Lunchtijd in de kinderopvang, dat is altijd een druk moment. Wie eet wat? Hoe ziet de ideale middagmaaltijd eruit voor jonge kinderen? Hier vind je tips voor het kiezen en bereiden van een evenwichtige maaltijd voor de kindjes in je opvang. De tips zijn gegroepeerd per type voedingsproduct.

Groentepap, wat een lekkere hap!

Groentepap, de naam zegt het zelf: die zit tjokvol groenten. Hoeveel precies? Wel: ideaal bestaat groentepap voor baby’s tot 6 maanden uit 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, rijst of deegwaren. Enkele tips:

  • Varieer! Wie elke dag hetzelfde eet, vindt dat snel saai. Door veel te variëren met groenten en andere combinaties te maken, leren kinderen heel wat verschillende smaken kennen.
  • Voeg vetstof toe, want kruipers hebben veel energie nodig! Vetstof is ook een bron van vetoplosbare vitaminen en essentiële vetzuren. Meer info over de soort vetstof die je het beste kiest, vind je verder deze pagina of hier.
  • Pas de consistentie van de maaltijd aan de ontwikkelingsfase van het kind aan. Ga van gepureerde voeding naar vaste voeding met brokjes, zoals zachte brokjes in de pap of een koek of broodkorst waarop baby’s kunnen kauwen. Om daarna over te gaan naar vaste of fijngesneden voeding waarbij het vlees nog meestal gemalen is.
    Het is belangrijk om deze fases te volgen en niet altijd gepureerde voeding te blijven geven. Zo leren kinderen texturen kennen.
    Hier vind je een tabel waarin per leeftijd de ontwikkelingsfase staat en welke consistentie je daarbij mag geven.

Groenten: dagelijkse kost

Het spreekt voor zich dat groenten eten belangrijk is, en daarbij afwisselen ook. Zo leren de kinderen alle soorten kennen. Onze tips:

  • Werk met seizoensgroenten.
    Seizoensgroenten hebben meer smaak, een betere voedingswaarde en zijn goedkoper. En zo varieer je het hele jaar door in groenten. Kies je ook voor lokale producten, dan kies je meteen ook voor superverse. In ons gezond weekmenu ontdek je welke groenten wanneer in het seizoen zijn.
  • Kies voor verse groenten of diepvriesgroenten waar geen saus, kaas, room ... aan werd toegevoegd. Diepvriesgroenten zijn een prima alternatief voor verse groenten, ook voor baby’s en kleine kinderen. Want: er worden geen zout of smaakstoffen aan toegevoegd. En doordat ze snel na oogst worden ingevroren, blijven hun voedingsstoffen beter bewaard.
    Koop je maar één keer per week groenten aan, dan zijn diepvriesproducten zelfs een betere keuze. Gebruik je verse groenten? Verwerk dan eerst de groenten die het minst lang bewaren, zoals sla en boontjes. En hou groenten die langer houdbaar zijn, zoals bloemkool en witloof, voor later.
  • Gebruik geen groenten uit blik of glas. Die bevatten te veel zout voor jonge kinderen.

Graag een voorbeeld en tips voor het opstellen van een weekmenu? Die vind je hier.

Laat aan de ouders weten jullie werken met seizoensgebonden- en diepvriesgroenten door onze post-its te gebruiken in het heen-en-weerboekje! Zo laat je de ouders zien dat jullie inzetten op gezonde voeding, beweging en minder lang stilzitten. Heb je geen heen-en-weerboekje waar je ze in kan plakken? Dan kan je ze ook digitaal raadplegen. Zo kan je het in een groepsgesprek met de ouders gebruiken of hen via social media bereiken. 

Aardappelen & co

Voor de warme maaltijd – ook de groentepap – kan je naast aardappelen ook rijst, goed gaargekookte deegwaren (bv. spaghetti of macaroni) of couscous serveren. Weet wel:

  • Rijst kan een aanzienlijke bron van arseen zijn. Kook rijst in een voldoende grote hoeveelheid water (6 keer zoveel water als rijst) en giet het kookwater weg voor je de rijst opdient. Zet maximaal 1 keer per week rijst op het menu.
  • Deegwaren bevatten geen vitamine C, in tegenstelling tot aardappelen. Zorg dus dat er genoeg verse groenten op het menu staan.
  • Bewaar aardappelen niet te lang, zo bevatten ze nog veel vitamine C. De groene delen en scheuten van aardappelen bevatten solanine, dat is een stof die in grote hoeveelheden giftig kan zijn. Maar bij een normale consumptie is er zeker geen gevaar. Je kan de inname van solanine voorkomen door aardappelen te schillen en hun bruine en groene delen weg te snijden. Snij ook de scheuten van aardappelen ruim weg.
  • Hier vind je een voorbeeld van een weekmenu waarin er voldoende afgewisseld wordt.

