“Vergeet ultrabewerkt. Neem liever de voedingsdriehoek als kompas”
Wie het vandaag heeft over (on)gezonde voeding, kan niet voorbij aan de term ultrabewerkt, die te pas en te onpas, wordt gebruikt. “De nuance ontbreekt, waardoor we dreigen het kind met het badwater weg te gooien”, zegt voedingsexpert Sofie Verdoodt. “Want het is niet omdat een product een bewerkingsproces heeft ondergaan, dat het geen plaats kan hebben in een gezond eetpatroon.”
“Een echt duidelijke definitie van ultrabewerkt is er niet”, zegt Sofie Verdoodt, stafmedewerker voeding bij Gezond Leven. “Maar eigenlijk gaat het vooral om producten die industriële bewerkingsprocessen hebben ondergaan en die vaak een lange ingrediëntenlijst hebben met ingewikkelde namen en additieven. Maar of een cake nu uit een fabriek, van bij de lokale banketbakker of uit je eigen oven komt, je eet er best met mate van. Het label ‘ultrabewerkt’ is dus geen goede leidraad om te bepalen of iets al dan niet een gezonde keuze is. Vanuit Gezond Leven focussen we dan ook op meer dan de mate van bewerking alleen. De voedingsdriehoek blijft de beste leidraad voor een gezond voedingspatroon.”
Niet meer dan vijf ingrediënten
Een veelgebruikte manier om ultrabewerkte voeding te herkennen, is kijken naar de ingrediëntenlijst: bevat die meer dan vijf ingrediënten, dan kan dat wijzen op een ultrabewerkt product. Net zoals wanneer je woorden als ‘isolaat’ of ‘concentraat’ op de verpakking vindt. “Maar toch is het niet zo eenvoudig als het klinkt”, zegt Sofie. “Een kant-en-klare maaltijd, zelfs als die heel gebalanceerd is, zal al snel meer dan vijf ingrediënten bevatten. Maar daarom is die niet ongezond. En omgekeerd is een koek met enkel bloem, boter, suiker en eieren ook niet gezond. Producenten gaan bovendien steeds vaker op zoek naar bewerkingsmethodes of hulpstoffen die ze niet op hun verpakking hoeven te vermelden. Die clean labels kunnen de consument misleiden.”
“Veel producten worden nu afgeschreven terwijl ze mensen net kunnen helpen om een stapje richting een gezonder eetpatroon te zetten”
Voedingsexpert Sofie Verdoodt
“Van veel producten die nu onder de vlag ‘ultrabewerkt’ worden weggezet, weten we al jaren dat te veel ervan niet goed is voor onze gezondheid. Denk maar aan frisdranken, suikerrijke snacks, chips, frieten, charcuterie, … Die staan al lang met recht en rede in de rode bol van de voedingsdriehoek. Ook van fishsticks en sterk gesuikerde granola of fruityoghurt weten we wel dat die niet de voorkeur genieten. Omdat een groot deel van de ultrabewerkte producten in de categorie ‘vullen wel, maar voeden niet' vallen, is het dan ook geen grote verrassing dat er zoveel negatieve gezondheidsassociaties zijn. Maar omdat de definitie nu zo ruim is getrokken, vallen er nu ook heel wat productgroepen die niet per se een negatieve impact hebben op onze gezondheid in deze categorie. Voorbeelden zijn groente- en peulvruchtenspreads, margarine, volkoren ontbijtgranen, plantaardige alternatieven voor vlees en melkproducten of een gebalanceerde kant-en-klaarmaaltijd. Deze producten krijgen nu ten onrechte een negatieve stempel terwijl ze mensen net kunnen helpen om een stapje te zetten richting een gezonder, duurzamer eetpatroon. Ze spelen ook in op andere drijfveren van consumenten, zoals gebruiksgemak en smaak. In die zin is collectieve angst of afkeer voor álle ultrabewerkte producten contraproductief.”
Plantaardige vleesvervangers als alternatief?
