien in kansarmoede een minder gunstige gewichtsstatus. 20% van de 4-jarigen in kansarmoede heeft overgewicht. Bij niet-kansarme kinderen gaat het op die leeftijd om minder dan 1 op de 10. Vanaf 10 jaar heeft minstens 32% van de kinderen in kansarmoede overgewicht. Dat is dubbel zo veel als bij kinderen die niet in kansarmoede opgroeien.

De data van de kinderen op 24 maanden tonen dat de grootste verschillen zich voordoen naar de origine van de moeder van het kind. Kinderen met een moeder van Belgische origine hebben het minst overgewicht.

Er zijn ook zichtbare verschillen tussen provincies en gemeenten, al hebben die verschillen wellicht ook te maken met de verschillen naar kansarmoedesituatie én herkomst van de kinderen.

Download het volledige rapport 'Cijfers BMI kinderen en jongeren' - Bron: Agentschap Zorg en Gezondheid

Cijfers gewicht volwassenen

Voedselconsumptiepeiling (2022-2023)

De Belgische Voedselconsumptiepeiling bracht in 2022, net zoals in 2014, de gewichtsstatus van volwassenen in heel België in kaart. Bij de Voedselconsumptiepeiling meten getrainde interviewers gewicht, lengte en buikomtrek van iedere deelnemer op. Dat maakt dat deze techniek als de gouden standaard wordt gehanteerd en de meest betrouwbare resultaten oplevert.

De resultaten worden opgedeeld in de categorieën overgewicht of obesitas en per leeftijdscategorie. De resultaten zijn als volgt:

Van de 18- tot en met 39-jarigen heeft 41.8 % overgewicht, en van de 40- tot en met 64-jarigen 61.4%.
Voor obesitas zijn volgende cijfers gepubliceerd: 15.5 % van de 18- tot en met 39-jarigen heeft obesitas, en 22.5% van de 40- tot en met 64-jarigen.

Net als bij de kinderen, blijft ook bij de volwassenen de prevalentie van overgewicht en obesitas tussen 2014-2015 en 2022-2023 vrijwel onveranderd.

Het gemiddelde BMI van de Belgische volwassen bevolking is echter wel gestegen, van 26.0 kg/m² in 2014-2015 naar 26.6 kg/m² in 2022-2023.

Het gewicht hangt ook samen met het opleidingsniveau*. Zo heeft:

  • 9,8% van de hoogopgeleiden obesitas en 26,5% overgewicht,
  • 17,3% van de middelhoog opgeleiden obesitas en 32,0% overgewicht,
  • 22,8% van de laagopgeleiden obesitas en 33,4% overgewicht.

De cijfers tonen een duidelijke trend: hoe lager het opleidingsniveau, hoe hoger het percentage met overgewicht of obesitas.

*Hoogopgeleid = hoger onderwijs van het lange type
*Middelhoog opgeleid = hoger onderwijs van het korte type
*Laagopgeleid= geen diploma, lager of secundair diploma

Lees meer over de Nationale voedselconsumptiepeiling.

Preventiebarometer (2023)

De helft van de volwassen Vlaamse bevolking is te zwaar: 34,3% heeft overgewicht en 16,4% heeft obesitas. Het percentage personen met overgewicht is significant hoger bij mannen dan bij vrouwen (41,2% versus 27,5%). Hoogopgeleiden hebben significant vaker een gezond gewicht (54,5%) dan midden- en laagopgeleiden (respectievelijk 46,8% en 35,0%). Daarnaast zien we dat hoogopgeleiden (30,7%) significant minder vaak overgewicht hebben dan midden- en laagopgeleiden (respectievelijk 34,1% en 40,1%). Hoogopgeleiden hebben ook minder vaak obesitas dan midden- en laagopgeleiden (respectievelijk 12,3% versus 16,5% en 22,9%). Personen die aangeven gemakkelijk rond te komen hebben significant vaker een gezond gewicht dan personen die melden moeilijk rond te komen (50,3% versus 38,4%). Ze hebben, tot slot, ook minder vaak obesitas dan personen die melden moeilijk financieel rond te komen (13,7% versus 23,4%).

Gezondheidsenquête (2018)

Uit de Gezondheidsenquête van 2018 blijkt dat de gemiddelde Vlaming een BMI heeft van 25,3. 48% van de Vlamingen heeft overgewicht. Significant meer mannen (55%) dan vrouwen (42%) hebben overgewicht in Vlaanderen.

15% van de Vlamingen heeft obesitas.

Deze percentages stijgen met de leeftijd (tot 74 jaar). Sinds 1997 is de gemiddelde BMI van de volwassen Vlaming gestegen, van 24,4 in 1997 tot 25,3 in 2018. En ook overgewicht en obesitas komen almaar vaker voor.