Vlees, vis en vervangproducten

Enkele tips voor vlees & co:

  • Kies voor mager en vers vlees in je kinderopvang. Vermijd bewerkte en vette vleessoorten zoals spek en gehaktbereidingen en varieer genoeg. Hier vind je een overzichtstabel waar vlees is ingedeeld volgens de voedingsdriehoek.
  • In vis zitten vetten die belangrijk zijn voor de groei van de hersenen en de ontwikkeling van de ogen van baby’s. Wissel af tussen magere en vette vissoorten. Hier vind je welke vissen de voorkeur hebben. Let op: de voedingsdriehoek geeft adviezen vanaf 1 jaar. De volgende opmerkingen gelden voor jongere kinderen. Vermijd het gebruik van:
    • rivierpaling en zwaardvis (te veel kwik),
    • schelp- en schaaldieren (te veel schadelijke stoffen), 
    • verse tonijn (te veel kwik, max. 1x per week), 
    • haring, ansjovis en gerookte vis. 

Zet ook geen bedreigde vissoorten op het menu. En kies voor vis met een duurzaamheidslabel: het Marine Stewardship Council (MSC)-label garandeert duurzame vangst of het Aquaculture Stewardship Council (ASC)-label garandeert duurzame kweek.

  • Eieren zijn ideale vleesvervangers. En je kan ze op heel veel verschillende manieren bereiden. 
  • Ook in vervangproducten (tofu, quorn …) of peulvruchten (kikkererwten, linzen, witte bonen, rode bonen …) kan je volop variëren. 

Kind en Gezin heeft een handige poster om te weten welke voedingsmiddelen je op welke leeftijd mag introduceren.

Iedereen houdt van afwisseling op zijn bord. Baby’s en peuters ook. Zorg daarom voor lekker veel variatie wat vlees, vis en vervangproducten betreft. Per 4 weken zet je dit best op je maandmenu:

  • 5 x vers gevogelte (bv. kip, kalkoen)
  • 5 x vers rood vlees (bv. varkenshaasje)
  • wekelijks (vette) vis (bv. zalm)
  • 5 x peulvruchten (bv. kikkererwten of linzen) of een andere vleesvervanger (bv. tofu)
  • 1 x ei ter vervanging van vlees, vis of een vervangproduct

Af en toe vlees vervangen door een volwaardig alternatief is een goed idee. Sommige ouders willen ook dat hun kind helemaal vegetarisch eet. Dan moet vlees en vis op een volwaardige manier vervangen worden. Anders kunnen er voedingstekorten optreden.

Volwaardige vervangproducten voor vlees en vis zijn:

  • een ei of eierdooier (volledig gaar en geplet);
  • peulvruchten zoals gedroogde erwten, kikkererwten, sojabonen, azukibonen, rode, bruine en witte bonen en linzen (volledig gaar, gepureerd en gezeefd).

Nog goed om te weten:

  • Tofu en quorn bevatten minder ijzer en geef je dus niet elke dag aan jonge kinderen als vleesvervanger.
  • Bonen geef je best pas vanaf 1 jaar omdat ze moeilijker verteerbaar zijn.
  • Ook met tempé en seitan wacht je beter tot het kind 1 jaar is, want tempé is heel vezelrijk en seitan heel zout.
  • Kies liever niet voor vegetarische burgers. Hun samenstelling is sterk verschillend, sommige zijn zoutrijk.

Graag meer inspiratie? Hier vind je tips voor het opstellen van een vegetarisch weekmenu voor peuters.

Laat aan de ouders weten dat jullie af en toe vegetarisch eten door onze post-its te gebruiken in het heen-en-weerboekje! Zo laat je de ouders zien dat jullie inzetten op gezonde voeding, beweging en minder lang stilzitten. Heb je geen heen-en-weerboekje waar je ze in kan plakken? Dan kan je ze ook digitaal raadplegen. Zo kan je het in een groepsgesprek met de ouders gebruiken of hen via social media bereiken. 

