Kunnen preventie en gezondheidsbevordering gezondheidsongelijkheid vergroten of verkleinen?
We weten dat gezondheidsongelijkheid verwijst naar de ongelijke verdeling van gezondheid onder de bevolking. Mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties worden hier het hardst door getroffen. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat sociale determinanten van gezondheid negatief op hen inwerken.
Maar wat is precies het potentiële aandeel van preventie en gezondheidsbevordering in het bestaan en mogelijk vergroten van gezondheidsongelijkheid?
Aansluiting en ‘unconscious bias’
Preventie en gezondheidsbevordering kunnen een aandeel hebben in het in stand houden en vergroten van gezondheidsongelijkheid als ze mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties onvoldoende bereiken met hun aanbod en interventies. Het is inderdaad zo dat een groot deel van het huidige aanbod binnen ziektepreventie en gezondheidsbevordering vooral door mensen in een niet-maatschappelijk kwetsbare situatie wordt gebruikt. Het is niet makkelijk voor diegenen die instaan voor de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van preventieve maatregelen om aansluiting te vinden bij mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Iemand anders zijn kennis, attitudes, drempels en krachten inschatten om zo een toegankelijk aanbod te creëren is moeilijk wanneer er een grote afstand is in leefwerelden. Want er is een ‘unconscious bias’: onbewuste vooroordelen die je perceptie en gedrag mee bepalen.
Klassieke ziektepreventie en gezondheidsbevorderingsinterventies lijken vooral diegenen die makkelijk tot preventieve acties te bewegen zijn te bereiken. Denk aan de bevolkingsonderzoeken rond borstkanker, dikkedarmkanker en baarmoederhalskanker die o.a. mensen in een armoede(risico) minder bereiken. Of aan methodieken rond meer bewegen en gezonde voeding die vooral mensen lijken te motiveren die er al een (relatief) gezonde leefstijl op nahouden. Maar denk ook aan interventies die negatieve effecten kunnen veroorzaken op de gezondheid van mensen, zoals een eerder klassieke communicatiecampagne rond roken tijdens de zwangerschap, die niet op maat is van degenen die het gedrag stellen en hun omgeving, waardoor mensen zich mogelijk gestigmatiseerd voelen, niet aangesproken, ontmoedigd en (nog) minder geneigd zijn hulp te zoeken.
Mattheüseffect
Het mechanisme van unconscious bias kan de gezondheidsongelijkheid vergroten. Er treedt een mattheüseffect op: de mensen die al redelijk gezond zijn worden nog gezonder omdat ze het preventieve en gezondheidsbevorderende aanbod kennen en er gebruik van maken. Terwijl zij die het meest kwetsbaar zijn voor gezondheidsproblemen nog kwetsbaarder worden. Het aanbod bereikt hen niet, spreekt hen niet aan en/of heeft geen impact op hun gezondheid.
Hierdoor bestaat zelfs het risico op de ontwikkeling van poor people’s health problems. Dat gebeurt wanneer bij mensen die zich niet in een maatschappelijk kwetsbare situatie bevinden, de prevalentie van een bepaalde problematiek daalt en dat door deze algemeen dalende prevalentie het probleem als minder dringend overkomt. Een gezondheidsprobleem wordt dan iets dat bijna alleen nog mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie treft. Hieraan zijn een aantal mogelijk perverse effecten verbonden:
- De kans dat het probleem wordt aangepakt, verkleint. Niet alleen omwille van de algemene prevalentiedaling, maar ook omdat het alleen nog mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie treft.
- Er ontstaat een grotere afstand tussen mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie en andere groepen. Die afstand geldt zowel op het niveau van gezondheid – de kloof groeit – als op het mentale niveau: hoe meer een probleem alleen een ‘andere’ groep treft, hoe minder mensen er zich mee zullen identificeren.
- Mogelijk ontstaat er een stigma op mensen wanneer zij met het gezondheidsprobleem geconfronteerd worden.
Het staat vast dat de meeste gezondheidswinst vandaag niet bij mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties geboekt wordt, terwijl het nochtans die groepen zijn waarbij de meeste winst te boeken valt (zie o.a. McGill et al, 2015). Maar we mogen niet pessimistisch zijn. Want hoewel ziektepreventie en gezondheidsbevordering een potentieel aandeel hebben in het in stand houden en vergroten van gezondheidsongelijkheid, kunnen we evengoed bijdragen aan het verkleinen ervan.
Om gezondheidsongelijkheid mee te verkleinen, is het nodig om binnen ziektepreventie en gezondheidsbevordering Health in All Policies te realiseren en te werken aan een zo toegankelijk mogelijk preventief en gezondheidsbevorderend aanbod dat is opgebouwd volgens de principes van proportioneel universalisme. Dit alles realiseren we aan de hand van concrete werkwijzen.