Een veelbesproken voorbeeld van die ‘angst’ zijn de plantaardige alternatieven voor vlees: die worden als ultrabewerkt bestempeld dus zijn ze geen goed alternatief voor een stukje biefstuk of kipfilet. “Maar dat is niet altijd terecht, want vaak hebben ze wel een interessante voedingswaarde”, weet Sofie. “Dergelijke producten worden niet alleen onnodig weggezet als ongezond, het houdt mensen ook tegen om een duurzamere keuze te maken. Betekent dat dan dat we nu massaal plantaardige burgers, worsten en schnitzels moeten promoten? Ja en nee. Als ze een opstapje zijn naar meer variatie en plantaardige alternatieven zoals kikkererwten, bonen, linzen, dan zetten we nóg een stap vooruit. Maar die weg is voor sommigen nog lang.”
“Of je nu een zak chips kiest met enkel aardappelen, olie en zout of een met extra additieven: veel verschil zal het voor je gezondheid niet maken”
Voedingsexpert Sofie Verdoodt
Natuurlijk helpt het niet dat de schapruimte in de supermarkt voor ongezonde producten bijna drie keer zo groot is als die voor gezonde, vooral in buurten met lagere inkomens. “Maar of je nu een zak chips kiest met enkel aardappelen, olie en zout of een met extra additieven: veel verschil zal het voor je gezondheid niet maken”, zegt Sofie. “Begeef je liever eens naar een andere rayon: een notenmix kan ook een lekkere snack zijn in de zetel. Pas dan zal je écht gezondheidswinst boeken. Het heeft dus weinig zin om te focussen op het aantal ingrediënten of bewerkingsprocessen, want dat bepaalt niet of je nu gezond eet of niet. Kijk in de eerste plaats naar de voedingsdriehoek: in welke zone zit het product? Bij die plaatsbepaling is al rekening gehouden met de voedingswaarde én de bewerkingsgraad, waardoor je je niet meer zo druk hoeft te maken over welke ingrediënten en processen nu precies gebruikt zijn."
Donkergroene zone
"Als je de voedingsdriehoek als leidraad neemt, zal je sowieso al heel wat meer onbewerkte voeding eten: groenten en fruit, noten en zaden, volle granen en peulvruchten staan niet voor niets in de donkergroene zone. Aanvullend is de Nutri-Score (een visuele voorstelling van de voedingswaarde van een product) een goed hulpmiddel om bij voorverpakte voedingsmiddelen de gezondere keuze te maken. Trouwens, in een gezond voedingspatroon kan er af en toe ook gerust eens een product met een Nutri-Score D of E zitten. De producten in de rode bol zijn geen essentieel onderdeel van een gezond voedingspatroon, maar dat wil niet zeggen dat je er nooit eens van kan genieten.”
Rol van industrie en beleid
De consument heeft dus maar weinig aan de term ultrabewerkt of niet. Is daarmee de bewerkingsgraad van voeding helemaal niet van belang? “Ook dat is te kort door de bocht”, aldus Sofie. “Ultrabewerkte voeding leidt makkelijker tot overeten. Alleen weten we nog niet precies hoe die vork juist in de steel zit. Er zijn nog heel wat onontgonnen pistes die kansen bieden voor verder onderzoek.”
“Deze problematiek legt de scheve verhouding tussen de economische drijfveren van het voedselsysteem en de impact daarvan op onze gezondheid bloot”, besluit de voedingsexpert. “Het overaanbod aan goedkope, smakelijke en gemakkelijke voedingsmiddelen maakt het voor consumenten heel moeilijk om aan verleiding te weerstaan. Zowel industrie als beleid moeten hun verantwoordelijkheid nemen om onze voedselomgeving gezonder te maken. Alleen zo zullen we de negatieve gezondheidstrends kunnen ombuigen.”
Op 13 november 2025 lichten we onze visie verder toe in een webinar over de nieuwe voedingsaanbevelingen. Deze bouwt voort op een update van de achtergrondtekst "De plaats van ultrabewerkte voedingsmiddelen in een gezond en duurzaam voedingspatroon".