Vetstoffen gebruiken? Jazeker! 

Peuters hebben een grote energienood, maar ook een kleine maag. Daarom is een relatief vetrijke voeding voor hen een must. Voor hun groei en hun hersen- en celontwikkeling. 

Gebruik dus vetstof bij de bereiding van warme maaltijden. Tips hiervoor: 

  • Kies voor vetstof die vloeibaar/smeerbaar is als ze uit de koelkast komt, zoals olie (bv. maïs-, olijf-, arachide-, koolzaad- of zonnebloemolie), zachte plantaardige margarine of bak- en braadvet rijk aan enkelvoudige onverzadigde vetzuren. Die staan in de donkergroene zone van de voedingsdriehoek
  • Gebruik niet altijd dezelfde vetstof, wissel af.
  • Om zeker te zijn dat een vetstof een goede samenstelling heeft, kan je het volgende doen: 

  1.  Doe de koelkastproef: De vetstof is zacht en gemakkelijk te smeren als ze uit de koelkast komt.
  2.  Kijk naar de verpakking: Je product zit in een fles of vlootje, niet in een wikkel.
  3.  Check het etiket: De hoeveelheid onverzadigd vet bedraagt minstens twee derde van de totale hoeveelheid vet. 
  • Boter, kokos- en palmolie en vetstoffen die in een wikkel verpakt zijn, krijgen geen voorkeur. Die staan in de oranje zone van de voedingsdriehoek.
  • Vetstof gebruiken om warme maaltijden te bereiden wil niet zeggen frituren. Gefrituurde gerechten bevatten te veel vet. Het wordt dus afgeraden om dit regelmatig te eten. Hou ze voor thuis of uitzonderlijke gelegenheden. 

Meer info over welke vetstof je best kiest, vind je hier.

Potjesvoeding in de opvang: goed idee?

Kant-en-klare maaltijden zoals potjesvoeding zijn aantrekkelijk: je spaart er tijd en energie mee uit. Maar is potjesvoeding ook een goede keuze voor je kinderopvang? 

Inhoudelijk is potjesvoeding een volwaardig alternatief voor zelfbereide voeding of catering. De hele productie, van grondstoffen tot verwerking, staat onder strenge controle. De maaltijden zijn gesteriliseerd: er zitten geen bacteriën in die de maaltijd zouden kunnen bederven. Let wel op de vervaldatum. Bij de bereiding blijven bijna alle vitaminen bewaard. Sommige vitaminen worden ook toegevoegd. Daarnaast zitten er nooit bewaarmiddelen of kleurstoffen in potjesvoeding. Dat is bij wet verboden. 

Enkele nadelen van kant-en-klare voeding: 

  • Het is vrij duur, zeker als je grotere hoeveelheden moet aankopen.  
  • Potjesvoeding is erg fijn van structuur. Dit verschilt van zelfbereide maaltijden en daardoor kunnen kinderen protesteren bij een zelfbereide maaltijd. Kinderen moeten verschillende texturen leren kennen. 
  • Een potje bevat meestal een combinatie van verschillende smaken: zo went het kind niet aan losse smaken. 
  • Potjesvoeding smaakt meestal weinig uitgesproken omdat er vooral zoet smakende groenten en fruit voor gebruikt worden. Daarnaast moet er nog vetstof aan toegevoegd worden.

Wissel voldoende af met versbereide voeding. Uitsluitend potjesvoeding geven, raden we af. Want zo leren de kinderen geen andere texturen en nieuwe smaken kennen.

Wat met zout en andere smaakversterkers?

Voeg geen zout toe aan babyvoeding. Te veel zout is ongezond en te zwaar om te verwerken voor de nieren. Zonder toegevoegd zout leert de baby de natuurlijke smaak van zijn voeding ook beter kennen. Gebruik ook geen bouillonblokjes. Dit zijn geconcentreerde extracten met veel zout.

Wees voorzichtig met sterksmakende kruiden en pikante specerijen. Die kunnen het maag-darmkanaal van baby’s en peuters te hard prikkelen. Zachte kruiden zoals peterselie, bieslook, kervel en basilicum kan je wel toevoegen. 