Overgewicht en obesitas blijken samen te hangen met het opleidingsniveau: hoe lager het opleidingsniveau, hoe hoger de kans op gewichtsproblemen. Het percentage volwassenen met overgewicht is significant lager bij de hoogst opgeleiden (40,1%) t.o.v. de lager opgeleiden (58,9%). 11% van de hoogst opgeleiden heeft obesitas tegenover 23,1% van de laagst opgeleiden.

Bij het onderzoek van de Gezondheidsenquête vulden de deelnemers zelf hun gewicht en lengte in. Deze zelfrapportage zou voor een vertekend beeld kunnen zorgen.

Meer informatie over de gezondheidsenquête.

Cijfers gewicht ouderen

Voedselconsumptiepeiling (2022-2023)

Volgens de meest recente nationale Voedselconsumptiepeiling, heeft in heel België 39% van de vrouwen en 48% van de mannen van 65 jaar en ouder te maken met overgewicht. De obesitaspercentages liggen op 24% bij de vrouwen, en 32% bij de mannen van deze leeftijdscategorie. Het gewicht, de lengte en de buikomtrek werden gemeten door getrainde interviewers. Naast deze objectieve meting werd ook de voedingsstatus van ouderen in kaart gebracht via de Self-Mini Nutritional Assessment (self-MNA), een gevalideerde zelfrapportagetool die focust op ondervoeding.

Uit deze self-MNA blijkt dat 2% van de 65-plussers ondervoed is, 29% een risico op ondervoeding loopt en 69% een normale voedingsstatus heeft. Een normale voedingsstatus volgens de self-MNA maakt geen onderscheid tussen gezond gewicht, overgewicht of obesitas. De self-MNA beoordeelt enkel het risico op ondervoeding. Zo kunnen ook ouderen met overgewicht of obesitas als “normaal gevoed” worden beschouwd, zolang er volgens de gebruikte criteria geen tekenen zijn van ondervoeding.
Ondervoeding wordt vastgesteld als minstens 1 van volgende factoren aanwezig is:

  • Onbedoeld gewichtsverlies (meer dan 5% op 3 maanden tijd of meer dan 10% op 6 maanden tijd),
  • Een verlaagd BMI (< 23 kg/m² voor 65-plussers),
  • Een verlaagde spiermassa.

Ook ouderen met overgewicht of obesitas kunnen dus aan ondervoeding lijden, waardoor het BMI dus niet altijd het enige criterium is om naar te kijken.

Belangrijk om op te merken is dat ouderen in residentiële settings of ziekenhuizen, en personen die niet zonder hulp geïnterviewd konden worden (zoals mensen met dementie) niet zijn geïncludeerd in deze peiling.

Gemiddeld hebben mannen van 65-plus meer overgewicht, terwijl vrouwen in deze leeftijdscategorie een groter risico op ondervoeding lopen.

Voedselconsumptiepeiling (2023)

De meest recente voedselconsumptiepeiling geeft weer dat aan de hand van de self-mini Nutritional Assessment (self-MNA) in België 2% van de 65plussers ondervoed is, 29% een risico op ondervoeding loopt en 69% een normale voedingsstatus heeft. Ouderen in residentiele setting, ziekenhuis en/of degenen die niet zonder hulp geïnterviewd konden worden (bijvoorbeeld individuen met dementie) zijn niet geïncludeerd. 65plus mannen hebben gemiddeld meer overgewicht en vrouwen lopen een groter risico op ondervoeding.

Gezondheidsenquête (2018): Belgische ouderen vanaf 65 jaar oud

Uit de gezondheidsenquête van 2018 blijkt dat van de Belgen tussen 65 en 74 jaar oud 63% overgewicht vertoont. Bij de leeftijdsgroep van de 75-plussers daalt dit naar 51%. Van de Belgen tussen 65 en 74 jaar oud vertoont 23% obesitas, bij de groep van 75-plussers bedraagt dit 14%.

Er zijn ook ouderen die te weinig eten, daarom is het interessant om het percentage ondergewicht bij ouderen te bekijken. Zo’n 2% van de 65- tot 74-jarigen en ook 2% van de 75-plussers kampt met ondergewicht.

In België is 12% van de 70-plussers ondervoed en loopt 45% een risico op ondervoeding. Het is een veel voorkomend probleem in alle delen van de gezondheidszorg. In ziekenhuizen en woonzorgcentra liggen de cijfers hiervan nog hoger. In woonzorgcentra is 13% van de ouderen ondervoed en loopt 50% een risico op ondervoeding. *

Benieuwd wat ondergewicht is? Lees het hier Ondergewicht en ondervoeding | Gezond Leven.
Ondervoeding voorkomen? Ontdek tips en informatie bij ondervoeding voor 60-plussers.

Bronnen

*Van den Brandt E, Bertels J. Voorstel van resolutie betreffende het tegengaan van ondervoeding bij ouderen. Vlaams parlement - Stukken [Internet]. 2017; (1086 (2016-2017) – Nr. 1). Available from: https://www. vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initia[1]tieven/1118499