Voedselmoerassen en voedselwoestijnen in Vlaanderen
In opdracht van het Departement Zorg heeft Sciensano de voedselomgeving in Vlaanderen onderzocht. Ze identificeerden buurten waar er veel ongezonde voeding is in verhouding tot gezonde voeding (voedselmoerassen) en buurten waar juist weinig toegang is tot gezonde voeding (voedselwoestijnen). Ook in buurten rond scholen hebben ze grondig onderzoek gedaan naar de voedselomgeving. De onderstaande informatie komt uit de studies van Sciensano.
Voedselmoerassen

Wat is een voedselmoeras?
Een voedselmoeras is een plek waar je veel meer ongezonde dan
gezonde voeding vindt.
Waarom is dat een probleem?
Studies tonen aan dat als je vaak in de buurt bent van ongezonde voeding, je sneller geneigd bent om dergelijke voeding ook te eten. Als je in een voedselmoeras woont, loop je dus een grotere kans op overgewicht of obesitas. Vooral jongeren en mensen met een laag inkomen zijn extra kwetsbaar voor de negatieve effecten van een voedselmoeras.
Hoe meten we een voedselmoeras?
Sciensano gebruikt de voedselmoerasindex om te meten hoe 'diep' een voedselmoeras is. Zo berekenen ze het:
- ze tellen alle gezonde verkooppunten van voeding (zoals supermarkten met verse producten en gezonde restaurants) in een buurt;
- ze tellen alle ongezonde verkooppunten van voeding (zoals fastfoodrestaurants en snackbars) erbij op;
- de index wordt berekend als volgt:
Voedselmoerasindex = aantal gezonde verkooppunten van voeding / (aantal gezonde + aantal ongezonde verkooppunten van voeding).
Wat betekent de score?

De voedselmoerasindex geeft een score tussen 0 en 1:
- een lage score betekent dat er veel meer ongezonde voeding is dan gezonde. Dit noemen we een 'diep' voedselmoeras;
- een hogere score betekent dat er meer gezonde opties beschikbaar zijn.
Sciensano berekende deze index voor alle bewoonde buurten in Vlaanderen. Experts bepaalden welke verkooppunten als gezond of ongezond worden beschouwd. Voor meer details over hoe de voedselmoerasindex werkt, kun je de wetenschappelijke rapporten van Sciensano raadplegen.
(Figuur op basis van het rapport NAAR GEZONDE VOEDSELOMGEVINGEN IN VLAAMSE BUURTEN)
Voedselwoestijnen
Wat is de situatie in Vlaanderen?
Sciensano ging op onderzoek uit om te bepalen hoeveel voedselmoerassen en voedselwoestijnen Vlaanderen kent in residentiële buurten. Meer uitgebreide resultaten vind je terug in hun onderzoeksrapport.
Woestijnen/moerassen in Vlaamse buurten
Sciensano ontdekte dat het niet goed is gesteld met de voedselvoorzieningen in Vlaamse bewoonde buurten. Positief is wel dat er minder 'voedselwoestijnen' zijn in buurten waar veel kwetsbare gezinnen wonen. Helaas is het aantal voedselwoestijnen in wijken met veel ouderen juist toegenomen.
In Vlaanderen komen minder voedselwoestijnen voor dan voedselmoerassen, die hier in de meerderheid zijn. In de meeste bewoonde buurten zijn er dus meer ongezonde dan gezonde voedingsverkooppunten.
Vooral in buurten waar veel mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie wonen, zijn er relatief gezien meer ongezonde verkooppunten dan gezonde.

Bron infographic: Vandevijvere & Smets, 2024
Voedselomgevingen in schoolbuurten

Onderzoek toont aan dat kinderen en jongeren extra kwetsbaar zijn voor omgevingsinvloeden. Daarom onderzocht Sciensano ook de buurt rond Vlaamse scholen. Uit dat onderzoek blijkt dat de huidige voedselomgeving rond onze basis- en middelbare scholen vooral ongezond is.
Tussen 2008 en 2020 onderzocht Sciensano voor het eerst hoe de voedselomgeving rond meer dan 3.000 basisscholen en bijna 1.200 secundaire scholen in Vlaanderen is veranderd. Rond scholen waren er in 2020 veel meer fastfoodrestaurants, afhaal- en bezorgrestaurants en gemakswinkels dan voorheen. Daarnaast zijn er minder traditionele winkels, zoals groentezaken en bakkerijen.
Deze verandering zien we vooral bij scholen waar veel leerlingen zijn met laagopgeleide moeders en waar veel leerlingen thuis geen Nederlands spreken. Deze kinderen hebben het extra moeilijk in een ongezonde schoolomgeving.
Gemiddeld heeft een basisschool nu ongeveer 3,8 gemakswinkels en 6,3 fastfoodrestaurants binnen 1.000 meter. Voor middelbare scholen zijn dit er nog meer: respectievelijk 7,6 gemakswinkels en 12,7 fastfoodrestaurants binnen dezelfde afstand. In grote Vlaamse steden zijn er nog meer fastfoodrestaurants en afhaalrestaurants rond scholen, wat de omgeving daar nog ongezonder maakt.
Een gemiddelde basisschool had 6,7 advertenties voor ultrabewerkte voedingsmiddelen binnen 250 meter van de schoolingang, bij middelbare scholen waren dat er 9,7.
Er is een verband gevonden tussen de hoeveelheid fastfood- en gemakswinkels en het gewicht van jonge kinderen (jonger dan 6 jaar) en kinderen tussen 6 en 12 jaar. Voor oudere jongeren (13-14 jaar en 15-18 jaar) werd dit verband niet significant aangetoond.

Bron infographic: Vandevijvere & Smets, 2024
Meer resultaten lees je in het rapport van Sciensano.