Ouders: afspraken maken 

Ouders kunnen vragen dat hun kind halal, koosjer, vegetarisch … eet in je opvang. Het is dan belangrijk dat je naar hun verwachtingen vraagt. Als je goed weet wat de voeding inhoudt, waar je op moet letten, waar je terechtkan voor meer info en hoe ze het thuis aanpakken … kan je samen met de ouders tot een regeling komen.

Ouders willen dat hun kind vegetarisch eet

Als het kind voor het eerst naar de opvang komt, eet het in de meeste gevallen nog geen vlees of vis. Het is dus goed om bv. bij het intakegesprek al te polsen of de ouders willen dat het kind vegetarisch zal eten. Zo kan je later, wanneer vlees, vis of vervangproducten worden geïntroduceerd in de voeding, hier terug in overleg over gaan met de ouders. Laat a.d.h.v. een weekmenu zien wat jij in de opvang als alternatief geeft. Zo’n gesprek zorgt ervoor dat jullie op dezelfde golflengte zitten.

Ouders willen dat hun kind veganistisch eet 

Misschien willen bepaalde ouders hun kind veganistisch opvoeden. Maar veganisme is niet aanbevolen voor kinderen. Het kan een tekort aan energie, eiwit, calcium, ijzer en vitaminen veroorzaken, met risico’s op een vertraagde groei, botaandoeningen en bloedarmoede. Daarom is het belangrijk dat je dit afraadt aan ouders die hiervoor kiezen. Vertel hen dat kinderen beter vegetarische voeding krijgen waarbij ze ook zuivel eten. 

Kiezen ze toch voor een veganistisch dieet? Adviseer ouders dan om zich goed te laten informeren door een diëtiste of voedingsdeskundige en arts voor een optimale begeleiding.

Ouders willen dat hun kind halal eet

Bij de Marokkaanse en Turkse bevolking is 95 tot 99% moslim: die mogen alleen halalvlees eten. Of: vlees afkomstig van reine dieren die op rituele wijze geslacht worden. Varkensvlees, vlees van natuurlijk gestorven dieren of een dier gestorven in de natuur zijn niet toegestaan.

Sommige ouders vragen aan de opvang om deze richtlijnen te volgen. Hiervoor kan je halalvlees aankopen of vegetarische maaltijden aanbieden. Houd goed de aanbevelingen over volwaardig vlees vervangen in het oog. (Een ei of eierdooier (volledig gaar en geplet), peulvruchten (volledig gaar, gepureerd en gezeefd)). Je kan het ook met de ouders regelen dat zij bijvoorbeeld 2 dagen halalvlees meebrengen voor hun kind en dat het kind de andere 3 dagen ’s middags vegetarisch eet.

Aangepaste voeding om medische redenen

Vertellen de ouders je dat hun kindje lijdt aan een bepaalde aandoening, vraag dan de medische informatie op die ze via hun arts krijgen. Zo kan je optimaal rekening houden met het kind.
Je kan een formulier opstellen waar de kinderarts concrete richtlijnen op kan noteren over het omgaan met de aandoening. Geef dit formulier mee met de ouders tijdens het infomoment en laat het via hen invullen door de arts. Neem niet zelf contact op met de arts van een kind zonder toestemming van de ouders, want persoonlijke dossiers zijn vertrouwelijk.

Heb je geen informatie over extra zorg meegekregen van de ouders, maar vermoed je dat een kind toch aan een bepaalde aandoening lijdt? Communiceer hier dan onmiddellijk over met de ouders en verwijs hen door naar een (kinder)arts. Mondelinge communicatie werkt het best bij zulke delicate onderwerpen.

Voor meer informatie rond specifieke problemen en ziektes neem je best contact op met een (kinder)arts of (kinder)diëtist.

Meer weten over het middagmaal van jonge kinderen? Hier zijn interessante links:

Werk je met een cateraar?

Je kan ook kiezen om het middagmaal te laten leveren via een cateringbedrijf. Het is belangrijk dat er duidelijke afspraken zijn tussen cateraar en de kinderopvang. De opvang blijft verantwoordelijk voor de samenstelling van de maaltijden. Gebruik daarom de informatie op deze pagina en deze checklist om het aanbod te screenen en duidelijke afspraken te maken.